The Project Gutenberg EBook of Nederlandsche Doopnamen, by J. J. Graaf This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org Title: Nederlandsche Doopnamen Naar Oorsprong en Gebruik Author: J. J. Graaf Release Date: April 18, 2008 [EBook #25089] Language: Dutch *** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK NEDERLANDSCHE DOOPNAMEN *** Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ Nederlandsche doopnamen naar oorsprong en gebruik Door J. J. Graaf Oud-deken en -pastoor van Ouderkerk a/d Amstel Bussum--Paul Brand 1915 INHOUD Inleiding 1-27 Naamlijst I-XC Naamwijzer XCI-CLVI Beteekenis van oud-germaansche naamstammen CLVII-CLX AFKORTINGEN AB. Aartsbisschop Abd. Abdis Ap. Apostel B. Bisschop B. vóór den dag eener maand Bollandisten Bel. Belijder Eerb. Eerbiedwaardige Geloofspr. Geloofsprediker Gesln. Geslachtsnaam (Inter praeterm.) achter Beduidt, dat de behandeling de aanhaling der van den Heilige door hen nog Bollandisten. om redenen is uitgesteld. Keiz. Keizer of Keizerin Kluiz. Kluizenaar Kon. Koning of Koningin Kr. Kronenburg: Neerlands Heiligen M. Maagd Ma. Martelaar of Martelares Mo. Monnik (m.) mannelijk S. Sint of Sinte = Heilige Vlv. Vleivorm (vr.) vrouwelijk Wed. Weduwe Zal. Zalige Imprimatur: G. A. MEIJER, O.P. Libr. Cens. Zwollis, die 4 Nov. 1914. Om te gehoorzamen aan de besluiten van Paus Urbanus VIII, verklaar ik, dat ik aan de titels van Heilige of Zalige, aan nog niet heilig verklaarde personen gegeven, geen ander dan menschelijk gezag toeken, behoudens die gevallen, welke reeds door den H. Apostolischen Stoel bekrachtigd zijn. J. J. GRAAF. INLEIDING In het Rituale Romanum--het boek dat door de H. Kerk aan hare priesters ten gebruike is voorgeschreven bij de toediening der H.H. Sacramenten en verdere zegeningen--wordt aanbevolen, [1] dat bij het H. Doopsel aan de kinderen zooveel mogelijk de namen van Heiligen zullen gegeven worden, opdat de doopelingen door hun voorbeeld tot godvruchtig leven opgewekt, en door hunne voorspraak beschermd mogen worden. En onze katholieken zijn loffelijk gewend, zich naar dien wenk te gedragen. Wanneer het echter op de uitvoering aankomt, blijkt er niet zelden eenig overleg noodig; want niet genoeg is het dat die naam eens gegeven wordt: hij moet ook heel het leven door gedragen worden; en de dragers ervan zijn evenzeer kinderen van een gemeenschappelijk Nederlandsch vaderland als kinderen van de Katholieke Kerk. En zoo behoort dan ook deze dubbele eigenschap zich zoowel bij het geven als bij het dragen van den naam kenbaar te maken. De keuze dan van den naam regelt zich naar het gezegde verlangen der H. Kerk, maar ook naar de vaderlandsche zede, dat de kinderen tevens genoemd worden naar de voorouders of bloedverwanten en bijzonderlijk peters en meters. Niet zelden echter komt het voor, dat deze twee belangen moeilijk te vereenigen blijken, voor zoover namelijk niet juist genoeg geweten wordt, welke kerkelijk-latijnsche naam beantwoordt aan den verlangden vaderlandschen vorm. En deze vraag komt wel het veelvuldigst voor bij de Friezen, wijl zij meer dan de andere Nederlanders aan de voorvaderlijke namen gehecht zijn. Reeds vroeger is getracht, den ouders zoowel als den geestelijken in deze moeilijkheid hulp te bieden door het opstellen van lijstjes waarin de aloude "Hollandsche en Friesche namen in overeenstemming gebracht worden met de namen der Heiligen die in de Kerk gevierd worden." Deze poging, door een onbekenden geestelijke ten jare 1657 gedaan, had hare verdienste en heeft nut gedaan en gemak verschaft. [2] Toch mag gezegd worden, dat ze te kort bleef in waardeering van de aloude namen, welke door den opsteller voor weinig anders gerekend werden dan "heidensche namen en die van Gothen en Wandalen". Inmiddels echter hebben navorsching en studie het hare gedaan om die oud-germaansche vormen beter tot hun recht te brengen. Meer bepaaldelijk hebben in Duitschland de Koningsberger Professor _Eberhard Gottlieb Graff_ (1780-1841) door zijn _Althochdeutscher Sprachschatz_, en de Saksische Opperbibliothecaris _Ernst Förstemann_ (geb. 1822) door zijn _Altdeutsches Namenbuch_, waarvan hij zelf nog in 1900 eene tweede uitgaaf mocht bewerken, de wetenschap op de eenig rechte baan gevoerd. Bijzonderlijk heeft de laatste het namenstelsel der west-germaansche volkeren van het vasteland uiteengezet door scheiding in stammen, met onderverdeeling in groepen. Förstemann heeft daartoe met de vlijt van een middeleeuwschen monnik, zoo mag men zeggen, alle namen bijeenverzameld van de oudste oorkonden af tot het jaar 1100 toe. Het eigenlijke Noorden en de noordwestelijke eilanden echter waren in zijn plan niet begrepen. Door zijnen arbeid is het thans, naar mijne meening, mogelijk geworden juist te beoordeelen, op welke wijze bij het Christen worden van westelijk Europa ook de persoonsnamen gekerstend zijn, en de bevinding te maken dat deze kerstening een slechts zeer langzamen voortgang heeft gehad. Reeds heb ik dat verloop trachten te schetsen in een drietal opstellen, welke in _De Katholiek_ [3] verschenen zijn. Het moge hier voldoende zijn daarnaar te verwijzen. Toch behoort datzelfde hier in een kort overzicht te worden saamgevat. Welke is de geschiedenis der voornamen (praenomina) bij de Westersche Christenen? In de drie eerste eeuwen, die der vervolging, droegen zij namen die deels niet onderscheiden waren van die der heidenen maar ook deels een Christelijk kenmerk droegen. Voor het eerste gedeelte kunnen ze onder wel vijftien hoofden worden gerangschikt: [4] 1º naar _godheden_: Apollinaris, Bacchius; 2º naar _waarzegging_: Augurius, Auspicius; 3º naar _getallen_: Primenius, Secundinus; 4º naar _kleuren_: Albina, Fusca; 5º naar _dieren_: Agnes, Aquila; 6º naar _landbouw_: Cicercula, Rustica; 7º naar _bloemen_: Florentius, Liliosa; 8º naar _zeevaart_: Marinus, Navalis; 9º naar _rivieren_: Cydnus, Nilus; 10º naar _landstreken_: Cyprianus, Dalmatius; 11º naar _maanden_: Decembrina, Martius; 12º naar _lichaamsvorm_: Callistus, Longina; 13º naar _geaardheid_: Constantia, Generosus; 14º naar _slafelijke afkomst_: Servilius, Vernacula; 15º naar _historische personen_: Apelles, Pompeius. Voor het andere deel kunnen ze gerangschikt worden: 1º naar _geloofswaarheden_: Redemptus, Anastasius; 2º naar _feesten_: Epiphanius, Paschasia; 3º naar _deugden_: Charitas, Elpis; 4º naar _vroomheid_: Deicola, Pientia; 5º naar _strijd voor het geloof_: Valens, Victricius, en _vreugd om het geloof_: Gaudentius, Hilaritas. Deze echt Christelijke namen waren de belijdenis van het begrip, dat de bekeering uit het heidendom en het ontvangen van het H. Doopsel de mystieke beteekenis hadden van een sterven en begraven van den ouden mensch en eene wedergeboorte door Christus. Van eene naamgeving naar eenen Heilige is in deze eeuwen maar zelden spraak, of het mochten Apostelnamen zijn, meest nog die van St. Jan. Zelfs in de drie volgende eeuwen waren de Heiligennamen in de westersche Kerk nog volstrekt niet algemeen in gebruik. Ook na de bekeering van westelijk Europa hebben de Heiligen hun deel onder de doopnamen maar langzaam aan verkregen. Blijkbaar is het overgeleverde gebruik om de kinderen naar de voorouders te blijven noemen bovenmate taai en sterk geweest, zoodat ook bij de volkomen Christene volkeren de oud-germaansche heidensche namen in gebruik bleven. Het bewijs daarvoor wordt gemakkelijk gevonden in de Heiligen-lijsten welke door schrijvers zooals Butler naar tijdsorde zijn opgesteld. In de vijf eerste eeuwen der Kerk zijn van de Heiligen de persoonsnamen die niet-grieksch of niet-latijnsch luiden zeer gering in getal. Van de zesde eeuw echter af nemen ze meer en meer toe totdat in de achtste eeuw de klassieke namen uitzonderingen worden. En zoo blijft het doorgaan heel de middeleeuwen door. Met de zestiende eeuw daarentegen verdwijnen de Heiligen die germaansche namen dragen zeer opmerkelijk, blijkbaar door den invloed van humanisme en klassieken geest, die de oud-germaansche namen als barbaarsch begonnen te verachten. Dat taai voortbestaan der oud-heidensche namen bij de Christenvolken behoeft ons echter hoegenaamd niet te verwonderen, want dat zulks niets meer dan natuurlijk is, wordt zeer eenvoudig bewezen door het feit, dat de Roomsche Heiligennamen nog altijd trouw in gebruik zijn gebleven bij onze eigene onkatholieke landgenooten. Immers, wat sinds de zestiende eeuw met de persoonsnamen onder ons plaats had, mag ook vermoed worden geschied te zijn bij de kerstening onzer voorouders. Hoe ging het hier te lande tijdens en sedert de Hervorming? Vader verliet de Moederkerk, maar behield natuurlijk zijn doopnaam, gelijk ook de kinderen. En al ontvingen de nakomendende kinderen geen eigenlijken doopnaam meer: ze bleven toch geregeld en hoofdzakelijk naar grootouders of naaste verwanten genoemd worden. Dat leeren ons de doop- en grafboeken der protestantsche kerken, gelijk ook de verdere archieven. Uitzonderingen waren schaarsch; men kan er de gilde-schilders- en regentenlijsten over naslaan tot bewijs. En ook thans gaat het nog niet anders, met uitzondering alleen van de Friezen; maar dezen hebben altijd, ook in de roomsche eeuwen, het minst gebruik gemaakt van de Heiligennamen der Martyrologiën. De studie dan van Förstemann's Namenbuch heeft mij de overtuiging bezorgd, dat nagenoeg alles wat er van echt Nederlandsche namen onder ons en vooral in Friesland is overgebleven, niet, volgens de al te zeer verbreide misvatting, beschouwd moet worden als verbastering of verminking van de deftig latijnsche of grieksche namen, maar dat over het algemeen veeleer de klassieke namen uit de van ouds overgeleverde oud-germaansche opgekomen zijn. Bewijzen daarvoor vermeen ik geleverd te hebben in de reeds vermelde opstellen. [5] Het zal nu mijne taak zijn, voor die nog gangbare Nederlandsche namen de noodige en geschikte Heiligen aan te wijzen. En nu kan ik al aanstonds verklaren, dat, meer dan ik verwacht had, de vervulling van die taak mij gemakkelijk is gebleken door de bevinding, dat er uit den overvloed van namen welke Förstemann verzamelde, zeer vele door middeleeuwsche Heiligen gedragen zijn, en dus nog heden als doopnamen kunnen worden toegekend. Hoe heb ik nu kunnen samenbrengen wat er nog tegenwoordig van oud-germaansche namen onder ons gevonden wordt? Daartoe is mij zeer dienstig geweest, dat in het tijdschrift De _Navorscher_ van de jaren 1868-72 uitvoerige lijsten verschenen zijn van Nederlandsche voornamen, door _P. Leendertz Wz_. verzameld. [6] En wat meer bijzonder de Friesche namen betreft, gaf mij de _Friesche Naamlijst_ door _Johan Winkler_ in 1896-98 bewerkt volledige opgaaf. Voor de middeleeuwsche Heiligennamen eindelijk verkreeg ik alle begeerlijke hulp uit de Algemeene Lijst die aan het eind van het groote werk der _Bollandisten_ gegeven wordt als _Index alphabeticus generalis_ van al de Heiligen door hen behandeld, of, wat de maanden November en December betreft, nog te bewerken. De verzameling van Leendertz is thans reeds veertig jaar oud, en die van Winkler vijf-en-twintig. Niet onwaarschijnlijk derhalve, dat menige naam in die Lijsten voorkomend in onze dagen alreeds buiten gebruik is geraakt. Vervolgens is het een feit, overigens zeer natuurlijk te verklaren, dat onder de Friezen de oud-germaansche voornamen minder voorkomen bij de roomsche dan bij de protestantsche bevolking. Om al deze redenen moet ik wel vreezen, dat mijne Naamlijst, die toch haar grootste doel vindt in het katholieke doopboek, eer te uitgebreid dan te bekrompen zal worden bevonden. Toch geloof ik, dat het minder erg zal zijn te misdoen door een te-veel dan door een te-weinig; immers, ik mag rekenen, dat ook buiten het belang van het doopboek om, mijne studie nog eenig nut kan hebben voor de geschiedenis van onze vaderlandsche taal. Vóór alles zal het nuttig zijn hier een goed en recht begrip te geven van de oud-germaansche persoonsnamen. "De oudsten onzer voorouders" (Friezen, Saksen en Franken) [7] "droegen slechts éénen enkelen naam. En hoe ouder, hoe vroeger de namen der Germanen in de geschiedboeken vermeld worden, zooveel te eenvoudiger waren de namen. _Abo_, _Athal_, _Bercht_, _Dodo_, _Edo_, _Fritho_, _Gero_ enz. waren zulke eenvoudige mansnamen. Deze namen waren, bij honderden in getale, bij de verschillende volken van germaanschen bloede in gebruik. Eenigen er van zijn ook tot op den dag van heden in gebruik gebleven; bij de Friezen vooral is dit met betrekkelik velen dezer namen het geval. Men noemt deze enkelvoudige namen wel naamstammen, wijl de latere samengestelde namen uit deze naamstammen ontstaan zijn en geformd. Weldra toch, bij toenemende volkrijkheid, waren deze namen niet meer voldoende ter onderscheiding. Immers kwam het wel voor dat verschillende personen, leden van een en den zelfden stam, soms wel van eene en dezelfde maagschap, den zelfden naam droegen. Dit gaf verwarring; maar tevens aanleiding om nieuwe namen te zoeken. En men vond die, door twee namen, tot dus ver elk op zich zelven in gebruik, te verbinden, saâm te voegen tot éénen enkelen nieuwen naam. Van de enkelvoudige namen of naamstammen _Gero_ en _Hart_ b.v. maakte men _Gerhart_ (Gerard, Gerrit, Geert), van _Athal_ en _Win_ formde men _Athalwin_ (Alewijn), en _Thiudo_ (Tiede) en _Rik_ voegde men samen tot _Thiudorik_, _Theodorik_ (Diederik, Dirk). De samenstelling dezer namen was aan weinige of geene taalkundige of andere wetten gebonden, behalven aan die der welluidendheid en zoetvloeiendheid. Men kon in den regel de naamstammen samen voegen, gelijk men wilde. Zoo kon men b.v. van de naamstammen _Gang_ en _Olf_ of _Wolf_ zoowel _Gangolf_ maken als _Wolfgang_; van _Hart_ en _Gero_ zoowel _Gerhart_ als _Hartger_; beide formen komen voor. Men had dus tamelik vrij spel, en vooreerst geen gebrek aan eigennamen. Want zoo de oude enkelvoudige namen bij honderden telden, door willekeurige samenvoeging van al deze naamstammen kon men honderdduizenden van nieue namen formen. Bij duizenden zijn deze samengestelde namen ons in oude geschriften en oorkonden overgeleverd geworden; bij honderden zijn ze nog onder ons in gebruik. Men kan er duizenden vermeld en beschreven vinden in Förstemann's _Altdeutsches Namenbuch_." Wijl mij nu gebleken was, dat dit werk een betrouwbare grondslag zou zijn, waarop de verlangde Lijst van doopnamen kon worden gevestigd, mag het dienstig geacht worden hier uiteen te zetten, op wat wijze dat boek door mij gebruikt is. Zooals pas gezegd werd, vinden we de oudgermaansche namen tweeledig samengesteld. Het eerste lid kan _hoofdstam_, het tweede _bijstam_ worden genoemd. Tot bewijs van den overvloed aan hoofdstammen diene, dat Förstemann er onder de letter A niet minder dan 58 en onder B niet minder dan 68 gerangschikt heeft en nog meer groepsgewijze onderverdeeld. De bijstammen zijn minder in getal doch duiden op hunne beurt grootendeels aan, of we met een mansnaam dan wel vrouwennaam te doen hebben. Zoo zijn de mannelijke kenbaar aan de bijstammen: _bald_, _bercht_, _bod_, _brand_, _bord_, _dag_, _frith_, _funs_, _gang_, _gar_, _gard_, _gast_, _gis_, _gisil_, _grim_, _hard_, _hari_, _hath_, _helm_, _hraban_, _hroc_, _hrod_, _laic_, _laif_, _land_, _man_, _mar_, _mod_, _mund_, _nanth_, _nod_, _rad_, _ric_, _rid_, _scalc_, _stain_, _thanc_, _thiu_, _wald_, _ward_, _wig_, _win_, _wulf_. Als vrouwelijke bijstammen worden aangetroffen: _balda_, _berga_, _burga_, _berta_, _drudis_ en _trudis_, _fledis_, _garda_ en _gardis_, _gildis_, _gunda_ en _gundis_, _haid en heid_, _hilda_, _hildis_, _lind_, _lindis_, _sind_ en _sinda_, _swind_, _widis_ en _wis_. Met den hoofdstam ATHAL b.v. werden gevormd de mannelijke voornamen: Athalbald, Athalbert, Athalfrid, Adelfuns, Athalger, Adalhard, Athalwulf enz., en de vrouwelijke: Adalberga, Adaldrud, Adelgardis, Adalhaid, Adalhildis, Adallindis, Adalsind enz. Wanneer derhalve een patroonheilige werd verlangd bij een oudnederlandschen persoonsnaam, had ik te zoeken onder welken hoofdstam die te rangschikken zou zijn, en vervolgens of onder de groepen der met bijstammen gevormde namen een Heilige van dien naam gevonden wordt, nogtans met dien verstande dat de eene bijstam in de plaats van den andere kan treden (dit blijkt dikwijls onvermijdelijk) ja ook wel zóó dat toevlucht moet genomen worden tot een aanverwanten hoofdstam. Om alles met een paar voorbeelden duidelijk te maken. Gesteld dat een zekere _Gijsbert_ zijn patroonheilige verlangt te weten. Welnu, gevonden wordt de hoofdstam GIS, waaronder de namen: Giso, Ghiso, Gizo, Kizo, Gisipert, Gisebert, Gisbert, Gisibrand, Gisfrid, Gisolf enz. We zijn alzoo met Gisebert, Gisbert, al aanstonds klaar. Toch nog niet geheel; want ongelukkiglijk geven de lijsten der Bollandisten geen Gisbertus onder de Heiligen aan. Gelukkig echter weer, dat GIS eigenlijk maar "die einfache Gestalt des unten folgenden GISIL ist"; [8] en zoo gaan we dus tot den verwanten hoofdstam GISIL en vinden daar, met een overvloed van naamvormen: Gisilbert, Ghisalbert, Kyselbret, Giselbart, Gislebert, Gillibert, enz. enz. Daarmee hebben we dan den geschikten Heilige bekomen: S. _Gislebertus_ of _Gilbertus_, Bisschop van Meaux (Naamlijst No. 295). En nu verder nog. De namen _Gijsbrand_ of _Gijsfried_ werden in geene lijsten door mij aangetroffen als nog heden voorkomend. Maar wanneer dit nu eens wél het geval ware, dan zou ik, wijl al evenmin Gisbrandus of Gisfridus bij de Bollandisten vermeld staan, toch slechts den H. Gilbertus als Heilige kunnen aangeven, wijl we vaak niet anders kunnen dan tevreden zijn met een Heiligennaam, die, hoezeer verschillend in bijstam, toch in hoofdstam, om zoo te spreken, van dezelfde familie is. Men zal mij toegeven, dat zulk een naam ver te verkiezen is boven andere, die naar de oude manier op den klank af uit de Grieksche of Latijnsche namen van het Martyrologium werden aangesleept. Niet altijd is het mij gelukt een passenden Heilige aan te geven, wiens naam tot een Germaanschen hoofd- of bijstam terug te brengen is. In zulke gevallen heb ik dan _bij aanpassing_ eenen Heilige opgenoemd, wiens naam naar den vorm voldoende aan den Nederlandschen nabijkomt. Op enkele, slechts 3 plaatsen, heb ik eenen naam geplaatst die in zijn Latijnschen vorm eene vertaling bevat van den Nederlandschen (N. 168, 257, 812), en ja, in 2 gevallen bleek mij geheelonthouding de veiligste weg (N. 244, 247). Met opzet ben ik niet karig geweest in het opnemen van verschillende vormen die aan de bijstammen hun bestaan danken. Doch er zijn bovendien nog andere redenen. Vooreerst toch getuigen deze vormen voor de omwisseling die er zoo vaak tusschen de letters, klinkers zoowel als medeklinkers plaats greep en waardoor a en e, e en i, o en u b en p, d en t, f en v werden omgezet. Men zal zien dat zulke omwisselingen menigmaal van veel beteekenis zijn. Vervolgens durf ik vertrouwen, dat nog wel menig lezer, die oude naamvormen van genoeg taalkundig belang zal achten om er kennis mee te maken. Ten derde bleek mij eene ietwat ruime vermelding dier vormen, ook al staan zij met de Heiligennamen in geen rechtstreeksch verband, toch nog daarom nuttig, wijl er uit blijken kan, dat er van de oudgermaansche _persoons_namen nog vele resten zijn overgebleven in de hedendaagsche _geslachts_namen. Reeds al van zelf werd mijne aandacht op dit feit gevestigd doordien Förstemann aan het eind van zijn werk een "Register neuhochdeutscher Familiennamen" heeft laten volgen. En ik moet bekennen, dat dit "Register" mij menigmaal bij het nazoeken goeden dienst heeft bewezen, in verband met de letterwisseling waarvan zoo even spraak was. B.v. ik had den voornaam _Bamme_ te behandelen. Dien vond ik ook als hedendaagschen Duitschen geslachtsnaam vermeld, doch met verwijzing naar _Pammo_, _Pamo_ als "koseform aus unbestimbaren Quellen" (Zie N. 78). Of, soms trokken Hoogduitsche geslachtsnamen van dat Register toevallig mijne aandacht, als vroeger of thans nog voorkomend in ons eigen land. (Men zie b.v. N. 113, 182, 212, 526). Om deze laatste reden dan werden hier en daar hedendaagsche _geslachts_namen bijgevoegd, nogtans zonder hoegenaamd eenigen toeleg op volledigheid; deze toch zou de Naamlijst al te zeer hebben uitgebreid. Maar de toevoeging bedoelt slechts een opwekken tot aandacht en belangstelling. De lezer trouwens zal gemakkelijk zelf kunnen aanvullen. Doch om hem beter daartoe in staat te stellen worde hier nog het volgende gezegd. Algemeen bekend is, dat tal van familienamen niet anders zijn dan een oude vadersnaam die van het oorspronkelijk aangehechte: _'szoon_ alleen nog maar _son_, _sen_ of de enkele _s_ als tweeden-naamvalsvorm overhield: Janson, Jansen, Jansz, Jans. Minder is het bekend, dat er ook een tweeden-naamvalsvorm op _en_ bestaan heeft, die ook nog hier en daar voortleeft, onder anderen in het zoogenaamde "Strand-hollandsch" onzer zeedorpen, waar men spreekt van _Krynen_ dochter voor _Krijns_ dochter. Het minst algemeen bekend is wel, dat in den oudsten tijd het achtervoegsel _ing_ of _ink_ gediend heeft om het zoonschap aan te duiden. Zoo beteekent dan _Alink_ zoon van Ale, _Bedding_ zoon van Bedde, _Poppink_ zoon van Poppe. "Dit gebruik om patronymika (vadersnamen) met _ing_ "te formen, stierf na 't jaar 1000, ook niet overal in de nederlandsche gewesten gelijktydig uit. Het eerste geschiedde dit by de frankische en friso-frankische volksstammen in de zuidelike en westelike gouen. By de saksische en friesche stammen in het oosten en in het noorden bleef het langer in gebruik. By de Friesen waarschijnlik wel tot in de veertiende eeu." [9] Het zijn daardoor in onze dagen meer bijzonder de friesche en twentsche geslachtsnamen die aan _ing_ of _ink_ kenbaar zijn. Doch, meer algemeen gesproken, zoo iemand thans een familienaam draagt, uitgaande op _s_, op _en_, bijzonderlijk op _ing_ of _ink_, dan heeft hij kans om door vergelijking met de oude persoonsnamen, de germaansche afkomst van zijn geslacht op te voeren tot aan het jaar 1100, want de naamvormen door Förstemann bijeengebracht zijn niet jonger dan de elfde eeuw. Van de zoo geheel eigene tweede-naamvalsvormen der Friesche vadersnamen, uitgaande op _inga_, _ia_, _a_, _ma_, _na_ en _sna_, kan ik zwijgen, wijl zij van zelf kenbaar zijn en ook te groot in aantal om plaats te verkrijgen. Toch hebben de Friesche persoonsnamen, die gelijk reeds vroeger gezegd, meestendeels oud-germaansche zijn, de eigenaardigheid, dat ze met de achtervoegsels _se_, _te_, _le_, _tse_, _ke_ en _tsje_ voorkomen, die wel oorspronkelijk als verkleinvormen (vleinamen) hebben gegolden, thans echter bij de mansnamen die beteekenis niet meer hebben. Het aanhechten dezer achtervoegsels heeft echter aan de Friesche Naamlijst van Winkler zulk een overvloed van vormen verschaft, dat het mij ondoenlijk gebleken is al die vormen voortdurend op te nemen. Het moge daarom volstaan dit te vermelden. Ook zij hier eenmaal voor goed bericht: [10] "de Friesche vrouwennamen zijn in den regel rechtstreeks van de mansnamen afgeleid, door de achtervoeging van verkleinende uitgangen... Het grootste gedeelte der Friesche vrouwennamen bestaat dus eigenlijk uit mansnamen in verkleinvorm, soms in eigenaardigen verkleinvorm." Ook daarvan was het niet mogelijk veel op te nemen en veel minder nog, Heiligen daarvoor aan te geven. Toch heb ik nog verscheidene oud-germaansche vrouwennamen aangetroffen die kunnen worden aangewend. De Naamlijst is alzoo volgenderwijze opgesteld: Voorop staan, in aangedikte letter, de Nederlandsche namen voor welke de Heiligennaam verlangd wordt. Dan volgen, als verklarend gedeelte, de oud-germaansche namen met den hoofdstam in kapitale letter voorop, en in grootere of kleinere verscheidenheid van lezing, naarmate zulks noodig of nuttig is. Deze verscheidenheid is in de oude stukken lang niet gering, wijl ze te wijten is niet slechts aan den volksmond maar ook en vooral aan de Latijnsche vormen welke de namen in de oorkonden en kronieken zoo vaak verkregen. Als uitkomst wordt ten laatste de patroonheilige aangegeven, vaak meer dan een, volgens de Latijnsche spelling der _Bollandisten_ met opgaaf van sterfdag en -jaar, [11] alsook van den vierdag en de bladzijde van hun bekend werk de "_Acta Sanctorum_". Bij de vaderlandsche Heiligen wordt ook verwezen naar "_Neerlands Heiligen_ door Pr. _J. A. F. Kronenburg_". Wijl het te omslachtig en plaatsroovend wezen zou, wanneer in de Naamlijst elke Nederlandsche naam naar zijn letter van het ABC zou moeten voorkomen, wordt elke namengroep van een eigen nommercijfer voorzien, dienstig voor een opzoeken in den algemeenen Naamwijzer, die aan het einde volgt. Raadzaam daarom, het zoeken allereerst te beginnen met het naslaan van dezen Naamwijzer. Hadden de oud-germaansche naamstammen ook hunne beteekenis?--Oorspronkelijk zeker; en daarom volgt ook achteraan nog een lijstje van die stammen, waarover genoemzame zekerheid bestaat. De lezer zal met voldoening kunnen opmerken, hoe nog van een groot aantal de beteekenis overeenstemt met ons hedendaagsch Nederlandsch. Intusschen moeten we toch naar Heintze's [12] waarschuwing, die beteekenissen niet zoo streng opvatten. "Oorspronkelijk", zoo zegt hij, "hebben wel de ouders hun kind den naam gegeven als een wensch, bijv. de knaap moge sterk zijn als een beer: _Berinhard_; spoedig echter verstonden de Germanen zelf niet meer alle namen, en zochten zij vaak voor het kind eenen naam, welke dien der ouders op eenige wijze bevatte, zonder op den zin te letten." Tot hiertoe over de vraag: hoe er bij het _geven_ van den doopnaam overeenstemming kan betracht worden tusschen Vaderland en Kerk. Maar ook bij het _dragen_ van den voornaam, heel het leven door, komen deze beiden met elkaar in aanraking. Hier hebben we te maken met de verschillende omstandigheden en eischen van het leven, zooals daar zijn: inschrijving in doopboek en burgerlijken stand, afkondiging in de kerk, kennisgeving in de leesbladen, en het dagelijksch gebruik in den huiselijken, gezelligen en vriendschappelijken kring. En nu wil het mij altijd voorkomen, dat ten opzichte van dat alles onze Nederlandsche katholieken wel het een en ander te verbeteren, of althans ernstig te overwegen hebben. Al aanstonds moet in het licht gesteld, dat er sedert het laatste paar eeuwen bij ons Nederlanders een eigenaardige gewoonte is ontstaan, waardoor wij eene uitzondering maken op alle natiën om ons heen. Onder de knappe burgerij, vooral de katholieke, wordt, naar het wel lijkt, een Nederlandsche naamvorm als iets minderwaardigs gerekend, of althans niet fatsoenlijk, niet deftig genoeg. Men schijnt zich in te beelden, dat Nederlandsche vormen niet veel meer zijn dan verbasteringen van de Heiligennamen welke we als roomschen leerden kennen uit de deftige levens der Heiligen, uit de Allerheiligen-litanie en de Kalenders. De waarheid is echter deze, dat we in de laatste eeuwen der "deftigheid" de goede vormen hebben verwaarloosd, waarmee ons katholiek voorgeslacht gewoon was Gods lieve Heiligen te noemen. Gevolg is geweest, dat we als Nederlandsche namen niet veel meer dan de afgekorte vormen van het alledaagsche gebruik hebben overgehouden; en deze vinden we natuurlijk "te ordinair". Andere volken echter schamen zich niet hunne vóórnamen, ook bij de meest officiëele gelegenheid, in het gewaad der moedertaal te kleeden, zooals: _Jean_, _Johan_, _John_, _Giovanni_, _Pierre_, _Peter_, _Pietro_, _Jacques_, _Jacob_, _James_, _Giacomo_ enz. Zij staan er zelfs op, in onze kerken afgelezen te worden met hunne eigene Fransche, Duitsche, Engelsche, Italiaansche voornamen. Wij echter meenen maar altijd, dat we, openlijk optredend, eerst dan naar behooren voor den dag komen, als we in het Latijn worden aangediend. En toch hebben we in den taalschat onzer vaderen wel degelijk vaderlandsche namen, die, in goed Nederlandsch, waardige vormen zijn voor de Grieksche of Latijnsche doopnamen. Maar ze zijn helaas, door onverstand in minachting geraakt als waren ook zij slechts verbasteringen van een alleen-fatsoenlijk Latijn, en ze zijn gelijk gesteld met de verkorte, gemeenzame vormen van den alledaagschen omgang. Zoo werden dan door het Latijn de van ouds geijkte Nederlandsche vormen verdrongen; want we hebben ze toch in vroegere eeuwen wel echt bezeten de namen, die geheel volgens het Nederlandsche taaleigen, op waardige wijze de strikt kerkelijke namen vervingen. Petrus was _Pieter_, Paulus _Pauwels_, Christophorus _Kristoffel_, Elisabeth _Liesebet_ of _Liesbet_, Martinus _Maarten_. En menige oud-vaderlandsche naam, die door den Latijnschen vorm der kroniekschrijvers zijne zuiverheid verloren had, droeg in de moedertaal veel ongerepter zijn afkomst en beteekenis ten toon. _Volkert_ is zuiverder dan _Volquerus_, _Koenraad_ dan _Conradus_, _Rombout_ dan _Romualdus_ enz. Wat vrouwennamen aangaat veranderde onze middeleeuwsche taal geregeld de _a_ van het Latijn in de Nederlandsche _e_, gelijk ons dat door verscheidene nog heden bestaande plaatsnamen vertoond wordt, zooals: S. _Anne ter Muiden_, S. _Annenburg_, [13] _Den Annenburg_, _Geertruidenberg_, _Mariënboom_, _Mariënbosch_, _Mariëndaal_. Zoo sprak en schreef men toen Ste _Aagte_, Ste _Christiene_, Ste _Margriete_, S. _Agnieten-convent_ enz. En gelijk de oud-germaansche _persoons_namen thans nog voortleven in de hoog- en nederduitsche _geslachts_namen, volgens hetgeen reeds boven besproken is: zoo staan de middeleeuwsche, goed-nederlandsche vormen nog te lezen in de hedendaagsche geslachten als _Evertsen_, _Gijsberts_, _Jaspers_, _Leenderts_, _Martens_, _Roelofs_, _Rombouts_ enz., evenzoo in de plaatsnamen, en voor het overige natuurlijk in de oorkonden onzer geschiedenis. De strekking derhalve mijner nieuwe Naamlijst is ook deze: het gebruik van die goede en waardige vaderlandsche namen te bevorderen, en wel ten eerste als _doopnamen_. Dit wil zeggen, dat het niet langer ongepast worde gerekend, aan den pastoor of den doopenden priester den naam op te geven in de moedertaal. Zulks heeft ook nog dit voordeel, dat er dan in overleg met hem kan bepaald worden, welke naam, in den _vaderlandschen_ vorm zal worden ingeschreven bij den _burgerlijken stand_. Het doopboek, waarvan de officiëele vorm het Latijn is, neemt natuurlijk den kerkelijk-Latijnschen naam op, die trouwens bij de toediening van het H. Sacrament wordt aangewend; [14] doch de Nederlandsche vorm worde er, zoo noodig, met een enkel woord naast gezet. Dit overleg zal moeilijkheid en last voorkomen, welke anders nog wel eens later plegen te ontstaan door schuld van slordige aangevers of letterziftende beambten. Ook acht ik aangifte van den Nederlandschen naam bij den burgerlijken stand ten zeerste nuttig om bij de on-katholieke beambten de meening uit te roeien, alsof wij Roomschen met onze Latijnsche Heiligennamen maar halve Nederlanders zouden zijn. De waarheid toch is, dat juist wij katholieken "de oudste brieven hebben", omdat wij met de stukken bewijzen kunnen dat ons middeleeuwsch voorgeslacht gewoon was, de Heiligen met allen eerbied te noemen en aan te spreken als St. _Jan_, St. _Pieter_, Ste _Aagte_, St. _Laurens_, St. _Baaf_, Ste _Liesebet_ enz. En waarom dan toch zou dit thans ongepast moeten heeten? Ook moge hier tevens een goed woord gesproken worden tot aanbeveling der namen van onze vaderlandsche Heiligen, mannen en vrouwen die op onzen grond, geleefd, gestreden en geleden hebben. Daarom zal men in achterstaande Naamlijst die namen bijzonderlijk herdacht vinden zoo voor Zuid- als voor Noord-Nederland. Vervolgens zijn er ook _afkondigingen van onze namen in de kerken_ te doen. Dit is, het moet bekend, een teer punt. Maar vooreerst dient in het oog gehouden, dat we begonnen zijn met onderscheid te maken tusschen waardige Nederlandsche vormen en de afgekorte, gemeenzame van het dagelijksch verkeer. Vervolgens komt vaak in aanmerking het onderscheid van plaats, stand en geslacht. Doch wanneer het gelukken mocht, een algemeen gebruik van den Nederlandschen naam in den eenvoudig netten vorm in te voeren, in der maniere zooals het in den vreemde gebruikelijk is; wanneer dus de deftigheid van het Latijn zou worden aan kant gezet, dan juist zou op de eenvoudigste wijze een eind komen aan den last, welken de gevoeligheden, grillen en aanmatiging van sommigen aan de parochiepastoors bereiden kunnen. In de groote steden weliswaar komt dit niet zoo licht voor, omdat aldaar, naar ik vermeen, als regel gehouden wordt: alle namen Latijn. Doch, al is dit nu gemakkelijk: het is voor het volk niet altijd naar behooren verstaanbaar en begrijpelijk; en het brengt het bezwaar mede dat daardoor de dwaze uitzondering die we in de wereld maken nog altijd meer bestendigd wordt. In de kleine steden echter en ten platten lande--bij eenvoudiger zeden en algemeener bekendheid der personen maar ook bekrompener opvatting--doet het verschil van stand met zijne aanspraken zich te gemakkelijker gelden. Doch ook daar juist behoort opgekomen te worden tegen het evenzeer dwaze als onvaderlandsche dwaalbegrip, alsof de namen der eigene moedertaal goed genoeg zouden zijn voor boerenknecht en daglooner maar te onfatsoenlijk en te gemeen voor den gezeten boer of burger. En bovendien, goed begrepen, klinkt het ten platten lande zelfs heel niet aardig wanneer een goed bekende Dirk, Frans of Toon tot een witgedasten Theodorus, Franciscus of Antonius worden opgeschikt. We komen tot de _aankondigingen in de dagbladen_ bij overlijden enz. Daarbij plegen wij, hetzij dan juist niet opzettelijk, voor onze katholiciteit te getuigen door onze Heiligennamen in het Latijn te schrijven. En ik vrees dan ook al de opwerping te hooren: "Met Nederlandsche namen te onderteekenen staat zoo gereformeerd." Daar is inderdaad iets van aan, doch juist door eigen schuld. Maar zoo pas heb ik al met een enkel woord besproken wat er om onze schuwheid voor vaderlandsche vormen tegen ons opgeworpen wordt, als waren we geen echte vaderlanders. Derhalve komt het mij voor, dat er in dit geval meer reden bestaat om te getuigen voor onze vaderlandsliefde dan voor ons Roomsch geloof. Waarlijk men kan den ijver om als katholiek op te treden gerust voor betere gelegenheden bewaren. Immers, als we in _katholieke_ bladen onze kennisgevingen plaatsen, dan getuigt dit alleen reeds dat we Roomsch zijn. _Onkatholieke_ bladen met advertentiën te begunstigen en te steunen komt eigenlijk heel niet te pas. Intusschen begint er eene betere richting op te komen, die van de vormelijkheid der Latijnsche namen gaat afwijken, niet zoozeer in de namen der personen die als overleden enz. worden aangekondigd, maar in de vóórnamen der familieleden die onderteekenen, en die daarbij het gebruik aannemen om hun eigenlijken doopnaam voluit te schrijven. Dit kan niet anders dan navolgenswaard genoemd worden. Vooreerst geschiedt daardoor te meer hulde aan den Patroonheilige; en vervolgens klinkt het veel vriendelijker en hartelijker dan met de simpele en saaie beginletters alleen. Doch, in het voorbijgaan gezegd, dan moest men ook tevens de vóórletters der overige namen maar inhouden; immers het schrijven van bijv. Herman J. L. H. of van Frans C. J. W. enz. maakt maar een erg peuterigen indruk. Bovendien zou het in onzen tijd, die door het groot aantal van opkomende instellingen en vereenigingen, waarlijk van beginletters ál te breed haar deel krijgt, een winst zijn als er in het opsommen van vóórnaamletters wat opruiming plaats vond. En tegelijk moge hier nog gevraagd worden, of het ook niet in handel en bedrijf aanbeveling verdienen zou, dat bij aankondiging en onderteekening doorgaans niet meer dan één voornaam, maar dan voluit, geschreven werd? Nu is mij echter juist uit die met vollen voornaam onderteekende advertentiën gebleken, dat men onder ons jammerlijk weinig er aan denkt om die persoonsnamen in het _Nederlandsch_ te schrijven. Latijn, Fransch, Duitsch, Engelsch, alles warrelt in die onderteekeningen echt wereldburgerlijk door elkaar, en de moedertaal komt er op droeve wijze veel bij te kort. [15] Ik begrijp, dat in familiën met buitenlandsche verwanten de vreemden in hun eigen taal optreden. Dat zij dit doen strekt hun tot eer, maar moest dan ook juist ons ten voorbeeld zijn. Wie echter een weinig acht wil geven op de advertentiën der dagbladen zal telkens familiën aantreffen, bij welke van buitenlandsch bloed geen spoor te bekennen is, en die toch met hare doopnamen modezuchtig in het Fransch of Engelsch voor den dag komen. Nu zal ik hier niet komen vorderen dat de stadsmenschen zich bij hunne kennisgevingen als Aagtjen, Betjen of Kaatjen zullen aandienen. Wanneer men op de "teekenen des tijds" wil letten, kan men gemakkelijk begrijpen, dat persoonsnamen die met diminutieven d. i. verkleiningsuitgangen gevormd worden, bij veel vrouwen uit den booze zijn; maar daarom heeft ook de nieuwe Naamlijst de bedoeling, aan te geven, op wat wijze de Latijnsche doopnamen naar den eisch van staat en stand in beschaafd Nederlandsch kunnen worden weergegeven. Onze katholieke voorouders hebben dat in de middeleeuwen vaak niet ongeschikt uitgevoerd als zij den Latijnschen naam een weinig naar den eisch der moedertaal wijzigden en bijv. _Aagte_ zeiden en schreven voor _Agatha_, _Barbele_ voor _Barbara_, _Baarte_ of _Berte_ voor _Bertha_, _Geertruide_ voor _Gertrudis_ enz. En zoo zijn er ook thans nog namen genoeg, die in den vaderlandschen vorm toch waardig en deftig genoeg klinken om bij den burgelijken stand, bij afkondigingen en aankondigingen heel niet "ordinair" te heeten en met eere gedragen te worden. Ziehier eene kleine opsomming: Adriaan, Aagte, Agniete, Albert, Ambroos, Andries, Antoon, Antonie, Bernard, Barend, Bastiaan, Boudewijn, Catriene, Cornelis, Diederik, Ernst, Evert, Ferdinand, Fernand, Filips, Frank, Frans, Frederik, Frits, Geerte, Geertruide, Gijsbert, Godfried, Govert, Herman, Huibert, Jacob, Jan, Jasper, Jeroen, Joost, Karel, Kasper, Koenraad, Laurens, Leendert, Lidwiene, Liesbet, Lodewijk, Maarten, Machtelt, Maurits, Max, Meindert, Pauwels, Roelof, Rombout, Sanne, Steven, Volkert, Winand, Wilbert, Willem, Wouter. Beginnen we maar vrij en kloek dergelijke namen te gebruiken, dan zal spoedig de onredelijke noot van "te ordinair" ervan afraken. Mij dunkt ook dat de groote namen onzer vaderlandsche geschiedenis toch waarlijk aanzien en voornaamheid genoeg bijzetten aan _Arnoud_ en _Diederik_, aan _Floris_ en _Karel_, aan _Maurits_, _Frederik_, _Hendrik_ en _Willem_, zooals we onze graven en vorsten nog altijd met eere noemen. En dan zullen we misschien ook nog aanleeren liever _Wilhelmiene_, of waarom zelfs niet _Willemiene_ en _Juliane_, te schrijven en te zeggen dan het toch altijd wat gemaakt-deftig Wilhelmina en Juliana. Een eeresaluut moet hier gebracht aan de Friezen, die in het openlijk voeren van den oudvaderlijken naam en zelfs in het gemoedelijk bezigen der verkleiningsvormen heel wat flinker en vrijer zijn dan wij. "Deze zoogenaamde vleivormen der namen zijn bij geen enkel Germaansch volk zoo veelvuldig, zoo algemeen in gebruik als bij de Friezen, ja hebben zelfs bij hen volle recht verkregen als geijkte namen, zoo bij de doopvont als in de registers van den burgerlijken stand." [16] Doch ook buiten Friesland behoort aan die vleivormen en afkortingen beter recht toe te komen dan gewoonlijk het geval is, ik bedoel _in het huiselijk, gezellig en vriendschappelijk verkeer_. Voorop echter moet gewaarschuwd, dat er degelijk onderscheid is te maken tusschen echte en welbekende vleivormen en willekeurige verminkingen, die menigmaal geen anderen oorsprong hebben dan den stamelenden mond der kleinen. Reeds in 1657 werd er geklaagd: [17] "Er is geen eind aan het afknotten, verminken en veranderen der namen, zooals iedereen dat naar willekeur doet. En wat de kinderen stamelend voor den dag brengen, dat herhalen de kindermeiden en ten laatste raken allen eraan gewend." Men zal gereedelijk begrijpen, dat er in de Naamlijst voor al zulke wanvormen geen plaats is, maar daarom ook nog veel minder voor de hedendaagsche modezuchtige namen, die naar vreemde talen, en het Engelsch in het bijzonder, of misschien ook het Maleisch, gemaakt en dwaselijk gedragen worden. Al die spitse en bitse naampjes op y en ie uitgaande (ik gaf er al een lijstje van [18]) hebben toch waarlijk iets onbenulligs en stumperigs dat te zeer aan de kinderkamer herinnert. Dáár mogen ze blijven! Hoort toch dat gestamel eens aan! Addy Kitty Aly Leni Amy Lizzy Annie Lotty Betsy Maddy Carry Madzy Conny Minny Corry Molly Dolly Nelly Dorry Pommy Edi Rossy Eddy Sitty Emmy Soezie Fanny Teddy Ferry Tilly Florry Toetie Henny Tommy Hetty Wally Jenny Willy Jettie Wimmy Voor het overige moet natuurlijk aan een ieder vrijheid blijven voor de wijze waarop hij in het dagelijksch verkeer eenen doopnaam wille vereenvoudigen, bekorten, samentrekken, vloeiend en vleiend maken. Men kan hier zeggen: maak het zooals ge wilt; doch ééne voorwaarde moet gesteld blijven, dat alles geschiede naar den aard der vaderlandsche taal. Uit den aard der zaak echter kan ook aan deze vormen geen plaats worden ingeruimd in de achterstaande Naamlijst. Ook past hier nog een bijzonder woord tegen alzulke afkortingen die nergens anders in bestaan dan in het half doorsnijden van een Latijnschen naam met behoud van Latijnsche spelling, zooals: _Dorus_, _Janus_, _Kobus_, _Manus_, _Theo_. Dit zijn wanspellingen die aan het Latijn evenzeer als aan het Nederlandsch op dwaze wijze te kort doen. Boven is reeds gesproken over de verkleinende achtervoegsels die bij de Friezen in veelvuldig gebruik zijn, en die trouwens ook al in de oudgermaansche namen zijn na te wijzen. Ook de hedendaagsche, zoogenaamd Romaansche talen hebben met ons het vermogen om kinderen- en vrouwennamen aanvallig te maken door een verkleiningsuitgang. De Franschen b.v. hebben _on_, _ine_ en _ette_; de Italianen: _ino_ en _ina_, _ello_ en _ella_, _etto_ en _etta_. En wij hebben, (van Friesland niet gesproken) nog maar alleen _je_ (oorspronkelijk _jen_, _gen _ en _ken_), waarnaast de Duitschers _chen_. Nu moge gerustelijk onze verkleiningsuitgang bij velen niet meer in de gunst staan: ik durf toch zoo vrij zijn, dat innig te betreuren als eene verarming der moedertaal en wezenlijke schade aan klank en welluidendheid. En aangezien nu het gebruik van _jen_ en _ken_ nog altijd in een aanmerkelijk deel van ons vaderland is blijven bestaan, namelijk in het Geldersch, Overijselsch en Drentsch dialect en als _ien_ nog in het Groningsch: [19] zoo verdient de volkomene vorm daarvan wel degelijk nog in eer gehouden te worden. Reden waarom ik dien in de Naamlijst overal gebruiken zal. Nog behoort hier eene algemeene opmerking plaats te vinden, om teleurstelling te voorkomen bij vele lezeressen die hare H.H. patronessen zullen zoeken onder de -_dina_'s, -_mina_'s, -_sina_'s en -_stina_'s. Ook deze naamvormen hebben naar mijne bevinding oud-germaanschen oorsprong en werden gewis sinds eeuwen gedragen, doch in den vorm ongeveer waarin ze onder ons voortbestaan als _Dientjen_, _Mientjen_, _Sientjen_ en _Stientjen_. Zóó gingen ze oorspronkelijk in eenvoudige volksdracht gekleed; maar ze werden in de laatste tijden naar Fransche mode opgesierd als juffers die eerst aan den uitheemschen vleivorm op _ine_, welke aan een mansnaam werd aangehangen, haar fatsoen mochten danken. Vandaar onder ons een bedenkelijk aantal _Arnoldines_, _Gerardines_, _Albertines_, _Wilhelmines_, _Clasines_, _Ernestines_ enz. enz., die onder de Heiligen niet te vinden zijn. Geschikte patronessen nu zal men aantreffen onder de Nrs. 149, 546, 711, 736 en 866. Natuurlijk mogen in de nieuwe Naamlijst ook de eenvoudige vormen niet ontbreken, welke door onze eerzame landbouwers- en handwerkersstanden gelukkig nog zonder schroom gedragen worden. Namen als: _Aart_, _Fop_, _Jaap_, _Klaas_, _Krijn_, _Leen_, _Thijs_ enz. getuigen voor eenvoud van zeden, zij spreken van opene trouwhartigheid; en, kort en krachtig als ze zijn, verzinlijken ze niet ongeschikt den stevigen grondslag die landman en werkman altijd voor de maatschappij zijn, en blijven zullen. Zoo moge dan de Naamlijst, behalve den dienst, dien zij, naar ik verhoop, bewijzen kan voor eene juiste keuze en gepaste toekenning van den Heiligennaam, tevens opwekking geven tot nadenken, en vooral tot het begrip, dat een katholiek vaderlander zorg behoort te hebben om, naar den eisch van plaats, stand en geslacht, zijn doopnaam te dragen in beschaafd _Nederlandsch_, van vreemde smetten vrij. Aan het eind van deze Inleiding mag ik niet nalaten mijnen innigsten dank te betuigen aan de Zeer Eerw. Heeren der Geestelijkheid die mij bij dezen arbeid zeer welwillend hulp hebben verleend door aangifte van gewestelijke vormen der vaderlandsche namen uit Friesland, Zeeland, Breda, Noord-Brabant, Twente en Limburg, namelijk: Rector J. van den Dries (Amsterdam), Kapelaan J. H. Laane (Breda), Rector Alf. Meijer (Oostrum), Pastoor J. H. Scholten (De Steeg). Bij dezen echter moeten meer bijzonder vermeld worden Kapelaan W. F. A. Overmeer (Zeddam) die, Fries van geboorte, zich voor de namen zijner moedertaal bijzonder beijverd heeft, en Rector J. van der Ven (Groesbeek) die bovendien door een openlijk uitspreken van zijn verlangen naar eene nieuwe Naamlijst, [20] mij aansporing gaf tot het doorzetten van eenen arbeid, die, vóór verscheidene jaren aangevat, sedert door omstandigheden onderbroken werd, doch thans in deze uitgave aan geestelijken en leeken bescheidenlijk wordt aangeboden. Overveen "Duinrust." S. Aagtendag 1914. J. J. GRAAF. NAAMLIJST A _Aagjen, Eegje, Eke._ AG: Agia, Agga, Aga, Eecha, Egizza, Egiburga. _S. Agia_ 7e eeuw, Wed. te Orleans. B. 1 Sept. I, 266. [1 _Aagte, Aagtjen, Aagt._ _S. Agatha_ 251, M. en Ma. in Sicilië. B. 5 Feb. I, 595. [2 _Aal (m.) Alo, Alle, Alewijn, Aalse._ ALA: Alo, Allo, Alako, Allowin. _S. Alloynus_ = _S. Bavo_ omstr. 657. B. 1 Oct. I, 199. Gesln. Alwin, Alewijn, Halewijn. [3 _Aaldrik, Aldrik, Alderk._ ATHAL: Adalric, Adalrad. _S. Aldricus_ 856, B. v. Le Mans. B. 7 Jan. I, 387. Gesln. Aaldriks. [4 _Aalmoed._ ATHAL: Adalmod, Adalmuat, Adalmut, Almoth. _S. Almedha_ 6e eeuw, M. en Ma. in Wales. B. 1 Aug. I, 70. [5 _Aalt, Alte._ ATHAL: Athalbald, Adalwald. _S. Adalbaldus_ omstr. 645, Hertog te Douay. B. 2 Febr. I, 295. [6 _Aaltruide._ ATHAL: Adaldrud, Adaltrut, Altrudis. _S. Adeltrudis_ 7e eeuw, M. te Gent. B. 19 Mrt. III, 34. [7 _Aam, Aamke (m.), Amele, Amse._ AM: Amo, Amico, Emico. _S. Amo_ 4e eeuw, B. v. Toul. B. 23 Oct. X, 48. _S. Amicus_ 8e eeuw, Ma. te Mortara. B. 12 Oct. VI, 124. [8 _Aamke (vr.), Eemke._ AM: Ama, Amica, Emmika, Emmiga. _S. Ama_ 6e eeuw, M. te Joinville. B. 24 Sept. VI, 691. [9 _Aan, Anne, Aanke, Aanse, Ene, Een, Eenke._ AN: Anno, Annico, Enno, Eniko, Enneco. _S. Anno_ 1075, AB. v. Keulen. B. 4 Dec. [10 _Aanke, Eenskje._ AN: Anna, Enna, Ennika, Enike. Thans naar _S. Anna_, Moeder v. O. L. Vrouw. [11 _Aant._ AND: Ando, Anthelm. _S. Anthelmus_ 1178, B. v. Belley. B. 26 Juni VII, 226. [12 _Aart._ HARDU: Ardo, Herto, Harduwich, Hartwic, Hardwin, Arduin. _S. Hartwicus_ 11e eeuw, AB. v. Salzburg. B. 14 Juni VI, 127. _S. Arduinus_ 7e eeuw, Bel. te Caprani. B. 25 Oct. XI, 650. [13 _Aartjen, Aarland._ HARJA: Aria, Hariberta, Hartrudis, Hariland, Harlindis. _S. Herlindis_ 8e eeuw, Abd. in België. B. 22 Mrt. III, 385. [14 _Abe, Abbe, Abke._ ABA: Abo, Abbo, Appo. _S. Abbo_ 8e eeuw, B. v. Metz. B. 5 Apr. II, 388. [15 _Abel, Abele, Apele._ ABA: Abo, Abilo, Ablebert, Abolin, Appulin. _S. Abel_ 760, Abt. v. Lobbes in Henegouwen. B. 5 Aug. II, 111. _S. Ablebertus_ omstreeks 640, B. v. Kamerijk. B. 15 Jan. I, 1017. [16 _Ade (m.), Ate, Aat, Addik, Atse, Atser._ ATHA: Atte, Atti, Atto, Addic. _S. Ado_ 875, AB. v. Vienne in Frankrijk. B. 16 Dec. Gesln. Aats, Addiks. [17 _Ade (vr.), Aatje, Aatske._ Uit den verwanten stam ATHAR: Adarhilt, Adrehildis. _S. Adrachildis_, (ook als _Ada_ voorkomend) Abd. te Le Mans in Frankrijk. B. 4 Dec. [18 _Adelaart, Adelaar, Aaldert, Allard, Allert, Edelhard, Eldert, Ellart, Adel, Aal._ ATHAL: Adalhard, Edelhart, Adalhar, Aethelhere. _S. Adelardus_ 827, Abt van Corbei. B. 2 Jan. I, 95. _S. Adalarius_ 755, Pr. Ma. met S. Bonifatius. B. 5 Jun. I, 452, Kr. III, 103. Gesln. Adelaar, Aalders. [19 _Adelbert, Albert._ ATHAL: Athalbraht, Athelberht, Aethelbert, Albreht, Albert, Alpert. _S. Adalbertus_ 740, Diaken te Egmond. B. 25 Juni V, 94. Kr. II, 126. Gesln. Alberdingk. [20 _Adele, [21] Adel, Aaltjen, Aalk, Adelken, Alandsje._ ATHAL: Athala, Adela, Adila, Adalland, Aalant. Zal. _Adela_ 693 in België. B. 23 Nov. _S. Adilia_ omstr. 650, Non in Brabant. B. 30 Juni V, 587. [21 _Adelheid, Aleide, Aleit, Aaltjen, Eeltjen, Leisjen._ ATHAL: Adalhaid, Adelheidis, Adelheit, Adelais, Ethelheid. _S. Aleydis_ 13e eeuw, Cisterc. non te Schaerbeek. B. 11 Juni II, 476. _S. Adelheidis_ omstreeks 1011, Abd. te Willick. B. 5 Feb. I, 713. "Alida" is geheel af te keuren, als noch Latijn noch Nederlandsch. [22 _Adolf, Alof, Alef, Dolf._ ATHA: Athavulf, Athuolf, Adulf, Hadulphus. _S. Hathewulfus_ 755, Ma. met S. Bonifatius. B. 5 Juni I, 452. _S. Adolfus_ 1222, B. v. Osnabrück. B. 11 Feb. II, 571. Gesln. Alofs, Alefs, Alfs. [23 _Adriaan, Ariaan, Arjen, Arie, Aart, Aai._ HARJA: Hari, Herio, Ario, vr. Aria, Herin, Airin. Thans naar _S. Adrianus_ omstr. 306, Ma. in Nicomedië. B. 8 Sept. III, 309. _S. Adrianus_ van Hilvarenbeek 1572, Ma. v. Gorc. B. 9 Juli II, 736. (Vrouw.) _Ariane, Adriaantjen, Jaantjen._ [24 _Age, Aje, Aai, Akke, Eage, Ege._ AG: Ago, Agio, Agi, Aius, Ayo, Eio, Acca, Acco, Eggo, Egio, Agarich. _S. Agericus_ 7e eeuw, Abt te Tours. B. 11 Apr. II, 30. _S. Acca_ 8e eeuw, B. in Eng. vaderl. geloofspred. B. 20 Oct. VIII, 965. [25 _Agnies, Agniese, Agniesjen, Agniete, Agnete, Neese, Neesken, Niesjen, Niese, Niet._ _S. Agnes_ 305, Ma. te Rome. B. 21 Jan. II, 350. [26 _Aye, Ayke._ AG: Agia, Aga, Aia, Aie. _S. Aya_ 7e eeuw, Grav. v. Henegouwen. B. 18 Apr. II, 579. [27 _Ayold, Aeiold._ AG: Ayo, Agiovald, Aggiold, Agiulf, Aiulf. _S. Aiulfus_ 850, AB. v. Bourges. B. 22 Mei V. 175. [28 _Aike, Aico._ AIG: Aigo, Aiko, Eicco, Aigulf, Eigolf. _S. Aigulfus_ 7e eeuw, Ma. te Caprasia. B. 3 Sept. III, 728. [29 _Ailbert, Aile._ ALJA: Aliapert, Alibert, Aliprand, Alifrid. Eerbw. _Ailbert_ 1122, Pr. Stichter van Rolduc. B. 19 Sept. VI, 5b (Inter praeterm), Kr. VIII, 31. [30 _Aland, Eland._ ATHAL: Athalbert, Edalbold, Adalhard, Adalhelm, Adalland. _S. Adalbertus_ 740, Diak. te Egmond. B. 25 Juni V, 94. _S. Adelardus_ 827, Abt v. Corbie. B. 2 Jan. I, 95. [31 _Albert._ ATHAL: Athalbraht, Athalbert, Alprecht, Albert. _S. Albertus_ 12e eeuw, B. v. Luik, Ma. te Reims. B. 21 Nov. _S. Albertus_ 8e eeuw, Graaf v. Oostervant. B. 22 Apr. III, 74. [32 _Albrik, Alfrik._ ALFI: Albirich, Albrich, Elberich, Albericcus, Alferik. _S. Albricus_ omstr. 784, B. v. Utrecht. B. 14 Nov. Kr. IV, 158. [33 _Ale, Alke, Alker, Aalse._ ALHI: Alacus, Alacho, Alahfrid, Alahker, Alhwin, Alcwin. _S. Alcuinus_ 9e eeuw, Mon. en Diak. in Gallië. B. 19 Mei, IV, 333. [34 _Alexis._ _S. Alexius_ 5e eeuw, Bel. te Rome. B. 17 Juli IV, 238. [35 _Alfert, Alfer._ ALFI: Alpho, Alfhard, Albefret, Alfrid, Alfher. _S. Alfardus_ omstr. 1055, Ma. in Zweden. B. 15 Feb. II, 851. Gesln. Alferink. [36 _Alfons._ ATHAL: Adalfuns, Aldephons, Alfunsus. _S. Alfonsus_ 10e eeuw, B. v. Astorga. B. 26 Jan. II, 366. _S. Alfonsus de Ligorio_ 1787, B. v. S. Agatha. B. 2. Aug. [37 _Alfred, Alfert._ ALDA: Aldofrid, Aldefred, Altfred, Olfred. _S. Altfridus_ 875, B. v. Hildesheim. B. 15 Aug. III, 210. [38 _Alger, Alker, Adger._ ATHAL: Adalgar, Adalcar, Athalgis, Adelgis. _S. Adelgisus_ 9e eeuw, B. v. Novara. B. 7 Oct. III, 943. [39 _Allegonde, Alkje, Gonde._ ALDA: Aldagondis, Aldegundis, Altigund. _S. Aldegundis_ omstr. 989, M. te Maubeuge. 30 Jan. II, 1034. _S. Aldegundis_ 7e eeuw, Ma. bij Gent. B. 20 Juni V, 25. [40 _Alman._ ATHAL: Athalbert, Adalman, Alman. _S. Adalbertus_ 740, Diaken te Egmond. B. 25 Juni V, 94. [41 _Almer._ ALA: Alamar, Almar. _S. Almarus_ 6e eeuw, Ma. te Chartres. B. 16 Mei III, 595. [42 _Aloys, Alowies, Lowies, Wies._ _S. Aloysius_ 1591, Bel. B. 21 Juni IV, 847. Aloysius is een verlatiniseerd Italiaansch Aluigi = Ludovicus, ons Lodewijk. [43 _Amel (m.), Amele, Amelis, Ameldonk._ AMAL: Amalo, Amolo, Amilius, Amelius, Amalung, Amalunc, Amalong. _S. Amelius_ 8e eeuw, Ma. in Tirol. B. 12 Oct. VI, 124. Gesln. Amelung. [44 _Amel (vr.), Amelke._ AMAL: Amalia, Amila, Amalaberga, Amaltrudis. _S. Amelberga_ 10e eeuw, Abd. te Susteren. B. 21 Nov. Kr. V, 114. _S. Amalberga_ omstr. 690, Wed. te Lobbes in België. B. 10 Juli III, 63. [45 _Andele, Andel._ AND: Ando, Andolenus, Andobald, Antipert. _S. Andeolus_ 208, Subdiak. Ma. te Vivarais. B. 1 Mei, I, 35. _S. Andoletus_ 8e eeuw. Ma. met S. Lambertus te Luik. B. 17 Sept. V. 518. [46 _Andries, Dries._ AND: Andahar, Anteres, Andarich, Andricus, Antrich. Thans naar _S. Andreas_ Ap. 30 Nov. _S. Andreas_ 7e eeuw, Abt v. S. Amand. B. 6 Feb. I, 903. _S. Andreas Wouters_ 1572, Ma. v. Gorc. B. 9 Juli II, 736. Gesln. Anders. [47 _Anne (m.), Anse, Anske._ AN: Anno, Enno, Annico. _S. Anno_ 1075, AB. v. Keulen. B. 4 Dec. Gesln. Annink. [48 _Anne (vr.), Antjen, Anneken, Annigje, Aant, Naatjen._ AN: Anna, Ana, Enna, Ennika, Anahildis. _S. Anna_, Moeder v. O. L. Vrouw, 26 Juli. [49 _Anneka,_ saamgetrokken uit _Anna_ en _Catharina_, doch niet onwaarschijnlijk in zijn geheel oorspronkelijk uit den stam AN: Anna, Ana, Enna, Ennika, Enca. [50 _Anselm, Ansem._ ANSI: Ansehelm, Anshelm. _S. Anselmus_ 1109, AB. v. Cantelberg. B. 21 Apr. II, 865. Gesln. Ansems. [51 _Ansfried._ ANSI: Anso, Ansbald, Ansifrid. _S. Ansfridus_ 1010, B. v. Utrecht. B. 3 Mei, I, 428. Kr. V, 129. [52 _Ansgar, Ansger, Oscar._ ANSI: Ansger, Ansker, Asger, Osger, Ansigar, Ansgar, Anskar, Osegar. _S. Anscharius_ 865, B. v. Hamburg en Bremen. B. 3 Feb. I, 391. [53 _Anskje, Ansje._ ANSI: Ansberga, Ansigildis, Ansoaldis. _S. Ansoaldis_ 7e eeuw, M. te Maubeuge. B. 24 Aug. IV, 742 c (Inter praeterm.). [54 _Anthelm, And._ AND: Ando, Andobald, Anthelm. _S. Anthelmus_ 12e eeuw, B. v. Belley. B. 26 Juni, VII, 226, [55 _Antoon, Antonie, Tone, Toon, Teunis, Teune._ _S. Antonius_ 356, Kluiz. B. 17 Jan. II, 107. _S. Antonius_ v. Padua 1231. B. 13 Jan. II, 703. _S. Antonius_ v. Weert en _S. Antonius_ v. Hoornaer 1572. Ma. v. Gorc. B. 9 Juli II, 736. Kr. IX, 15. [56 _Aontjan = Arend-Jan_ (in Twente) doch oorspronkelijk wel uit den stam AND, waaronder Förstemann vermeldt: Antegan als vermoedelijk gelijk aan Antdegan. [57 _Appe, Apple, Aploon._ ABA: Abili, Appili, Abilo, Abbilin, Abolin, Appulin. _S. Appolonius_ 2e eeuw, B. v. Brixen. B. 7 Juli, II, 453. [58 _Aris._ ARA: Aragis, Arigis, Arecis, Arahad, Ared. _S. Arigius_ of _Aredius_ 7e eeuw, AB. v. Lyon. B. 10 Aug. II, 543. [59 _Arnold, Arnoud, Arent, Aarn, Aart._ ARIN: Arnoald, Arnald, Harnold. _S. Arnoaldus_ of _Arnoldus_ 607, B. v. Metz. B. 9 Oct. IV, 1008. _S. Arnoldus_ 9e eeuw, Bel. te Arnswiler. B. 18 Juli IV, 447. Eerbiedw. _Arnoud_ 993, Graaf v. Holland. B. 18 Sept. V, 759b (Inter praeterm.). Kr. VIII, 3. Gesln. Aarnink. [60 _Arnulf, Arnolf._ ARIN: Arenulph, Harnulf, Arnolf. _S. Arnulfus_ 1087, B. v. Soissons. B. 15 Aug. III, 221. [61 _Asinga, Asing, Asigo, Asge._ ANSI: Anso, Asi, Ansich, Asico, Ansbald, Ansobert, Ansifrid, Asman, Osman. _S. Ansbertus_ 698, AB. v. Rouaen. B. 9 Febr. II, 342. Gesln. Asmans. [62 _Askje, Asseltsje._ ASCA: Ascila, Ascelina. _S. Ascelina_ 12e eeuw, Cisterc. non in Champagne. B. 23 Aug. IV, 650. [63 _Asweer, Aswerus, Asse._ ANSI: Ansverus, Asuarus, Asuerus, Aswer, Ansuard, Asuward. _S. Ansuerus_ 1066, Ma. te Ratzeburg. B. 15 Juli, IV, 97. [64 _Auke._ AUGA: Augo, Augram, Auguart, Auculf. _S. Augebertus_ 690, Kluiz. bij Atrecht. B. 21 Nov. [65 _Aukje._ AUGA: Augis, Augoflada. Uit den stam AG: _S. Agia_, Ma. te Apt in Frankrijk. B. 14 Mei, III, 285. [66 _Aute, Autger, Auwel, Auwe._ AUDA: Audo, Auto, Aadogar, Audilo, Audobald, Audobert, Autbodo, Audovald, _S. Autbertus_ 965, B. v. Kamerijk. B. 13 Dec. _S. Autbodus_ 690, Kluiz. bij Atrecht. B. 21 Nov. [67 _Ave, Aafjen, Aafkje, Aaft, Eefjen, Eefke._ AIVA: Aeva, Evike, Eveza. _S. Ava_ 9e eeuw. B. 29 Apr. III, 628. [68 B _Baaltsje, Baalke._ BALDA: Palda, Baldetrudis. _S. Balda_ ?, Abd. v. Jouarre. B. 9 Dec. [69 _Baard, Barde, Baarte, Bartelt, Bartel, Bart._ BARDA: Bardo, Pardo, Barda, Barto, Bardilo, Bartholf. _S. Bardo_ 1053, AB. v. Mainz. B. 10 Juni, II, 299. Thans naar _S. Bartholomeus_, Ap. Gesln. Baart. [70 _Baatjen, Batjen, Bate, Baye, Baaike, Beyke._ BADU: Badda, Beta, Peda, Baduhilt, Badhildis. _S. Badhildis_ 680, Kon. in Gallië. B. 30 Jan. II, 732. Thans vleivormen van _S. Barbara_ 306, M. Ma. B. 4 Dec. [71 _Babbe, Bab, Pape._ BAB: Babo, Pabo, Bave, Babilo, Babolenus. _S. Bavo_ omstr. 657, Bel. te Gent. B. 1 Oct. I, 199. _S. Babolenus_ 7e eeuw, Abt v. Stavelot. B. 26 Juni, V, 179. [72 _Badeloge, Baligjen, Balig, Beilige. BADU: Badeloch, Baduila, Badila, Badehildis._ Bij toepassing uit den stam BALDA: _S. Balda_ ?, Abd. v. Jouarre. B. 9 Dec. [73 _Baye, Baike, Baitse, Beitse._ BAID: Baidilo, Baithanus. _S. Badilo_ 10e eeuw, Abt in Henegouwen. B. 8 Oct. IV, 349. _S. Baithanus_ ?, Bel. in Schotland. B. 25 Dec. [74 _Bake._ BAGA: Bago, Bacco, Bachilo, Bagulf. _S. Baculus_ 565, B. v. Sorrente. B. 29 Jan. II, 950. Gesln. Bake, Bakke, Bakkes. [75 _Balderik, Balde, Balte, Balster, Bolt, Bout, Boudaard._ BALDA: Baldo, Balther, Baldhard, Baldarat, Baldarit, Balderich. _S. Baldus_ 7e eeuw, Bel. te Sens. B. 29 Oct. XII, 872. _S. Baldus_ ?, AB. v. Tours. B. 7 Nov. _S. Baldericus_ 7e eeuw, Bel. te Montfaucon. B. 16 Oct. VII P. 11, 923. [76 _Balle, Baling, Balins, Paele, Palle, Pals, Palse._ BALVA: Ballo, Pallo, Balfrid, Palfrid, Balhart. Bij toepassing uit den stam BALDA: _S. Baldericus_ 7e eeuw, Bel. te Montfaucon. B. 16 Oct. VII, P. II, 923. Gesln. Bal, Balling, Paling. [77 _Bamme._ Pammo, Pamo. _S. Pambo_ 4e eeuw, Abt in Hongarije. B. 1 Juli, I, 33. Gesln. Bam. [78 _Bane, Banne, Bange, Banke, Banse, Bannert, Beine, Beint, Banier._ BAINA: Baino, Bainus, Baining, Beinher. _S. Bainus_ 685, B. v. Terouanne. B. 20 Juni, IV, 26. Gesln. Banen, Banning, Bannes, Ban, Beynes, Beentjes, Banier. [79 _Barbele, Barber, Berber, Barbertsje._ _S. Barbara_ 306, M. Ma. B. 4 Dec. [80 _Barre, Barries, Barse, Barwald, Bareld, Braalt._ BARA: Paro, Barilo, Baring, Baribert, Barfrid, Baroald. _S. Barrus_ 7e eeuw, B. v. Cork in Ierland. B. 25 Sept. VII, 142. Gesln. Bara. [81 _Bas, Basje, Basiel._ BASI: Baso, Basso, Basolus, Basinus. _S. Basinus_ 7e eeuw, Ma. te Meides. B. 14 Juli, III, 699. _S. Basolus_ 620, Kluiz. te Reims. B. 26 Nov. Gesln. Bas. [82 _Bate, Bato, Battele._ BADU: Bado, Bato, Badilo. _S. Badilo_ 10e eeuw, Abt v. Leuze. B. 8 Oct. IV, 349. Gesln. Baede, Baaten. [83 _Baudewijn, Boudewijn, Bauwen, Bouwen._ BALDA: Baldavin, Balduvin, Paldewin, Bauduin. _S. Balduinus_ 12e eeuw, Abt te Reate in Italië. B. 21 Aug, IV, 450. Gesln. Bauduin. [84 _Baudewijntjen, Baukje._ BALDA: Baldegardis, Baldegildis, Baldetrudis. _S. Baldegundis_ ?, Abdis. B. 10 Feb. II, 429. [85 _Bave, Baaf, Bauwe, Bauke._ BAB: Babo, Bave. _S. Bavo_ omstr. 657, Bel. te Gent. B. 1 Oct. I, 198. Gesln. Bavink. [86 _Bede, Bete, Betse, Peet._ BADU: Bado, Bato, Beddo, Beto, Petto. _S. Beda Ven._ 735, Pr. Krkl. in Engeland. B. 27 Mei, VI, 718. _S. Betto_, B. v. Auxerre. B. 27 Oct. XII, 374. Gesln. Bedding, Peet. [87 _Beentsje._ BEN: Benna, Beninga, Benoildis. _S. Benildis_ 9e eeuw, Ma. te Cordova. B. 15 Juni, III, 1070. [88 _Begge, Byke._ BIG: Begga, Bega. _S. Begga_ 694, Wed. te Andenne in België. B. 17 Dec. [89 _Beike._ BOJ: Baia, Beia, Baihildis. _S. Beia_, M. in Schotland. B. 1 Nov. [90 _Beke, Beake, Peke, Bakke._ BAGA: Bago, Bacco, Pago, Bagulf. _S. Baculus_ 565, B. v. Sorrente. B. 29 Jan. II, 950. Gesln. Beke. [91 _Bele, Beliaan._ BILI: Bilifrid, Belimar. _S. Bilfridus_ omstr. 757, Kluiz. in Engeland. B. 6 Mrt. I, 448. Gesln. Beelen. [92 _Bely, Belitjen, Beelken._ BILI: Belia, Biliza, Bilihild. _S. Bilhildis_ 7e eeuw, Stichtster van Oud-Munster te Mainz. B. 27 Nov. [93 _Bene, Been, Bense, Bente, Binne, Binke, Bennert, Biense, Biente._ BEN: Benni, Beno, Bennico, Benned, Bennid, Benehard. _S. Benno_ 1106, B. v. Meiszen. B. 16 Juni, III, 145. Gesln. Been, Beens, Beynes, Binkes, Beentjes. [94 _Berchart, Berke, Barge._ BERGA: Bergher, Perahger, Parecger, Berchgart. _S. Bercharius_ 7e eeuw, Ma. in Catalonië. B. 16 Oct. VII, P. II, 1118. Gesln. Berger, Barge. [95 _Berlindis, Berlinde, Berendje._ BERIN: Bernhildis. _S. Berlendis_ 7e eeuw, Non te Meerbeek. B. 3 Feb. I, 377. [96 _Bernard, Berend, Beert, Bern, Barend, Bernke._ BERIN: Berinhard, Berenard, Pernahart, _S. Bernardus_ 1153, Abt en Krkl. B. 20 Aug. IV, 101. [97 _Bernulf, Bernlef, Bernauw._ BERIN: Bernwelf, Bernulf, Bernolf, Barnulf. _S. Bernulfus_ 1054, B. v. Utrecht. B. 19 Juli, IV, 654. [98 _Bert, Brecht (m.), Bertolf._ BERHTA: Berht, Bertus, Braht, Perht, Bertin, Bertwin, Berhtolf, Bertulf. _S. Bertinus_ 698, Abt v. S. Omer, B. 5 Sept. II, 549. _S. Bertwinus_ 650, Ma. bij Namen. B. 8 Sept. III, 259. _S. Bertulfus_ omstr. 705, Abt v. Renty. B. 5 Febr. I, 674. [99 _Berte, Bertken, Baarte._ BERHTA: Berchta, Berahta, Berta, Bertila. _S. Bertha_ 7e eeuw, Abd. Ma. te Avenay. B. 1 Mei, I, 112. _S. Bertilia_ omstr. 687, M. te Mareol. B. 3 Jan. I, 155. _S. Bertilia_ 7e eeuw, Grav. in Henegouwen. B. 11 Mei, II, 633. Behoort niet gebruikt te worden als vleivorm voor Barbara. [100 _Berthold, Bartold, Bartelt, Bertout, Bartout._ BERHTA: Berchtwald, Berctold, Perichtolt, Bertelt. Zal. _Berchtoldus_ 13e eeuw, Mo. in Westfalen. B. 20 Juni, VI, 469. [101 _Bertram._ BERHTA: Berahtraban, Berahtram, Peratram. _S. Bertichramnus_ 7e eeuw, B. v. Le Mans. B. 6 Juni, I, 710. [102 _Bertrand._ BERHTA: Bertrand. _S. Bertrandus_ 1123, B. v. Comminges. B. 16 Oct. VIII, P. II, 1140. [103 _Berwout._ BERIN: Beroald, Perovald, Bernlef, Bernulf. _S. Bernulfus_ 1054, B. v. Utrecht. B. 19 Juli, IV, 654. [104 _Bessele, Bessel._ BAZ: Bazzo, Bezo, Becili, Bezelin, Bazzulf. _S. Basolus_ 620, Kluiz. bij Reims. B. 26 Nov. Bij misverstand tot _Basiel_ geworden, naar _S. Basilius_. Gesln. Besseling. [105 _Betjen, Betske._ BADU: Badda, Beta, Betta, Bettika, Beteke. Thans vlv. v. _S. Elisabeth_ 1231, Wed. in Hongarije. B. 19 Nov. _S. Elisabeth_ 1336, Kon. v. Portugal. B. 4 Juli, II, 169. [106 _Birgitte, Brigitte, Brechtjen, Brechtland, Brecht, Brigiet, Breye, Brita._ BERGA: Berga, Perga, Berchgis, Bercheid. _S. Birgitta_ 1373, Wed. te Rome. B. 8 Oct. IV, 368. [107 _Blaas, Blees._ _S. Blasius_ 316, B. Ma. te Sebaste. B. 3 Feb. I, 331. [108 _Bleike, Plechelm._ BLIC: Blecco, Blecger, Plechelm, Blekulf. _S. Plechelmus_ 713, B. Geloofsverk. te Oldenzaal en S. Odiliënberg. B. 15 Juli, IV, 50. Kr. III, 3. [109 _Bode, Bodis, Bote, Bodert, Pote, Potte._ BOD: Bodo, Boddo, Poto, Bodilo. _S. Bodo_ 7e eeuw, B. v. Toul. B. 11 Sept. III, 838. Gesln. Botes. [110 _Boele, Bole, Bolke, Bolte._ BOD: Bodilo, Bodolo. _S. Bodo_ 7e eeuw, B. v. Toul. B. 11 Sept. III, 838. Gesln. Boelen, Boeles. [111 _Boye, Boike, Boite, Bea, Beauwe, Beije._ BOJ: Boio, Baio, Boiko, Beia, Beius. _S. Boius_ ?, Ma. te Issoudun. B. 30 Oct. Gesln. Boysen, Bojesen. [112 _Bone, Boon, Boonke, Bonge, Bonsen, Bonte._ BON: Bono, Bonigo, Bonizo, Ponzo, Bonarich, Bonarius. _S. Bonitus_ 710. B. v. Auvergne, B. 15 Jan. I, 1069. Gesln. Bon, Boon, Bonarius, Bonke, Bonte. [113 _Bonefaas, Faas._ _S. Bonefatius_ 755, AB. v. Mainz. B. 5 Juni, I, 452. Kr. III, 41. [114 _Boonke, Bonne, Bontsje._ BON: Bona, Bonica, Bonila, Ponza. _S. Bonizella_ 13e eeuw, Wed. te Sens. B. 6 Mei, II, 121. [115 _Bossaart, Bosschaart, Botsaart, Bodse, Bos, Bosje, Busje, Buse, Buys, Bus._ BOZ: Bozo, Bosso, Buazo, Buzo, Buzili, Buzio, Bozhar, Boazman, Buozrat. _S. Boso_ 755, Ma. met S. Bonifatius. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Bos, Bosman, Buys, Busing. [116 _Bouwe, Bouke._ BOB: Bobo, Buobo, Buovo, Bobilo, Bobolin. _S. Bobolinus_ 8e eeuw, B. v. Vienne. B. 26 Mei, VI, 446. [117 _Brandaan, Brand, Brandje, Brent._ BRANDA: Prando, Brantio, Brendeke, Brandanus, Brandericus. _S. Brandanus (Brendanus)_ 6e eeuw, Abt in Ierland. B. 16 Mei, III, 599. Gesln. Brand, Brands, Brantjes. [118 _Broer, Broor, Broederik._ BROD: Brodulf, Brothar. _S. Brothenus_ 6e eeuw. Bel. in Wales. B. 18 Oct. VIII, 358. Gesln. Broders, Broere, Broers, Breure. [119 _Bronger, Brunger._ BRUNJA: Bruno, Brunger. _S. Bruno_ 965, Stichter der Karthuizers. B. 6 Oct. III, 491. Gesln. Brongers. [120 _Broos._ BROZ: Brozo, Prozilo, Prozolt. Thans naar _S. Ambrosius_ 397, AB. v. Milaan. B. 7 Dec. [121 _Bruin, Bruinis, Breunis, Bruning._ BRUNJA: Bruno, Brun, Bruning, Brunhard, Brunold. _S. Bruno_ 965, AB. v. Keulen en Ordestichter. B. 6 Oct. III, 491. Gesln. Bruyn, Bruning, Bruntink, Brunolt. [122 _Bruisse, Bruist, Bruistijn, Brusten._ BRUNJA: Brunist, Prunstein, Brunsten. _S. Bruno._ Zie Bruin. Gesln. Bruystens. [123 _Brum, Brummer._ BRUM: Brumilo, Brumhar, Brumman. Bij toepassing: _S. Bruno._ Zie Bruin. Gesln. Brom, Brommer. [124 _Buddo, Butter, Bitter, Boete._ BOD: Buddo, But, Podard, Botthar, Buotrit. _S. Bodo_ 7e eeuw, B. v. Toul. B. 11 Sept. III, 830. Gesln. Buddingh, Bitter. [125 _Buger, Beukel, Beute, Beuwe, Boke, Bokel._ BUG: Bugo, Buggo, Bucco, Buchilo. Bij toepassing: _S. Bucolus_ 1e eeuw, B. v. Smyrna. B. 6 Feb. I, 766. Gesln. Buck, Bugge. [126 _Burchart, Burke, Bure, Borger, Borre._ BURGI: Burco, Burchar, Burghart, Burgman, Purcman, Burichink. _S. Burchardus_ 8e eeuw, B. v. Würzburg. B. 14 Oct. VI, 557. Gesln. Borger, Burgers, Borcherts, Bor, Borring, Burgerman. [127 _Burde, Birde._ BURDI: Burdo, Burdin. Bij toepassing: _S. Burchardus_ 8e eeuw, B. v. Würzburg. B. 14 Oct. VI, 557. [128 _Burgje._ BURGI: Burga, Burgareda. _S. Walburgis_ 779, Abd. v. Eichstadt. B. 25 Feb. III, 511. _S. Nothburga_ 14e eeuw, M. te Rottenburg. B. 14 Sept. IV, 709. [129 _Buwe, Buwke._ BU: Buo, Puwo, Buvo, Buman, Burad. Uit den verwanten stam BOB: Buobo, Buovo. _S. Bobolinus_ 8e eeuw, B. v. Vienne. B. 26 Mei, VI, 446. Vergelijk _Bouwe_. [130 C _Cecieltjen._ Naar _S. Cæcilia_, M. Ma. te Rome 230. B. 22 Nov. [131 _Ceriel._ Thans naar _S. Cyrillus_, Patr. v. Alexandrië 444, doch zie _Seriel_. [132 D _Daam, Dammes, Damme, Damt, Tame, Tames, Tammerus, Tamme, Temme._ DAM: Dammo, Tamard; DANA: Dano, Danamar, Temmar. _S. Tammarus_ 6e eeuw, B. v. Benevento. B. 15 Oct. VII, P. I, 35. Thans ook _Damiaan_ naar _S. Damianus_ omstr. 303. Ma. 27 Sept. Gesln. Dammes. [133 _Daan, Danel, Tane, Tanne, Tenne._ DANA: Dano, Denno, Tano, Danius, Danila (m.). _S. Danius_ 1184, Pr. te Bologna. B. 12 Mei, III, 180. [134 _Daantjen._ DANA: Danna, Tannecha, Tanfrida, Danageldis, Danahildis. _S. Tancha_ ?, Ma. in Champagne. B. 10 Oct. V, 120. [135 _Daatjen._ DADI: Dada, Dedda, Detta, Dadolena. _S. Dada_, 4e eeuw, Ma. in Bulgarije. B. 13 April, II, 126. [136 _Dade, Date._ DADI: Dado, Dato, Dazzo, Tate. _S. Dathus_ 2e eeuw, B. v. Ravenna. B. 3 Juli, I, 635. [137 _Dankaart, Dankert, Tanke._ THANC: Tanco, Danko, Thanchard. _S. Tanco_ 815, B. v. Verden. B. 16 Feb. II, 889. [138 _Dedde, Dedjer, Deitse._ DADI: Dado, Deddo, Dedmar, Tetger. _S. Dathus_ 2e eeuw, B. v. Ravenna. B. 3 Juli, I, 635. [139 _Deliaantje, Deeltsje, Dielke._ OTHAL: Odila, Odilia, Odilberga, Odiltrudis, Odallind. _S. Odilia_ 720, Abd. v. Hohenburg. B. 13 Dec. [140 _Dene, Deen._ DAND: Dandi, Dendi, Dantlin, Dentelin. _S. Dentlinus_ 7e eeuw, kind v. S. Waldetrudis in Henegouwen. B. 14 Juli, III, 689. Gesln. Deen. [141 _Dere, Deeris, Djeurre._ DEURJA: Teor, Dioro, Tier, Teuriscus. Thans naar _S. Theodericus_. Zie _Diederik_. Gesln. Thier. [142 _Derre._ DAR: Tara, Terra, Ternod, Daroin, Thernolt. _S. Ternus_ 4e eeuw, Ma. te Troyes. B. 21 Juli, V, 132. [143 _Dibberich, Diebrechjen._ THEUDA: Thioda, Theutbirg, Theotbirich, Thiathildis. _S. Thiadildis_ 9e eeuw, Abd. v. Freckenhorst. B. 30 Jan. II, App. 1154. [144 _Didmer, Diemer._ THEUDA: Theudemar, Diotmar, Diethmar. _S. Thetmarus_ 12e eeuw, Pr. in Holstein. B. 17 Mei. IV, 41. Gesln. Diemers. [145 _Diederik, Dirk, Derk, Tsjerk._ THEUDA: Theutrich, Thiadric, Tiutrich, Thioterich, Dieterich, enz. _S. Theodericus_ van der Eem 1572, Ma. v. Gorc. B. 9 Juli, II. 736. _S. Theodericus_ 880, B. v. Minden. B. 2 Feb. I, 309. [146 _Diedert, Diede, Duterd, Duurd._ THEUDA: Theuthard, Theuthar, Theuther, Teodard, Diethart. _S. Theodardus_ 668, B. v. Maastricht, Ma. B. 10 Sept. III, 580. Gesln. Dieters, Duurs. [147 _Diedsen, Ties, Tieze._ DISJA: Disi, Disso, Tiso, Disibod. _S. Disibodus_ 7e eeuw, B. te Dysenberg bij Mainz. B. 8 Juli, II, 581. [148 _Dientjen, Tine, Tintje, Tynke._ DIN: Dina: THINGA: Thingund, Dingunda. Bij aanpassing: _S. Theonilla_ 3e eeuw, Ma. in Cilicie. B. 23 Aug. IV. 567. [149 _Dievertjen, Dieuwer, Dieduwe, Dieuwke, Djoeke._ THEUDA: Theudoara, Thiutwara, Didwara, Thiathildis. _S. Thiadildis_ 9e eeuw, Abd. v. Freckenhorst. B. 30 Jan. II. App. 1154. [150 _Digge, Dike, Deke, Dekken._ THIH: Ticho, Tieco, Tichman, Ticwin. _S. Teocus_ ?, Kluiz. te Theokesbury. B. 28 Mei, VI, 732 f (Inter praet.). Gesln. Diekes, Diekman, Dekens. [151 _Dignum (m.), Dingenis, Dinger, Dingeman, Dinglum, Dingle._ THEGAN: Degan, Dignus, Theganher, Dignowar. _S. Tigernacus_ 6e eeuw, B. in Ierland. B. 5 Apr. I, 401. Gesln. Degen, Dingemans. [152 _Dignum (vr.), Dingene._ THEGAN: Thegena, Digna. _S. Digna_, Ma. in Pontus. B. 1 Oct. I, 30. [153 _Dille, Djille, Dilke, Dielis._ DIL: Dillo, Thilo. _S._ _Tilbertus_ 780 B. v. Hexam in Engeland. B. 7 Sept. III, 112. Gesln. Dille. [154 _Dimfne:_ _S. Dympna_ 7e eeuw, M. Ma. te Gheel. B. 15 Mei, III, 477. [155 _Ditjen, Ditsje, Tietje, Tiedske._ THEUDA: Teodildis, Theathildis. _S. Thiadildis_ 9e eeuw, Abd. v. Freckenhorst. B. 30 Jan. II, 1154. [156 _Ditlof, Detlef._ THEUDA: Theudulf, Deodulf, Ditolf, Thiatlef. _S. Theodulfus_ 7e eeuw, Abt en B. te Lobes. B. 24 Juni, V, 820. Gesln. Detelfs. [157 _Dode, Doede, Dotte, Totte, Doke, Douke._ DOD: Dodo, Duodo, Duda, Dodico, Dodoko. _S. Dodo_ 8e eeuw, Abt bij Kameryk. B. 28 Oct. XII, 625. Zal. _Dodo_ 1231, Praemonstr. Mo. in Friesland. B. 30 Mrt. III, 850. Kr. VII, 146. Gesln. Dood, Doedes. [158 _Doeke, Doekele, Doke, Tuik._ DUG: Tuco, Duoco, Tugilo, Tugolf. _S. Tugdualus_ omstr. 550, B. v. Tréguier in Bretagne. B. 30 Nov. [159 _Doetjen, Doetsje, Totsje._ DOD: Doda, Duata, Tuota, Toza. _S. Doda_ 7e eeuw, Non te Reims. B. 24 Apr. III, 283. [160 _Doman._ DOMA: Duomelo, Domlin, Domnolin. _S. Domnolenus_ 7e eeuw, Bel. te Auxere. B. 21 Oct. IX, 325. Gesln. Doemen. [161 _Domis, Domus._ DOMA: Domigis, Domgis. _S. Domitianus_ 560, B. v. Maastricht. B. 7 Mei, II, 146. Gesln. Domis. [162 _Donne, Donke, Doen._ DON: Dono, Tuoni, Donizo, Donazau. _S. Donatianus_ 4e eeuw, AB. van Reims, en Patroon v. Brugge. B. 14 Oct. VI, 487. Gesln. Dons. [163 _Doortjen, Dorentsje, Doorke._ THUR: Thura. Thans naar _S. Dorothea_ 4e eeuw, M. Ma. te Caesarea. B. 6 Feb. I, 771, en _S. Theodora_ 304, Ma. te Alexandrië. B. 28 Apr. III, 573. [164 _Douwe, Doewe, Dobbe._ DUB: Dubi, Tubo, Dubanus, Duvinus. _S. Dubricius_ omstr. 510, B. in Wales. B. 14 Nov. Gesln. Douwes, Doude, Dobbe. [165 _Dreves, Drewes, Dreefs, Drieuwe, Dreuw._ DRIB: Drebi, Drewich, Trebel, Trebwin. _S. Treverius_ 6e eeuw, Mo. in Gallië. B. 16 Jan. II, 33. Gesln. Dreevsen. [166 _Droon._ THRAU: Throand, Truont, Droant, Droan. _S. Drogo (Druon)_ 1186, Kluiz. in Henegouwen. B. 16 Apr. II, 441. [167 _Duifjen, Duuwke, Douwske._ DUB: Duva, Duvigild. Als vertaling toegepast: _S. Columba_ 3e eeuw, M. Ma. te Sens. B. 31 Dec. [168 E _Eabeltsje._ EB: Eba, Ebila. _S. Ebba_ 683, Abd. in Engeland. B. 25 Aug. V, 265. [169 _Eadske, Edou._ ED: Eda, Etta, Edica, Ettecha. _S. Eadburga_ 10e eeuw, Kon.-dochter in Engeland. B. 15 Juni II, 1070. [170 _Ebe, Ebo, Ebbing, Epke, Hebe, Heppe, Hibbe._ EB: Ebo, Epo, Ebbo, Eppiko, Hebo, Ebulo, Epilo. _S. Ebbo_ omstr. 750, B. v. Sens. B. 27 Aug. VI, 94. _S. Eppo_ 11e eeuw, Pr. in Slavonië. B. 7 Juni, II, 40. Gesln. Eppens, Eppink, Ebels, Ebeling. [171 _Ede, Eade, Eddo, Ette, Etse._ ED: Edo, Eddo, Edward, Etto, Etisco. _S. Eduardus_ 978, Kon. v. Engl. B. 18 Mrt. II, 638. _S. Etto_ omstr. 770, B. Geloofspred. in België. B. 10 Juli, III, 48. Gesln. Eden, Edsen. [172 _Edel, Edeling._ ATHAL: Adalung, Edelung, Athalberht. _S. Adalbertus_ 740, Diak. te Egmond. B. 25 Juni. V, 94. Gesln. Edel. [173 _Edger, Edgar._ ED: Edo, Etiger. _S. Edgarus_ 10e eeuw, Kon. v. Engeland. B. 8 Juli, II. 659. [174 _Edmund, Edmond, Emond, Emmen, Mon._ ED: Etmunt. _S. Eadmundus_ 870, Kon. v. Engeland. B. 26 Nov. _S. Eadmundus_ 1242, AB. v. Kantelberg. B. 16 Nov. [175 _Edsart, Edser, Adsert, Edse, Edsger._ ED: Etto, Etisco, Etiger. _S. Eadmundus_ of _S. Eduardus_. Zie Edmund (175) en Eduwaart (177). [176 _Eduwaart, Edwart, Ward._ ED: Edward. _S. Eduardus_ 978, Kon. v. Eng. B. 18 Mrt. II, 638. [177 _Eelke, Egle, Eile, Ele._ AGIL: Egil, Egilo, Eilo, Eiliko. _S. Agilolfus_ omstr. 770, AB. v. Keulen en Ma. B. 9 Juli, II, 714. Zal. _Eelco Liauckama_ 1332, Abt v. Lidlum en Past. v. Belcum, Ma. in Friesland. B. 22 Mrt. III, 396. Kr. VII, 155. [178 _Eelkje._ AGIL: Agila, Egila, Eila, Eilica, Acleberta, Agleverta. _S. Agilberta_ 7e eeuw, Abd. v. Jouarre. B. 11 Aug. II, 656. [179 _Eerde, Eerd._ HARDU: Ardo, Herti, Hartager, Erdiger, Hardman, Hertman, Harduwich, Hartwich. _S. Hartwicus_ 11e eeuw, B. v. Salzburg. B. 14 Juni, VI, App. 127. Gesln. Hartman. [180 _Eertje, Eerke, Erken._ ERA, ERIN: Ericha, Erelieva, Erembalda, Erindrud. _S. Erendrudis_ 7e eeuw, Abd. te Salzburg. B. 30 Juni, V, 580. [181 _Eesge, Eesger, Aesch, Aetske._ ASCA: Asco, Aschari, Ascher, Ascalo, Eskel, Ascarich, Eskerich, Escrich. _S. Eskillus_ 11e eeuw, B. Ma. in Zweden. B. 12 Juni, II, 598. Gesln. Escherich, Eskes. [182 _Ege, Eggo, Egger, Eggerik, Eggert, Egbert, Ebbert, Eibert._ AG: Acco, Ego, Eggo, Agihar, Eghihart, Agabert, Eggebert, Ekkerich. _S. Egbertus_ 729, Abt en vaderl. Geloofspred. B. 24 Apr. III, 313. Kr. II, 29. Eerbw. _Egbertus_ 993, B. v. Trier. B. 9 Dec. Kr. VIII, 12. Gesln. Ego, Eg, Egges, Eggink. [183 _Egele._ AGIL: Aigil, Egilbert, Egil, Egilger, Agilulf. _S. Agilolfus_ omstr. 770, AB. v. Keulen en Ma. B. 9 Juli, II, 714. [184 _Egmond, Emond._ AG: Agimund, Eckimunt, Agabert, Eggibert. _S. Egbertus_ 729, Abt en vaderl. Geloofspred. B. 24 Apr. III, 313. [185 _Eie._ AG: Agio, Egio, Ayo, Eio, Agiwin. _S. Egwinus_ 717, B. v. Worcester. B. 11 Jan. I, 707. [186 _Eilof._ AGIL: Agilulf, Agilolf, Egilof, Eilulf. _S. Agilolfus_ omstr. 770, AB. v. Keulen. B. 19 Juli, II, 714. [187 _Eiold._ AG: Agiovald, Achiolt, Eggiold, Aioald. _S. Egwinus_. Zie Eie (186). [188 _Eise, Eiso._ AGIS: Agiso, Achso, Ehso. Zal. _Eiso_ omstr. 1191, Cisterc. Mo. v. Klaarkamp. 24 Mrt. Kr. VIII, 118. [189 _Eke, Ekke._ AG: Acco, Acca, Ecco, Ekho. _S. Acca_ 8e eeuw, B. in Engel. vaderl. Geloofspred. B. 20 Oct. VIII, 965. [190 _Elbert._ AGIL: Agilbert, Egilbert, Eylbert, Aglibert, Heilbert. _S. Aglibertus_ omstr. 400, Ma. bij Parijs. B. 25 Juni, V, 814. [191 _Elbrigje, Elbrig._ ATHAL: Athal, Ethil, Aethelbert, Adalberta, Athalburg. _S. Ethelburga_ 7e eeuw, Abd. in Engeland. B. 11 Oct. V, 648. [192 _Eldert, Ellart, Eylaart, Elirt._ AGIL: Agilard, Egilhart, Ailhard, Eilard. _S. Aglibertus_ omstr. 400, Ma. bij Parijs. B. 25 Juni, V, 814. Gesln. Alders, Elders, Eldering, Eilders, Eilers. [193 _Elger._ AGIL: Agilhar, Egilhar, Agilulf. _S. Agilolfus_ omstr. 770, AB. v. Keulen en Ma. B. 9 Jul. II, 714. Gesln. Elgering. [194 _Elo, Elle, Else._ AGIL: Agilo, Egilo, Eilo. _S. Agilus_ 587, Bel. in Gallië. B. 30 Aug. VI, 569. Gesln. Eling, Elsen. [195 _Eloy, Loy, Loys._ ALJA: Elli, Aliko, Elicho, Elizo, Elizi, Elois. _S. Eligius_ 659, B. v. Noyons. B. 1 Dec. [196 _Elsjen, Elsken._ ALIS: Elis, Elisa, Elisba, Elisdrud. Bij toepassing _S. Elisabeth_. [197 _Elte._ ALDA: Aldo, Alto, Elto. _S. Alto_ 8e eeuw, Abt in Beijeren. B. 9 Febr. III, 353. Gesln. Eeltjes. [198 _Embert, Embrecht, Ember, Emmer, Heimerik, Emmerik, Amerik, Ammer_. IM: Imbert, Emebert, Eimbert, Emaher, Emeher, Emmerich. _S. Emebertus_ 8e eeuw, B. v. Kameryk. B. 15 Jan. I, 1077. _S. Emericus_ 11e eeuw, Kon.-zoon in Hongarije. B. 4 Nov. _S. Amor_ 9e eeuw, Bel. te Monster-Bilsen. B. 8 Oct. IV, 335. Gesln. Emmery, Emmer. [199 _Emele, Eame, Emke._ AMAL: Amalo, Emilo, Emila (m.). _S. Emila_ 9e eeuw, Diaken, Ma. te Cordova. B. 15 Sept. V, 102. [200 _Emiel, Miel._ AMAL: Amilo, Emilo, Amilius, Emilius. _S. Emilius_, Ma. in Getulia. B. 19 Mei, IV, 308. [201 _Emmanuel._ AMAN: Amanold, Eminolt. Zal. _Emmanuel_ 1298, Cisterc. Mo. v. Aduard in Friesland, B. v. Cremona. B. 27 Feb. III, 672 c. (Inter praeterm.) Kr. VIII, 136. [202 _Emme (m.), Eme, Eime._ IM: Immo, Himmo, Emmerammus. Heimram. _S. Emmerammus_ 652, B. en Ma. in Beijeren. B. 22 Sept. VI, 454. [203 _Emme (vr.)._ IM: Imma, Emma, Imme. _S. Emma_ 1040, Wed. in Saxen. B. 19 Apr. II, 962, App. [204 _Ene, Eenke, Ente._ AGIN: Agino, Agina (m.), Egino Eino. _S. Enna (Endeus)_ 540, Abt in Ierland. B. 21 Mrt. III, 267. Gesln. Aghina. [205 _Engbert._ INGUI: Inguperht, Ingibert, Engibart; ANGIL: Angelberct, Engilperht. _S. Engelbertus_ 1225, AB. v. Keulen. B. 7 Nov. [206 _Engele, Engel._ ANGIL: Engeli, Eingil, Angilo, Engelo, Angilberct, Angelmund, Engilmunt. _S. Engelmundus_ 8e eeuw, Abt te Velsen. B. 21 Juni, 115. _S. Engelbertus_ 1225, AB. v. Keulen. B. 7 Nov. [207 _Engeltjen, Engelientjen._ ANGIL: Angala, Angila, Engila, Engela. _S. Angela Merici_ 1540, kloosterst. der Ursul. B. 21 Mrt. III, 257a. [208 _Epje, Eigjen, Iepkje, Ibeltsje._ EB: Eba, Epa, Eppica. _S. Ebba_ 683, Abd. in Engeland. B. 25 Aug. V, 194 en 265. [209 _Erard, Errit, Hare, Haarke._ HARJA: Herio, Haric, Harihard, Herhard, Eirard. _S. Herardus_ ?, Bel. in Gallië. B. 13 Nov. [210 _Erenbrecht, Ere._ ERA, ERIN: Ero, Erinbert, Ermbert. _S. Erembertus_ 671. B. v. Toulouse. B. 14 Mei, 111, 389. [211 _Erik, Eerke, Herke._ ERCAN: Ercanbald, Ercanbert, Erchanbod, Erkenbodo, Ercanrad, Erchenrat, Herchenrad. _S. Eric_ 1151, Kon. v. Zweden, Ma. B. 18 Mei, IV, 187. _S. Erkembodo_ 742, B. v. Therouanne. B. 12 Apr. II, 92. Gesln. Ercks, Heerkens, Herckenrath. [212 _Erland._ HARJA: Hariland, Eriland, Harlindis, Erlindis. _S. Harlindis_ 8e eeuw, Non bij Meeseyck. B. 22 Mrt. III, 315. Kr. IV, 35. [213 _Erm, Ermt._ ERMIN: Ermeno, Ermino, Erminold. _S. Erminus_ 737, Abt te Lobes in Henegouwen. B. 25 Apr. III, 375. [214 _Ermiene, Hermiene, Ermgard, Ermpjen, Emerens, Amerens._ ERMIN: Ermina, Ermena, Ermingarda, Erminhilt, Erminlint. _S. Ermelendis_ 6e eeuw, M. in Brabant. B. 29 Oct. XII, 847. _S. Ermenilda_ 7e eeuw, Kon. in Engeland. B. 13 Feb. II, 686. [215 _Ernest, Ernst, Arn, Arnest._ ERIN: Ernust, Ernist, Ernest. _S. Ernestus_, Abt in Schwaben. B. 8 Nov. [216 _Esse, Easse, Eiske, Eske._ AZA: Azo, Ezo, Etzo. _S. Asaphus_ 6e eeuw, B. in Wales. B. 1 Mei, I, 82. Gesln. Essink, Eskes. [217 _Etsje, Eatske._ ED: Eda, Etta. _S. Editha (Eadgitha)_ 10e eeuw, Non in Engeland. B. 16 Sept. V, 364. [218 _Eube, Euse._ AIVA: Aevo, Evo, Eoban, Eubert, Evizo, Evezo. _S. Eubertus_ 3e eeuw, B. Patr. v. Rijssel. B. 1 Feb. I, 45. _S. Eobanus_ 755, B. Ma. met S. Bonifatius. B. 5 Juni, I, 452. [219 _Everbert, Everwijn, Everen, Ewart, Eibert._ EBUR: Ebarhard, Everbert, Ebermar, Eburwin, Ebergis. _S. Evrardus_ omstr. 860, Graaf v. Doornik. B. 16 Dec. _S. Evermarus_ omstr. 700, Friesch edelman. B. 1 Mei, I, 120. Kr. III, 28. _S. Ebregisus_ 7e eeuw, B. v. Maastricht. B. 24 Oct. X, 818. [220 _Evertsje._ EBUR: Eburhelt, Ebrehildis. _S. Everildis_ 7e eeuw, M. in Engeland. B. 9 Juli, II, 713. [221 _Ewald, Ewold, Ewout, Ewet._ AIVA: Eoald, Ewald, Ewitet. _S. Ewaldus_ 8e eeuw, vaderl. Geloofspred. Ma. B. 3 Oct. II, 180. [222 _Ewe, Eeuwe._ AIVA: Aevo, Eoban, Eoman, Euarix, Eowig. _S. Eobanus_ 755, Ma. met S. Bonifatius. B. 5 Juni, I, 452. Kr. III, 41. _S. Evingus_ 782, vaderl. Geloofspred. Ma. B. 30 Nov. Kr. III, 181. Gesln. Eeuwens. [223 F _Faas._ FASA: Faso, Fasolt. _S. Facius_ 1272, Bel. te Cremona. B. 18 Jan, II, 201. Thans ook naar _S. Bonifatius_ 755, B. Ma. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Faas, Fasen. [224 _Falke, Falk._ FALHA: Falho, Falacho, Falco. _S. Falco_ 5e eeuw, B. v. Maastricht. B. 20 Feb. III, 177. [225 _Farailde, Verele, Veirle._ FARA: Faregildis, Farohildis, Ferhildis. _S. Pharaildis_ 7e eeuw, M. in Brabant. B. 4 Jan. I, 170. [226 _Fare._ FARA: Faro, Farabert, Faramund. _S. Faro_ 7e eeuw, B. v. Meaux. B. 28 Oct. XII, 593. [227 _Fastert, Vasmar, Vast._ FASTI: Fastarat, Fastmar, Fastrad, Vastrad, Vastrat. Zal. _Fastredus_ 1163, Abt v. Cambron in Henegouwen. Butler, 19 Mei, III, 189. [228 _Fekke, Fecco, Feken, Feie, Fik._ FIG: Fiecho, Vihho, Figipret. _S. Fiecus_ 5e eeuw, B. in Ierland. B. 12 Oct. VI, 96. Thans Fik ook naar _S. Victor_ 202. P. Ma. B. 28 Juli V, 534. Gesln. Fekken, Fik, Feie. [229 _Felten._ FILA: Filibert, Filomar. _S. Philibertus_ 7e eeuw, Abt in Gallië. B. 20 Aug. IV, 66. Gesln. Feltens. [230 _Femme, Fimme._ FAGIN: Feginmar. _S. Fagnanus_ 6e eeuw, B. in Ierland. B. 14 Aug. VI, Suppl. 824. (Vrouw.) _Femmetjen, Femke, Feemeken._ Thans naar _S. Euphemia_ 4e eeuw, M. en Ma. te Aquileja. B. 3 Sept. I, 607. [231 _Fenne, Fennert, Finne._ FAGIN: Fekin, Feginger, Feginmar, Feginolt. _S. Fagnanus_ 6e eeuw, B. in Ierland. B. 14 Aug. VI, Suppl. 824. [232 _Ferdinand, Fernand, Ferd._ FARDI: Ferding, Ferdinand, Ferdulf. _S. Ferdinandus_ 1252, Kon. v. Kastilië. B. 30 Mei. VII, 280. [233 _Fere, Veer, Ferk._ FERHU: Ferahbald, Feracher, Ferholt. _S. Ferreolus_ 304, B. v. Vienne. B. 18 Sept. B. V, 760. Gesln. Ferens. [234 _Fidde, Feite, Fetse._ FID: Fito, Fidal, Fidolus, Fidubert. _S. Fidolus_ omstr. 550, Abt te Troyes. B. 16 Mei, III, 588. Gesln. Fit. [235 _Fietjen, Fijtjen, Fijken, Fie._ FIT: Fizecha, Fizila. _S. Fidis_ 4e eeuw, Ma. te Agen. B. 20 Oct. VIII, 823. Thans ook naar _S. Sophia_ M. Ma. te Firmo. B. 30 Apr. III, 733. [236 _Filips, Filip._ FILU: Filo, Filibert, Filomar. _S. Filibertus_ 684, Abt v. Jumiége. B. 20 Aug. IV, 66. _S. Philippus_ Ap. B. 1 Mei, I, 7. [237 _Finke._ FIN: Fino, Finan, Finnold. _S. Finanus_ 6e eeuw, B. in Engeland. B. 17 Feb. III, 21. [238 _Flere, Flerik._ FLADI: Fladebert, Fledpret, Fledrad. _S. Fledericus_, Pastoor van Vlierzeele. B. 13 Sept. IV, 133. [239 _Floris, Florens, Floor._ FLOR: Florin, Florebert. _S. Florentius (Florentinus)_ 3e eeuw, B. v. Trier en Tongeren. B. 17 Oct. VIII, 16. _S. Floribertus_ 7e eeuw, B. v. Luik. B. 25 Apr. III, 377. Gesln. Floor. [240 _Florisken._ FLOR: Florasind, Florisinna, Floremberga. _S. Florina_ 4e eeuw, M. Ma. in Auvergne. B. 1 Mei, I, 47. [241 _Folbert, Folbrecht, Folpert, Volbrecht, Fulp._ FULCA: Folcobert, Folbert, Fulbert. Zal. _Fulbertus_ 1029, B. v. Chartres. B. 10 Apr. B. 856b (Inter praet.) Gesln. Vollebrecht. [242 _Folkert, Folker, Volker, Fokke._ FULCA: Fulco, Folcobert, Folcker, Folcger, Fulgar. _S. Volkerus_ 12e eeuw, Ma. in Holstein. B. 9 Mrt. I, 653. Gesln. Fokking, Foekens, Volkers, Fol, Volles. [243 _Folkje, Foekje, Fokeltsje, Vokeltje, Folkou._ FULCA: Fulca, Fulberta, Fulchildis, Folcsind, Folcswind enz. Geen vrouwelijke Heilige uit deze groep bekend. [244 _Folkwien, Volkwien, Folken._ FULCA: Folcwine, Folcvin, Fulcoin. _S. Folcuinus_ 855, B. v. Therouanne. B. 14 Dec. [245 _Folmer, Volmer._ VULFA: Wolfmar, Volvmar, Vulmar. _S. Vulmarus_ 710, Abt in Picardië. B. 20 Juli, V, 81. [246 _Fonger._ VUNJA: Wunno, Vunniger, Vunger. Een Heilige uit deze groep niet bekend. [247 _Foort._ FARDI: Fardo, Fordrad, Fartman, Fardolf. _S. Fortis_, B. Ma. te Bordeaux. B. 16 Mei, III, 573. Gesln. Voorting. [248 _Former, Formert._ FRAVI: Froja, Fraomarius, Froimar, Frowimund, Fromund. _S. Fromundus_ 7e eeuw, B. v. Arles. B. 24 Oct. X, 842. [249 _Frank, Frans._ FRANC: Franco, Francio, Francard, Francarius. _S. Franciscus_ v. Assisië 1226, Ordest. B. 4 Oct. II, 545. _S. Franciscus_ de Roye 1572, Ma. v. Gorc. B. 9 Juli, II, 736. [250 _Fransjen._ FRANC: Francha, Francula, Franchia. _S. Francia_ 1218, Abd. te Piacenza. B. 25 Apr. III, 379. _S. Francisca_ 1440, Wed. te Rome. B. 9 Mrt. II, 88. [251 _Frede, Free, Frie, Fridolijn, Friede, Fridse, Frits._ FRITHU: Frido, Fridulin, Fridugis, Friduwiz, Fretgis, Frithezo, Frizo, Fredegandt. _S. Fridolinus_ 538, Abt te Seckingen. B. 6 Mrt. I, 430. _S. Fredegandus_ 7e eeuw, Abt v. Doorne bij Antwerpen. B. 17 Juli, IV, 288. Gesln. Fritsen. [252 _Frederik, Freerk, Freer, Frer._ FRITHU: Frido, Fritto, Frithuric, Fridorich, Fritheric, Frederic. _S. Fredericus_ 838, B. v. Utrecht. B. 18 Juli, IV, 452. Kr. V, 14. _S. Frederius_ 1121, B. v. Luik. B. 27 Mei, B. VI, 724. Gesln. Frerken. [253 _Freek._ FRICA: Fricco, Fricceo, Frecco, Fricher. _S. Fregorius_ 7e eeuw, Bel. in Picardië. B. 30 Mei, VII, 262. Zal. _Freico_ 1175, Past. v. Hallum en Abt v. Mariëngaard in Friesland. B. 3 Mrt. I, 286. Kr. VII, 57. Thans ook vlv. van _Frederik_. [254 _Freekjen, Freerkje._ FRITHU: Fridecha, Fridulind, Frideswind, Friduidis, Fridewi. _S. Fridiswida_ 8e eeuw, M. in Engeland. B. 19 Oct. VIII, 533. [255 _Friese, Friso, Friesger, Fres, Friens, Vreys._ FRISA: Friso, Friskaer, Fresger, Friasini, Friesin. _S. Frisius_ 8e eeuw, Ma. in Aquitanië, B. 24 Juni, IV, 818. Kr. IV, 46. [256 _Frode, Vrode, Vroede._ FRODA: Fruda, Frotbolda, Frottrudis, Frodelindis. Bij vertaling, wijl de oude stam wijs, vroed (vroed[e]vrouw) beteekent: _S. Prudentia_ 14e eeuw, Augustiner non te Como. B. 6 Mei, II, 120. [257 _Frone (m.), Vrone (m.)._ FRODA: Frodin, Fruotin, Frotini. _S. Veronus_ 9e eeuw, Bel. in Henegouwen. B. 30 Mrt. III, 844. [258 _Frone (vr.), Froene, Vrone (vr.)._ FRODA: Frudina, Fruduina. _S. Verona_ 9e eeuw, M. bij Leuven. B. 29 Aug. VI, 525. Vermoedelijk in de middeleeuwen verworden tot _Fronica_, in verband met de _Veronica_ van den Kruisweg. Als Heiligen worden vereerd: _S. Veronica de Binasco_ 15e eeuw, Augustines te Milaan. B. 13 Jan. II, 887 en _S. Veronica Giuliani_ 1727, Klarisse te Tiferno. B. 9 Juli. [259 G _Gaaf._ GAVJA: Gauius, Gawo, Gaufrid. _S. Gaufridus_ 13e eeuw, B. v. Le Mans. B. 3 Aug. I, 277. [260 _Gabe, Gabbe._ GABA: Gabo. _S. Gabinus_ 3e eeuw, Ma. in Sardinië. B. 30 Mei, VII, 235. [261 _Gade._ GAD: Gaddo, Gato, Geddo, Gadafrid, Gadoald. _S. Cadeoldus_ 7e eeuw, B. v. Vienne. B. 14 Jan. I, 975. [262 _Gadert, Gaard, Grate._ GARDI: Gardo, Gardrad, Cardebert, Cartheri, Gardulf. _S. Gradulfus_ omstr. 975, Abt v. Fontanelle. B. 6 Mrt. B. I, 420e (Inter praeterm). [263 _Gaike, Gaitse._ GAIDU: Gaido, Caide, Gaidulf, Keidolf. _S. Caideus_ 6e eeuw, Bel. in Ierland. B. 25 Oct. XI, 647. _S. Caidocus_ 7e eeuw, Bel. in Ierland. B. 30 Mei, VII, 262. [264 _Gale, Galke, Gelke._ GAL: Galand, Galaman, Galeman; GAILA: Geilo, Gailulf. _S. Gallanus_, Mo. in Ierland. B. 7 Dec. Gesln. Gales. [265 _Gangulf, Gangolf, Gangelof, Kanke._ GANG: Gangi, Kanko, Gangulf, Gengulf, Gingulf. _S. Gangulfus_ 8e eeuw. Ma. te Varennes. B. 11 Mei, II, 642. Kr. II, 176. Gesln. Gangslofs. [266 _Gartjan._ Dubbelnaam in Twente gebruikelijk voor Gerard-Jan. Gesln. Garjeanne(?) [267 _Gauwe, Gouwe, Gokke, Geeuwke._ GAVJA: Gawo, Gawirich, Gaurigus, Goericus. _S. Gaugericus_ 619. B. v. Kamerijk. B. 11 Aug. II, 664. Gesln. Goukes. [268 _Gauwkje._ GAVJA: Cauwa, Cauwila, Gautrudis, Gawildis, Gaugina. _S. Gavina_ 4e eeuw, Ma. te Milaan. B. 6 Mei. II, 101. [269 _Gebke (m.), Gepke._ GIB: Gebi, Gibo, Gebahard, Gebohard, Gebhard. _S. Gebehardus_ 996, B. v. Constanz. B. 27 Aug. VI, 106. Gesl. Gebken, Gebhard. [270 _Gebke (vr.)._ GIB: Geba, Gibica, Gibitrudis. _S. Gebedrudis_ Abd. Vicovenza. B. 7 Nov. [271 _Geen._ GEN: Genno, Genobaud, Genebaud. _S. Genebaudus (Genebaldus)_ 6e eeuw, B. v. Laudun. B. 5 Sept. II, 537. Thans ook naar _S. Eugenius_ 7e eeuw, Paus. B. 2 Juni, I, 220. Gesln. Geenen. [272 _Geertruide, Geertrui, Geertjen, Geerte, Geerken, Truitjen, Truiken._ GAIRU: Geredrudis, Gerdrud, Gerthrudis, Gerland, Gerilinda. _S. Gertrudis_ 664, Abd. v. Nijvels. B. 17 Mrt. II, 502. Kr. I, 116. _S. Gertrudis_ 1292, M. te Eisleben. B. 15 Nov. NB. "Geertruida" is wanspelling, als noch Latijn, noch Nederlandsch. [273 _Geesjen, Geesken, Geisken, Gijsjen, Gelske._ GIS: Gisa, Gysa; GAIS: Geisa, Gesa; GISIL: Gisila, Gisleheidis, Gisallendis, Gislindis. _S. Giselindis_, M. te Maurienne. B. 30 Nov. _S. Gisleidis_ omstr. 870, Gemalin v. S. Everard, bij Doornik. B. 16 Dec. [274 _Geldert, Gelder, Geld._ GILD: Gildo, Giltbert, Gelderad, Gelther. _S. Gildardus_ 6e eeuw, B. v. Rouen. B. 8 Juni, II, 67. [275 _Gelein, Galein, Gilein, Glijn._ GISIL: Gisilo, Gislin, Gislenus. _S. Gislenus_ 7e eeuw, Bel. in Henegouwen. B. 9 Oct. IV, 1010. Gesln. Gelein, Galijn. [276 _Gelf._ GIL: Gilabert, Gilulf. _S. Gilbertus_ 1240, B. v. Cathness in Schotland. B. 1 Apr. I, 49. [277 _Gelle, Gelke, Geil._ GIL: Gilio, Gilabert, Gillald. _S. Gilbertus_ 1240, B. in Schotland. [278 _Gelmer._ GISIL: Gisilo, Gisalmar, Gislemar. _S. Gislemerius_ 4e eeuw, Ma. in Italië. B. 16 Sept. V, 313. [279 _Gemke (vr.)._ GIN: Ginnana, Gimbergia, Genia, Gemma. _S. Gemma_, Ma. te Saintes. B. 20 Juni, V, 8. [280 _Gemme, Gemke (m.), Kempe, Kampe._ GIN: Gimbolt, Gimbert, Gimmund. _S. Gemmulus_ 4e eeuw, Ma. bij Milaan. B. 4 Feb. I, 566. [281 _Gerard, Geert, Gerrit, Gere, Gorrit, Gaart, Graats._ GAIRU: Gairo, Gero, Gairard, Gaerhart, Kherhart, Garhad, Kherhart. _S. Gerardus_ 959, Abt te Braine-le-Comte. B. 3 Oct. III, 220. Gesln. Geerink, Geerdink. [282 _Gerbert, Gerwert, Gerbrand, Gerbren, Gerben._ GAIRU: Gairbert, Gerbrand, Kerbrant, Gerbern, Gerwart. _S. Gerebernus_ 7e eeuw, Pr. Ma. te Gheel. B. 15 Mei, III, 477. Zal. _Gerbrandus_ 1218, Abt v. Klaarkamp in Friesland. B. 13 Oct. VI, 166a (Inter praeterm). Kr. VIII, 119. Gesln. Gerbens. [283 _Gerbrig._ GAIRU: Gairberga, Gerbirg, Gerland, Geredrudis, Gerlinda. _S. Gertrudis_ 664, Abd. v. Nijvels. B. 17 Mrt. B II, 502. [284 _Gerke, Gerrik, Geurik._ GAIRA: Gerich, Kerhic, Gericho, Kericho. _S. Guericus (Gericus)_ 8e eeuw, B. v. Sens. B. 27 Aug. VI, 94. Gesln. Gerekink. [285 _Gerlach._ GAIRU: Gerolah, Gerlah, Gherlag, Gerleg. _S. Gerlacus_ 1170, Kluiz. bij Maastricht. B. 5 Jan. I, 304. Kr. VIII, 78. [286 _Gerlantsje._ GAIRU: Geredrudis, Gerland, Gerelindis. _S. Gertrudis_ 664, Abd. v. Nijvels. B. 17 Mrt. B. II, 502. [287 _Gerlof, Geerlof, Gerlif._ GAIRU: Gairulf, Gerolf, Kerwolf, Kaerleip, Gerief. _S. Gerulfus_ 8e eeuw, Ma. te Tronchiennes. B. 21 Sept. VI, 250. [288 _Germ, German, Germen._ GAIRU: Geremar, Germar, Kermer, Gereman. _S. Germerius_ 560, B. v. Toulouse. B. 16 Mei, III, 591. _S. Germanus_ 576, B. v. Parijs. B. 28 Mei, VI, 774. [289 _Gerolt, Greault, Greult._ GAIRU: Gairoald, Geroald, Gerolth, Gerholt. _S. Geroldus_ 13e eeuw, Ma. te Keulen. B. 7 Oct. III, 955. Gesln. Gerrelts. [290 _Getse._ GAZ: Gezo, Gecelin, Gezeman. _S. Gezzelinus_ (Gitzelinus) omstr. 1135, Kluiz. te Keulen. B. 6 Aug. II, 172. [291 _Geurtjen, Guurtjen._ GUDA: Gotberga, Gotharda, Godelindis. _S. Godeberta_ 7e eeuw, M. te Noyon. B. 11 Apr. II, 31. [292 _Gilbert, Gilbaud, Giele, Bert._ GIL: Gilio, Gilbald, Gilabert, Kilibrant, Gilulf. _S. Gilbertus_ 1009, B. v. Meaux, B. 13 Feb. II, 717. Gesln. Gillibaert [293 _Gillis, Gilles, Jillis, Jeil, Jilke, Jille, Jilbert, Jildert, Jilt._ GIL: Gilio, Gilabert. Niet duidelijk is het verband, dat er al sinds lang gelegd is tusschen Gillis enz. en _S. Egidius_ 7e eeuw, Abt in Languedoc. B. 1 Sept. I, 284. Thans ook Jeil voor _S. Joannes_ Ap. [294 _Gisbert, Gysbert, Gise, Gijs._ GIS: Giso, Gisebert, Gisevert; GISIL: Gisilo, Gisilbert, Kysalbret, Gislibert. Gillebert. _S. Gislebertus (Gilbertus)_ 1009, B. v. Meaux. B. 13 Feb. II, 717. [295 _Gjelt, Gjalt, Gjolt._ GILD: Gildo, Gildwin, Gilting, Gildard, Gildulf. _S. Gilduinus_ 2e eeuw, Kan. v. Deal in Kent. B. 27 Jan. II, 485. _S. Gildardus_ 6e eeuw, B. v. Rouen. B. 8 Juni, II, 67. Gesln. Giltjes. [296 _Glaudi, Gloudi, Claudi._ HLODA: Chlodio, Chlodobert, Clodowald. _S. Clodoaldus_ 6e eeuw, Pr. bij Parijs. B. 7 Sept. III, 91. [297 _Gobel, Goebel._ GUB: Gubo. _S. Gobanus_ 7e eeuw, Ma. te S. Gobin. B. 20 Juni, V, 21. [298 _Gobert, Jobert._ GUDA: Godabert, Gobert. _S. Gobertus_ 13e eeuw, Mo. te Villers bij Brussel. B. 20 Aug. IV, 370. [299 _Godard, Goerd, Geurt, Guurt._ GUDA: Gotahard, Godhard. _S. Godehardus_ 1038, B. v. Hildesheim. B. 4 Mei, I, 501, [300 _Godelieve, Goolken._ GUDA: Gotbolda, Gotberga, Godeliaf, Godelif. _S. Godeleva_ 1070. Ma. in Vlaanderen. B. 6 Juli, II, 359. [301 _Godeward, Gouwert, Gouw._ GUDA: Gotahard, Godoward, Gotward. _S. Godehardus_ 1038, B. v. Hildesheim. B. 4 Mei, I, 501. [302 _Godewijn._ GUDA: Godowin, Godoin, Goduin, Gotini. _S. Godwinus_ 10e eeuw, Abt v. Stavelot. B. 28 Oct. XII, 706. [303 _Godfried, Govert, Goffert, Godert, Goffe, Gofke, Goof._ GUDA: Godafrid, Gotafred, Gottifrid, Goffred. _S. Godefridus_ van Duynen en _S. Godefridus_ van Mervel, beide Martt. v. Gorc. B. 9 Juli, II, 706. Kr. IX, 26 en 15. [304 _Godschalk, Schalk._ GUDA: Godascale, Gotescalc. _S. Godscalcus_ 11e eeuw, Vorst in Slavonië. B. 7 Juli, II, 40. [305 _Goedele, Goedel, Goele, Gooltjen, Goudjen, Guyleken._ GUDA: Gudilia, Gudelina. _S. Gudila (Gudula)_ 712, M. te Brussel. B. 8 Jan. I, 513. [306 _Goetse._ GODA: Godo, Gudo, Godino, Godin, Gudebert, Gudfrit, Guduald. _S. Gudwalus_ 6e eeuw, Britsche B. te St. Malo. B. 6 Juni, I, 728. Gesln. Goed, Godin. [307 _Gommer, Gomme, Gomprecht, Kommer, Kumer._ GUMA: Goma, Gumemar, Gummar, Komperth, Gombert. _S. Gummarus_ 774, Bel. te Lier. B. 11 Oct. V, 674. Gesln. Gompertz, Kommer, Kommerden. [308 _Gooike, Gooitse, Gooye._ GAUTA: Gautius, Gaudelenus, Gauzelin, Gosselin. _S. Gauzlinus_ 10e eeuw, B. v. Toul. B. 3 Sept. III, 129. [309 _Gooitske._ GAUTA: Gauda, Gaudia, Gaudina. _S. Gaudola_ 3e eeuw, Ma. te Milaan. B. 6 Mei, II, 101. [310 _Gosen, Gosse, Goslik, Gosling, Gozewijn._ GAUTA: Gauto, Gozzo, Gozzilin, Gautvin, Gauzoin, Goswin. _S. Gosselinus_ 460, B. v. Metz. B. 31 Juli, VII, 304. _S. Goswinus_ 12e eeuw, Abt v. Achin in Henegouwen. B. 9 Oct. IV. 1084. Gesln. Goseling, Joscelin. [311 _Gotte._ GODA: Godo, Guoto. _S. Godo_ 7e eeuw, Abt te Trier. B. 26 Mei, VI, 444. [312 _Graald, Greeld, Greuld._ GAIRU: Gairoald, Gerwald, Geroald, Gerolah, Gerlah. _S. Gerlacus_ 1170, Kluiz. bij Maastricht. B. 5 Jan. I, 304. Kr. VIII, 78. [313 _Grimbert, Grimmert, Gribbert, Grimme._ GRIMA: Grimo, Grimoald, Grimbald, Grimbert. _S. Grimoaldus_ 7e eeuw, Subdiaken Ma. te Saintes. B. 16 Juli, IV, 173. Gesln. Grim. [314 _Gumbert, Gumpert._ GUNDI: Gundo, Gundobald, Gundobert, Gumbert. _S. Gumbertus_ omstr. 675, B. v. Sens. B. 21 Feb. III, 262. [315 _Gunne, Gonne._ GUNDI: Gundio, Gunzio, Gondesalvus, Gundulf. _S. Gondulfus_ omst. 607, B. v. Maastricht. B. 16 Juli, IV, 159. _S. Gondulfus_ 7e eeuw, Ma. bij Halle. B. 16 Juli, IV, 173. Gesln. Gunning, Gunst. [316 _Gunter._ GUNDI: Gundahar, Gonthar, Gunder. _S. Guntherus_ 11e eeuw, Bened. Mo. in Bohemen. B. 9 Oct. IV, 1054. _S. Gundaharus_ 755, Ma. met S. Bonifatius. B. 5 Juni, I, 452. [317 _Gustaaf, Gust, Kost, Kosten._ CHUD: Chudo, Chuzo, Chustaffus; CUST: Custalf, Chustaflus. Wijl er geen _S. Gustavus_ onder de Heiligen voorkomt, daarom bij aanpassing: _S. Augustinus_ 430, AB. v. Milaan. B. 28 Aug. VI, 213. [318 _Gutte, Gutke._ GUDA: Gutbald, Godebert, Gotehelm, Cotesdegan. _S. Guthagonus_ omstr. 1060, Kluiz. te Oostkerke. B. 3 Juli, I, 668. Gesln. Gutteling. [319 H _Haan, Haans._ HAN: Hano, Hanolt, Henno, Hanulf, Henrad. _S. Anno_ 1075, AB. v. Keulen. B. 4 Dec. Gesln. Haans, Haantjes, Haanraads. [320 _Haas._ HAZ: Hazo, Hazilo, Hazaman, Hezeman. Thans afkorting van Hannes, voor _S. Joannes_ Ap. Gesln. Hase, Hazeman, Hesemans. [321 _Haasjen, Haasken._ HAZ: Haza, Hazeka, Hazega, Hazucha. Zal. _Haseka_ 1261, M. in Westfalen. B. 26 Jan. II, 758. [322 _Hadewy, Hadewig, Hedwig, Haetsje._ HATHU: Hatha, Hathawie, Hadewich, Hedewiga. _S. Hedwigis_ 1243, Wed. B. 17 Oct. VIII, 198. [323 _Hadewijn._ HATHU: Hadawin, Haduin, Hadouind. _S. Hadoindus_ 7e eeuw, B. v. Le Mans. B. 20 Jan. II. App. 1140. [324 _Hagen._ HAGAN: Hagano, Hagno. _S. Hagnas_ omstreeks 370, Ma. in Gotland. B. 26 Mrt. III, 619. [325 _Haike, Haije, Heije._ HAH: Haho, Haccho, Hahicho, Hahit, Hakit. _S. Haketus_, Abt v. Downe. B. 4 Nov. Gesln. Haket, Heije. [326 _Haytse, Haytso._ HAIDU: Haydo, Haito, Haizo; HATHU: Hathovulf, Hadulf. _S. Hathewulfus_ 755, Ma. met S. Bonifatius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Haites. [327 _Hake, Hakke._ HAG: Haco, Hacco; HAH: Haccho, Hachili, Hakit. _S. Haketus_, Abt v. Downe. B. 4 Nov. Gesln. Hakke, Hakkeling. [328 _Halbe, Helbe._ HAL: Halo, Halabold, Haliulf. _S. Halilulfus_ 9e eeuw, Ridder en Ma. in Saksen. B. 2 Feb. I, 309. Gesln. Halbes. [329 _Halle._ HAL: Halo, Haliulf. _S. Halilulfus_ 9e eeuw. Ridder en Ma. in Saksen. B. 2 Feb. I, 309. [330 _Hamke, Hammo, Hemke._ HAM: Hammi, Hamerich, Hemma, Hemfrid, Hamund. _S. Hamundus_ 755, Diak. Ma. met S. Bonifatius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Ham, Hammer, Hamer. [331 _Hanne (m.). Hanke, Hanso, Hans, Hantje, Han._ HANDU: Hanto, Hanzo, Henzo. _S. Anno_ 1075, AB. v. Keulen. B. 4 Dec. Thans _Hans_ en _Han_ voor _Joannes_. Gesln. Hansen, Han. [332 _Hanne (vr.), Hansjen, Hansken._ HAN: Hana, Hansuind. _S. Joanna_ v. Valois 1505, Kon. v. Frankrijk. B. 4 Feb. I, 574. [333 _Hartger, Hartman, Hartsen, Hertsen, Hartig, Hartog._ HARDU: Hartager, Hardegar, Harding, Hardman, Harduwig, Hartvig. _S. Hartwicus_ 1023, B. v. Salzburg. B. 14 Juni, VI, App. 127. Gesln. Hartman, Hartogh. [334 _Hate, Hatte, Hattem._ HATHU: Haddi, Haddo, Hetto, Hetin, Hathumar, Hathubrand, Hathovulf, Hadelin. _S. Hathebrandus_ 1198, Ben. Abt in de Gron. Ommelanden. B. 30 Juli, VII, 161. Kr. VI, 107. _S. Hathewulfus_ 755, Ma. met S. Bonif. 5 Juni. _S. Hadelinus_ omstr. 690, Abt v. Celles bij Dinant. B. 3 Febr. I, 366. [335 _Hauke, Havik, Hauwert._ HUGU: Huguo, Hucco, Hucbald, Hucbert, Ucbert. _S. Hucbertus_ 8e eeuw, Mo. in Gallië. B. 30 Mei, VII, 271. Gesln. Havekes. [336 _Haukje._ HUGU: Hugilind, Hugileuba, Hugilinda. _S. Hugolina_ 1300, M. te Vercelli. B. 8 Aug. II, 395. [337 _Hebe, Hebbe, Heabele._ HAB: Habo, Habilo, Habbraht, Habert. _S. Hebertus_, B. v. Rennes. B. 10 Dec. Gesln. Habertz, Habets. [338 _Hedde._ HATHU: Hatho, Hedo, Hadurih, Hadarich, Hederich. _S. Hedda_ 705, B. v. Winchester. B. 7 Juli, II, 482. Gesln. Hederik. [339 _Heere, Heare, Heert, Hering, Haring, Heerke._ HARJA: Heri, Herio, Heric, Hairing, Herinc, Heribert. _S. Heribertus_ 1022, AB. v. Keulen. B. 16 Mrt. II, 464. Gesln. Heeres, Hering, Haring, Heerkes. [340 _Heertjen._ HARJA: Harelinde, Herlindis, Heriswind, Hereswit. _S. Herlindis_ 8e eeuw, Abd. te Maeseyck. B. 22 Mrt. III, 385. Kr. IV, 35. [341 _Heilke, Heldolf, Heilger._ HAILA: Heile, Heilo, Heland, Heilker, Haildulf. _S. Helanus_ 6e eeuw, Pr. bij Reims. B. 7 Oct. III, 903. Gesln. Hellegers, Heyligers, Hillegers, Hillegeer. [342 _Heiltjen, Heilwig, Heilzoete, Hielkje, Elen, Eeltsje, Elke._ HILDI: Hildis, Hildia, Hildila, Hildiberga, Hilditrut. _S. Hiltrudis_ omstr. 785, Non te Liessies in Henegouwen. B. 27 Sept. VII, 488. [343 _Heime, Heimen._ HAIMI: Haimo, Haimin, Haimerad. _S. Heimeradus_ 1019, Pr. in Hessen. B. 28 Juni, B. V, 385. Gesln. Heimes, Hemkes. [344 _Heintjen, Hendrikjen._ HAGAN: Hagina, Hagana. _S. Heyna_, Wed. in Northumberland. B. 31 Oct. [345 _Heite, Heito._ HAIDU: Heitti, Haitto, Heito. Uit den verwanten stam HATHU: _S. Hedda_ 705, B. v. Winchester. B. 7 Juli, II, 482. Gesln. Heiting. [346 _Helmer, Helmich._ HELMA: Helmger, Helmichis, Helmker; HILDI: Hildemar, Heltmar. _S. Heldemarus_ 12e eeuw, kloosterst. te Arronaise. B. 13 Jan. I, 830. Gesln. Helmers, Helmering, Helming. [347 _Helper._ HILP: Helpo, Helpfrid, Helpric, Heipuin. _S. Helbianus_ 3e eeuw, Ma. B. 3 Mrt. I, 226. Gesln. Helper. [348 _Hemkje, Hemke, Himen._ HAM: Hemma, Hemhild. _S. Hemma_ 880, Wed. in Karinthie. B. 29 Juni, VI, 498. [349 _Henne, Henke, Hense, Hente, Hendrik, Hein, Hinke._ HAN: Henno, Hannicho, Henniken; HAGAN: Hageno, Heino, Haganrih, Hainrich, Henric. _S. Henricus_ 1024, Keizer v. Duitschland. B. 15 Juli, III, 711. Gesln. Henkes, Heynis, Hensen, Hens. [350 _Herbert, Herbern, Herbrand, Harpert._ HARJA: Haribert, Haribrant, Harbert, Heirbert. _S. Heribertus_ 1022, AB. v. Keulen. B. 16 Mrt. II, 464. Gesln. Herbers. [351 _Herke, Herko._ HARJA: Herio, Haric, Heric, Herekin, Hericus, Hariulf. _S. Herulfus_, B. v. Chartres. B. 13 Aug. III, 3 c (Inter praeterm.). [352 _Herman, Hereman, Herm, Harmen, Harm, Haarm._ HARJA: Hariman, Heiriman, Heriman, Airman, Eriman, Erman. _Zal. Hermanus Joseph_ 1236, Bel. in Steinfeld. B. 7 Apr. I, 682. Gesln. Erman. [353 _Herrent, Herne._ HARJA: Herin, Heriand, Herrant. _S. Herinus_ 4e eeuw, Ma. te Milaan. B. 6 Mei, II, 101. [354 _Hertsje._ HARJA: Heriswind, Hereswit. _Zal. Heteswit_ omstr. 995, Echtg. v. S. Ansfried te Gilze. Kr. V, 157. [355 _Herwig._ HARJA: Heriwalt, Hariwich, Heriwig. _S. Herwaldus_ 1028, Ma. in Noorwegen. B. 14 Mei, III, 401. [356 _Hesse, Hessel, Hesling._ HAZ: Hezo, Hezel, Hecilin, Hazaman, Hezaman, Hezeman. Bij aanpassing: _S. Helanus_ 6e eeuw, Pr. te Reims. B. 7 Oct. III, 983. Gesln. Hessels, Hesseling. [357 _Hetsje, Hetske._ HATHU: Haddi, Hetti, Hatha, Heta, Hetta, Hadala, Hadaloc, Hadeloa. _S. Hadeloga_ 8e eeuw, M. te Kitzingen. B. 2 Feb. I, 303. [358 _Hette, Hetse._ HATHU: Hedo, Hetto. _S. Hedda_ 705, B. in Brittannië. B. 7 Juli, II, 482. [359 _Heussen, Heus._ HUSA: Huso, Husinc, Huseman, Husward. _S. Husandus_ ?, Ma. in "Castro Aioviae", B. 27 Apr. III, 487. _S. Uzanus_, Bel. te Toulouse. B. 8 Dec. Gesln. Husing, Huyskes, Heus. [360 _Hidde, Hitte._ HID: Hiddo, Hitto, Hidulf. _S. Hidulfus_ 8e eeuw, Hertog te Lobbes. B. 23 Juni, IV, 582. [361 _Hidtsje, Hidke._ HID: Hidda, Hida. Hidegardis. Bij aanpassing: _S. Hedwigis_ 1243, Wed. in Polen. B. 17 Oct. VIII, 198. [362 _Hiere, Jeroen._ HIRU: Hiro, Hiero, Hiribert. _S. Iero_ 856, Pr. en Ma. te Noordwijk. B. 18 Aug. III, 475, Kr. V, 55. [363 _Hilbert, Hibbert, Hille._ HILDI: Hildo, Hildiberht, Hildirad, _S. Hildebertus_ 12e eeuw, B. v. Le Mans en Tours. B. 18 Dec. _S. Hildebertus_, Abt en Ma. te Gent. B. 1 Dec. Gesln. Hillen. [364 _Hildert._ HILDI: Hildiward, Hildoard. _S. Hilduardus_ 750, B. v. Toul. B. 8 Dec. _S. Hildegrimus_ 827, B. v. Chalons. B. 19 Juni, III, 889. Kr. IV, 145. [365 _Hildebrand, Hillebrand._ HILDI: Hildibrand, Hiltbrand, Hilprant. _S. Hildebrandus_ 755, Ma. met S. Bonifatius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Hildebrands. [366 _Hillegonde, Hille, Hilletjen, Hilkje._ HILDI: Hildegunda, Hildegundis, Hildegunt. _S. Hildegundis_ 1188, Cisterc. non te Schönau. B. 6 Feb. I, 916. [367 _Hilletjen, Hilkje, Hikke, Illige, Hijltjen._ HILDI: Hildigard, Hildegerdis, Hildedrudis, Hilditrut. _S. Hildegardis_ 1179, Abd. bij Bingen. 17 Sept. _S. Hildegardis_ 8e eeuw, Kon. in Schwaben. B. 30 Apr. III, 788. _S. Hiltrudis_ omstr. 785, M. in Henegouwen. B. 27 Sept. VII, 488. [368 _Hilme, Hemme._ HIMILA: Himilo, Himilger. _S. Himelinus_ 8e eeuw, Abt te Vissenaken. B. 10 Mrt. II, 46. [369 _Hiskje._ HIZ: Hiza, Hizaka. Bij aanpassing: _S. Hedwigis_ 1243, Wed. in Polen. B. 17 Oct. VIII, 198. [370 _Hobbe, Hopke, Hoppe, Hopper._ HUGU: door verkorting van Hugb. tot Hubb., Hugibald, Ucbald, Upald, Hugubert, Ucbert, Uppert. _S. Hucbertus_ 8e eeuw, Britsche Mo. te Soissons. B. 30 Mei, VII, 271. _S. Hubertus_ 727, B. v. Maastricht. B. 3 Nov. Kr. I, 195. Gesln. Hoppe, Hoppers. [371 _Hokke, Houke, Houwe, Hoeke._ HUGU: Huguo, Hucco. _S. Hugo_ 1109, Abt v. Cluny. B. 29 Apr. III, 628. Gesln. Hoek. [372 _Holle, Holke, Holst._ HUGU: Hukili, Huguli, Hugolus, Huglin. _S. Hugolinus_ 13e eeuw, Minderbr. Ma. in Africa. B. 13 Oct. VI, 384. [373 _Homme, Hume._ [22] Homa, Huomo, Homi. Bij aanpassing: _S. Homobonus_ 1197, Bel. te Cremona. B. 13 Nov. Gesln. Hommes. [374 _Horne._ HOR: Horin, Horant. _S. Hor_, Abt in Hongarije. B. 12 Nov. [375 _Hortse._ HORDA: Horthar, Hordward, Hortuin. _S. Hordeonius_, Bel. in Bretagne. B. 24 Nov. [376 _Hotte, Hotse, Hoite._ HOD: Hodo, Huoto, Hodezo, Hozo, Hozeman, Hozman, Huzman. _S. Hotgerus_, B. v. Bremen. B. 29 Dec. Gesln. Hoosemans, Hosman. [377 _Hubert, Huibert, Hubrecht, Huib, Houwen._ HUGU: Hugobert, Hukibert, Hubert. _S. Hubertus_ 727, B. v. Maastricht. B. 3 Nov. Kr. I, 195. [378 _Hubertsje, Huibjen._ HUGU: Hugilind, Hugileuba, Hugisinda. _S. Hugolina_ 1300, M. te Vercelli. B. 8 Aug. II, 395. [379 _Huig, Uge, Oege._ HUGU: Hugi, Huguo, Hugo, Ugo. _S. Hugo_ 1109, Abt v. Cluny. B. 29 Apr. III, 628. _S. Hugo_ 8e eeuw, AB. v. Rouen. B. 9 Apr. II, 843. [380 _Huigjen._ HUGU: Hugilind, Hugileuba, Hugisinda. _S. Hugolina_ 1300, M. te Vercelli. B. 8 Aug. II, 395. [381 _Humbert, Hume._ HUNI: Hunberct, Humberct, Humbert. _S. Humbertus_ 682, Abt in Henegouwen. B. 25 Mrt. III, 559. [382 _Hunfried, Hune, Hunte._ HUNI: Huno, Hunibald, Hunfrid, Hungar, Hunger. _S. Hungerus_ 866, B. v. Utrecht. B. 22 Dec. Kr. V, 76. _S. Hunfridus_ 871, B. v. Therouanne. B. 8 Mrt. I, 790. [383 I _Ibe, Ibbe, Ibele, Ipe, Ipke._ IB: Ibo, Ippo, Ibiko, Ibbil, Ibbolenus. _S. Ibarus_ 5e eeuw, B. in Ierland. B. 23 Apr. III, 173. Gesln. Ibels. [384 _Ide (m.), Idske, Idsert, Itse._ ID: Ido, Itto, Izo, Ithart, Ithar. _S. Itherius_ 696, B. v. Nevers. B. 8 Juli, II, 629. Gesln. Ides, Idsing. [385 _Ide (vr.), Itte, Itjen, Idske, Iken._ ID: Ida, Idda, Itta, Iduberga. _S. Itta_ v. Toggenburg 13e eeuw, Wed. B. 2 Nov. _S. Itisberga_ omstr. 800, M. te IJbergen. B. 21 Mei, V, 44. [386 _Ief, Ivo, Juw, Jouw, Jouke, Jukke._ IV: Ivo, Juo, Yuo. _S. Ivo_, 1115, B. v. Chartres. B. 20 Mei, V, 247. [387 _Iefke, Ifke, Ivetken._ IV: Iva, Iwina, Ivinga. _S. Ivetta_ 13e eeuw, Kluiz. te Hoey. B. 13 Jan. I, 863. [388 _Ige, Ike, Igram, Igeraan._ IG: Igo, Igil, Igeram. _S. Igomonus_, B. v. Autun. B. 8 Jan. I, 473. Gesln. Igesz. [389 _Ile, Ilke, Ilsing._ IL: Ilo, Illehere, Ilimot, Iliwin. _S. Illehere_ 755, Ma. met S. Bonifatius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. [390 _Illebrecht, Ille._ HILDI: Hildiberht, Heldebert, Eldebercht. _S. Hildibertus_ 752, Abt te Gent. B. 1 Dec. [391 _Ime, Iman, Imbert, Imke._ IM: Immo, Imbert, Emehart, Emaher, Hemmeram. _S. Imarius_, Bel. B. 12 Nov. _S. Emmerammus_ 652, B. in Beyeren. B. 22 Sept. VI, 454. Gesln. Imming. [392 _Immetjen, Immigje, Imkje, Imeltjen._ IM: Imma, Imala, Emihild. _S. Imelda_ 13e eeuw, M. in Bologna. B. 12 Mei, III, 183. [393 _Ine, Ingel, Inse, Inte._ IN: Inno, Infrid, Ingildo, Inilgaud. _S. Ina_ (m.) 8e eeuw, Saksisch Vorst in Engeland. B. 6 Feb. I, 905. _S. Inanus_ 9e eeuw, Bel. in Schotland. B. 18 Aug. III, 663. [394 _Irmgard._ IR: Ira, Irumberta, Irimgarde. _S. Irmgardis_ 1089, M. te Keulen. B. 4 Sept. II, 270. Kr. VI, 55. [395 _Ise, Isfried, Isbert, Isbrand, IJsbrand, Isenoud._ IS, ISAL, ISAN: Iso, Isambert, Isanbrand, Isanfrid, Iseger, Isker, Isinolt. _S. Isfridus_ 1204, Norbertijn, B. v. Ratzeburg. B. 15 Juni, II, 1089. [396 _Itisberga._ IDIS: Itis, Itisberga, Itisgart. _S. Itisberga_ omstr. 800. M. in Artois. B. 21 Mei, V, 44. [397 J _Jaantjen, Jannetjen, Janneken, Janne, Jannigje, Jenneken, Jansjen, Hansjen, Naatjen:_ naar _S. Joanna_ v. Valois 1506, Kon. v. Frankrijk. B. 4 Feb. I, 574. [398 _Jacob, Japik, Jappen, Jaap:_ naar _S. Jacobus_ Ap. 25 Juli. [399 _Jakkele, Jalke, Jalle, Jekke._ IAG: Jacco, Jeckili, Jagobert, Jager. Thans naar _S. Jacobus_ Ap. 25 Juli. Gesln. Jakles. [400 _Jamme._ GAMAL: Gamalbald, Gamalbert, Gamalher. _S. Gamelbertus_ omstr. 800, Pr. in Beijeren. B. 27 Jan. II, 783. [401 _Jan, Johan, Janke, Janne, Jannes:_ naar _S. Joannes_ Ap. 27 Dec. [402 _Jantis:_ samentrekking van _Jan Baptist_. [403 _Jare, Jareg, Jaring._ GAIRU: Gairo, Gairicho, Gairebald. _S. Garibaldus_ 8e eeuw, B. v. Regensburg. B. 8 Jan. I, 546. Gesln. Jarigse. [404 _Jeil._ GAILA: Gailo, Geylo, Gelo. Thans nog in N. Brab. in gebruik voor _Joannes_. [405 _Jelle, Jelbout, Jelger, Jelmer, Jelte, Jolle, Jolke._ GAILA: Geilo, Gelico, Gelbold, Geilamir, Geltet, Kelolt; GIL: Gilo, Gilabert. _S. Gilbertus_ 1009, B. v. Meaux. B. 14 Febr. II, 717. [406 _Jenne, Jenke, Jeen, Jente, Jins, Jemme._ GIN: Ginno, Gimmund, Gemûn. _S. Gemmulus_ 4e eeuw, Ma. te Milaan. B. 4 Feb. I, 566. [407 _Jennevieve, Vyfken._ GEN: Genia, Genedrudis, Genovefa, Genofeva. _S. Genovefa_ 512, M. te Parijs. B. 3 Jan. I, 137. [408 _Jepe, Jeble, Jippe._ GIB: Gibo, Gebo, Gebeloh, Jebo, Jepo, Gebahard, Gebhard. _S. Gebehardus_ 10e eeuw, B. v. Constanz. B. 27 Aug. VI, 106. [409 _Jepke, Jefke._ GIB: Geba, Jeppa, Gibitrudis. _S. Gebedrudis_ Abd. te Vicovenza. B. 7 Nov. [410 _Jerre, Jerfaas._ GAIRU: Gairo, Gero, Gairoin, Gerewin, Gervas, Geirwas. _S. Gervinus_ 1117, Abt v. Oudenburg. B. 17 Apr. II, 495. _S. Gervasius_ 9e eeuw, Ma. te Bayonne. B. 1 Mrt. I, 89. [411 _Jeuntjen._ JUN: Junegildis, Junildis, Junzela. _S. Junilla (Jonilla)_ 3e eeuw, Ma. te Langres. B. 17 Jan. II, 73. [412 _Jisk, Jiesk._ GIS: Geso, Gisikin: GAZ: Gezo, Gecelin, Gezini. _S. Gitzelinus_ omstr. 1135, Bel. te Keulen. B. 6 Aug. II. 172. [413 _Jitske, Jetjen._ GIS: Gisa, Gislindis, Giselint. _S. Giselindis_, M. te Messines in België. B. 30 Nov. [414 _Jobert._ [23] Joperht, Joberht, Jopert. Thans als samentrekking van Jozef en Bertus. Zie ook _Gobert_ (299). [415 _Jochem._ _S. Joachim_, Vader der H. Maagd. 20 Mrt. [416 _Joon, Jonge._ JUN: Juni, Junzo; JUNGA: Jungan, Jungman, Junhman. _S. Junianus_ 587, Abt te Poitiers. B. 13 Aug. III, 32. Gesln. Jongmans. [417 _Joop._ Joppo als vermoedelijke samentrekking voorkomend in de 9e eeuw. Thans als vleivorm voor _Jozef_, gelijk _Joopjen, Jobjen_ en _Jeupken_ van _Josefa_, die echter onder de Heiligen niet voorkomt. [418 _Joost, Joos._ JUST: onzekere stam. Waarschijnlijker: GAUTA: Gozo, Gozzo, Jozo, Josco. _S. Justus_, 4e eeuw, B. v. Straatsburg. B. 2 Sept. I, 377. [419 _Jordaan, Jorden, Joord, Joder, Jurriaan, Jurjen._ JORD: onzekere stam. _S. Jordanus_, 13e eeuw, Dominikaan. B. 13 Feb. II, 720. [420 _Jorke, Jorre, Jourik, Jurgen, Jorrit, Joris, Goris._ Oud-germ. stam misschien: GAIRU: Gaericho, waaronder Förstemann als nieuwhoogd. den naam Görcke, Göricke rangschikt. _S. Jorius_ 11e eeuw, B. v. Bethune. B. 26 Juli, VI, 340. Thans naar _S. Georgius_ omstreeks 303, Ma. in Palestina. B. 23 Apr. III, 100, en naar _S. Gregorius_ 604, Paus. B. 12 Mrt. II, 121. Gesln. Jooren, Jorink, Jurgens. [421 _Jotte, Jotse, Josse._ GAUTA: Gauto, Gauso, Gozo, Gozzo, Jozo, Josco, _S. Joscio_, Mo. te Sitten in Zwitserland. B. 30 Nov. In Frankrijk en België geldt S. _Josse_ voor _S. Judocus_ omstr. 668, Pr. te Ponthieu. B. 13 Dec. [422 _Julle._ _S. Julianus_ 7e eeuw, Bel. te Wintershoven. B. 19 Mrt. III, 34. [423 _Jutte, Jodsert, Jukke, Jouke._ JUD: Juto, Jutrad, Judoald. _S. Judocus _ omstr. 668, Pr. te Ponthieu. B. 13 Dec. Gesln. Jutte. [424 _Jutjen, Juytken, Judigje, Jutte, Jote._ JUD: Judda, Jutta, Juta, Judida. _S. Judita_, Kluiz. te Disiboden. B. 22 Dec. _S. Jutta_ 3e eeuw, Wed. te Kulm. B. 5 Mei, II, App. 602. [425 K _Kaatjen, Kalle, Kalleken._ CATH: Catla; GAD: Katila, Katalind, Gatani. Thans naar _S. Catharina_ 4e eeuw, M. Ma. te Alexandrië. B. 25 Nov. [426 _Kaei, Kei, Koye._ GAIDU: Gaido, Caide, Gaibald, Gaidericus, Gaiduald. _S. Caideus (Caidoeus)_ 6e eeuw, Bel. in Ierland. B. 25 Oct. XI, 647. [427 _Kamiel._ Kemmulo, Kemmil komen voor in de 8e eeuw, _S. Camillus_ de Lellis 1614. B. 18 Juli. [428 _Kanter, Kantert._ GANDI: Gando, Canto, Gandin, Ganthar, Gandericus. _S. Gandinus_ 8e eeuw, B. v. Soissons en Ma. B. 11 Feb. II, 553. Gesln. Canters. [429 _Karel._ CARL: Carlofred, Carlman. _S. Carolus_ 1584, B. v. Milaan. B. 4 Nov. _S. Carolus Bonus_ 1126, Graaf v. Vlaanderen en Ma. B. 2 Mrt. I, 152. _Eerb. Karloman_ 735, Vorst v. Austrasië. B. 17 Aug. III, 417 e (Inter praeterm) Kr. IV, 51. [430 _Karsten, Kars, Kerstant, Kerst._ _Zal. Christianus_, Bel. te Duay. B. 7 Apr. I, 723. Gesln. Karsjes. [431 _Kase, Kas, Kaseke, Kazijn._ CAZ: Cazo, Cazzo, Kazelin, Caciprand. _S. Cassericus_ 4e eeuw. Ma. te Milaan. B. 6 Mei, II, 101. [432 _Kasper, Jasper._ GAUTA: Gautbert, Gausbert, Gauspert. _S. Gausbertus_, 11e eeuw, Kluiz. in Auvergne. B. 27 Mei, VI, 723. Thans naar _S. Gaspar_ 6 Jan. [433 _Katriene, Katryn, Trientjen, Trijntjen._ _S. Catharina_ 4e eeuw, M. Ma. te Alexandrië. B. 25 Nov. [434 _Kees, Keetjen._ CAZ: Kazo, Chezelo, Kezila (vr.), Kezelin, Kezeman, Kezzman, Kecil, Ketil, Ketel. Thans naar _SS. Cornelius_ en _Cornelia_. Gesln. Ketel, Keetell. [435 _Kene, Kenne, Kine, Kinge._ GEN: Geno, Gening, Genbert, Genard. _S. Kennanus_, Bel. in Ierland. B. 24 Nov. _S. Cannicus_ 599, Abt v. Kilkenny. B. 11 Oct. V, 642. [436 _Kenske, Kenou, Kingsken, Jenne, Jenneken._ GEN: Genia, Genbolda, Genovefa, Genofeva. _S. Genovefa_ 512, M. te Parijs. B. 3 jan. I, 137. [437 _Kiliaan, Kiel, Kil._ GIL: Gilo, Gilio, Gillin. _S. Kilianus_ 689, B. v. Würzburg. B. 8 Juli, II, 599. [438 _Klaartjen._ CLAR: Clarebald, Clarmunt, Clarembald. _S. Clara_ 1253. Ordest. te Assisië. B. 12 Aug. II, 739. [439 _Kobe, Kobbe, Koppen, Koop, Keub._ GUB: "denkelijk samentrekking uit Gudb." (Förstem.); GUDA: Godabert, Gotbert, Gobert. _S. Gobertus_, Bel. te Reims. B. 23 Nov. _S. Gobbanus_, Abt in Engeland. B. 23 Nov. Thans ook naar _S. Jacobus_, Ap. Gesln. Koops, Koppes, Kops. [440 _Koenraad, Koene, Koendert, Koert._ CONJA: Cono, Kuono, Conno, Cuonrad, Konrad. _S. Conradus (Cuno)_ 1066, verkozen B. v. Trier en Ma. B. 1 Juni, I, 126. [441 _Koentjen, Kuintjen, Keuntjen, Kunske._ CUNI: Cuna, Cuniza, Chunidrud, Cunigard, Cunigundis, Cunihild. _S. Cunigundis_ 1040, Keiz. v. Duitschland. B. 3 Mrt. I, 266. [442 _Kolette._ COL: Colo, Colobert, Coloman. _S. Coleta_ 1447, Clarisse te Gent. B. 6 Mrt. I, 532. [443 _Kolyn, Klijn._ COL: Colo, Cholensus. _S. Colianus_, B. v. Adria. B. 7 Feb. II, 69. Gesln. Koolen, Kooltjes, Klijn. [444 _Kollaart, Koelman._ COL: Colobert, Coloman, Colman. _S. Colmanus_ 7e eeuw, B. v. Lindisfarn. B. 18 Feb. III, 82. _S. Colmannus_ 11e eeuw, Ma. in Oostenrijk. B. 13 Oct. VI, 342. Gesln. Koeleman. [445 _Konstans, Konstant, Stans._ _S. Constans_ 4e eeuw, Ma. te Trier. B. 5 Oct. III, 18. [446 _Konstansjen, Stansjen._ _S. Constantia_ 4e eeuw, Keiz. te Rome. B. 18 Feb. III, 67. [447 _Koos, Kos, Kozijn, Kostijn, Kosten, Kost._ GAUTA: Gauto, Gozzo, Cozo, Gozekin, Gozvin, Goswin. _S. Goswinus_ 12e eeuw, Abt v. Achin in Henegouwen. B. 9 Oct. IV, 1084. Thans _Koos_ vlv. v. _S. Jacobus_ Ap. en _Kos_ van _S. Cosmas_ Ma. 27 Sept. Gesln. Kos, Gosens. [448 _Kornelis, Krelis, Knelis, Nelis, Niels, Nel._ _S. Cornelius_ 252, P. Ma. B. 14 Sept. IV, 143. [449 _Krees._ GRISJA: Krisa. Thans in België vlv. v. _S. Lucretia_, Clarisse te Ferrara. B. 28 Nov. [450 _Krijn, Karijn._ GAIRU: Gairo, Gairin, Gerin, Kerini, Kerine. _S. Gerinus_ 7e eeuw, Ma. te Autun. B. 2 Oct. I, 355. Thans verstaan als vlv. v. _S. Quirinus_ 2e eeuw, Romeinsch tribuun, Ma. te Rome, en wiens relieken sinds 1050 te Neuss berusten. B. 30 Mrt. III, 811. [451 _Krispyn, Kerspyn._ _S. Crispinus_ 287, Ma. te Soissons. B. 25 Oct. XI, 495. [452 _Kristiaan, Korstiaan, Korsten, Kors._ _Zal. Christianus_, Bel. te Duay. B. 7 Apr. I, 723. [453 _Kristiene, Kristientjen, Kristjen, Karstjen._ _S. Christina_, de Wonderbare, 1224, M. te S. Truyen. B. 24 Juli, V, 637. _S. Christiana_ 8e eeuw, M. in Vlaanderen. B. 26 Juli, VI, 311. [454 _Kristoffer, Kristoffel, Stoffel._ _S. Christophorus_ 3e eeuw, Ma. in Lycië. B. 25 Juli, VI, 125. [455 _Kune, Kuner._ CUNI: Cuno, Cunibert, Gumpert, Quumperht. _S. Cuno_ 10e eeuw, Bened. Mo. in Rhetia. B. 19 Apr. II, 628. _S. Quinibertus_, Mo. in Henegouwen. B. 18 Mei, IV, 184. [456 _Kuniere, Kniertjen, Kundertsje, Knier, Kneur._ CUNI: Cunnia, Chunihari, Cunirih. _S. Cunera_ omstr. 450, Ma. te Rhenen. B. 12 Juni. II, 557. Kr. II, 8. [457 _Kweldrik._ VILJA: Willierich, Wileric, Wilrec, Weleric. _S. Willericus_ 837, B. v. Bremen. B. 4 Mei, I, 437 a (Inter praeterm.). [458 _Quint, Quintijn._ WINI: Gwine, Winithiu; VIND: Winizo, Guinizzo, Quindulfus. _S. Quindeus (Gindeus)_, Ma. in Bulgarije. B. 9 Mei, II, 363. Thans ook naar _S. Qiuntinus_ 287, Ma. te S. Quentin. B. 31 Oct. XIII, 725. [459 L _Lambert, [24] Lambrecht, Lamfert, Lammen, Laam, Lemke, Lemmen, Bert, Brecht._ LANDA: Lando, Landobereth, Lanthpert, Lanbert, Lambert. _S. Lambertus_ omstr. 698, B. v, Maastricht en Ma. B. 17 Sept. V, 518. Kr. I, 135. Gesln. Lam, Lampen, Lamping, Lemkes, Lemmens. [460 _Lamkje._ LANDA: Landa, Lanna, Landrada. _S. Landrada_ 7e eeuw, Abd. v. Belsen bij Luik. B. 8 Juli, II, 619. [461 _Lancelot, Landsloot, Lootje._ LANDA: Lando, Lanzo, Lancelin, Lanteloh. _Lancelottus_ = _S. Andreas Avellinus_ "dictus antea _Lancelottus_" 1590. Theatijner Mo. B. 10 Nov. Gesln. Landslots. [462 _Lande, Lanne._ LANDA: Lanno, Lantwald, Landoald, Landolin. _S. Landoaldus_ 668, Aartspr. te Wintershoven. B. 19 Mrt. III, 34. _S. Landelinus_ 686, Abt v. Crepin. B. 15 Juni, III, 1062. Gesln. Lans. [463 _Lang, Lan._ LANGA: Lango, Lancpert, Langbard. Uit den verwanten stam LANDA: Lantwald. _S. Landoaldus_ 668, Aartspriester te Wintershoven. B. 19 Mrt. III, 34. [464 _Laurens, Lauris, Lauw, Rens._ LAV: Laufred, Laurad, Laulf. Thans naar _S. Laurentius_ 258, Ma. B. 10 Aug. II, 485. [465 _Lauwerientjen._ _S. Laurentia_ 4e eeuw, M. Ma. te Ancona. B. 8 Oct. IV, 47. [466 _Ledewiene, Lidewij._ LAITA: Leta, Leitrudis, Ledewif, Ledivia, Laidoin. _S. Lidwina (Lidwigis)_ 1433, M. te Schiedam. B. 14 Apr. II, 267. Kr. VI, 156. [467 _Leenaard, Leendert, Leonard, Lendert, Lindert, Leenke, Leeke, Leen, Lioen, Loen._ LEVON: Leuan, Leon, Leonard, Levienard, Levald, Levulf. _S. Leonardus_ v. Vechel 1572, Gorc. Ma. B. 9 Juli, II, 736. Kr. IX, 17. _S. Leonardus_ 570, Bel. te Corbigny. B. 15 Oct. VIII, P. I, 45. [468 _Leene, Leentjen, Leenke._ ALJAN: Alyan, Elana, Ellina, Elena. Middelnederl. Alyn. _S. Alena_ 7e eeuw, M. Ma. te Forest bij Brussel. B. 17 Juni, III, 384. Thans ook naar _S. Helena_ Keiz. B. 18 Aug. III, 548, of ook naar _S. Magdalena_, 22 Juli. [469 _Leeuke, Leeuwke._ LEUC: Luico, Leuchant, Luiching. _S. Leuconius_ 7e eeuw, B. v. Troyes. B. 1 Apr. I, 12. [470 _Leffert, Liffert, Leppe, Lippe._ LIBA: Libo, Lippo, Liphart, Lifard, Lifthart. _S. Lietfardus_ 635, B. Ma. in België. B. 4 Feb. I, 495. [471 _Lein, Lens, Leunis._ LIN: Lino, Linwiz. _S. Linentius_, Bel. bij Tours. B. II, 628. Gesln. Lens. [472 _Leopold, Liepe._ LEUDI: Leudbald, Luitbold, Leupold, Leopold. _S. Leopoldus_ 1136, Markgr. in Oostenrijk. B. 15 Nov. [473 _Letjen._ LEUDI: Leuta, Leota, Liuta, Leutberga. _S. Leutbergis_, M. Kluiz. bij Halberstadt. B. 30 Dec. [474 _Lette, Litse._ LAITHA: Laitu, Leto, Leth, Lethard. _S. Letardus_ 7e eeuw, B. v. Senlis. B. 24 Feb. III, 468. [475 _Leune, Leuntjen, Lone, Loontjen._ LEVON: Leona, Leonza. _S. Lewinna_ 7e eeuw, Britsche M. Ma. B. 24 Juli, V, 608. Thans naar _Apollonia_ 249, M. Ma. te Alexandrië. B. 9 Feb. II, 278. [476 _Libbe._ LIBA: Libo, Lippo, Lifard, Liphart, Lipher, Lipman, Lipmar, Lifward. _S. Liffardus (Lietfardus)_ 635, B. v. Kameryk Ma. B. 4 Feb. I, 492. Gesln. Lips, Libbers, Lipman, Lipjes. [477 _Libbeken, Lipkje._ LIBA: Liba, Lina, Libila. _S. Lioba_ 779, Abd. v. Bischofsheim. B. 28 Sept. VII, 748. [478 _Librecht, Libert, Libbe._ LEUDI: Leudbald, Leudobert, Lietbert. _S. Libertus_ omstr. 635, Ma. te S. Truyen. B. 14 Juli, III, 704. [479 _Lientjen._ LIN: Lina, Linburga, Linheit. Thans naar vleivormen van Fransche namen: zooals Pauline enz. [480 _Liesbet, Liese, Liesjen, Lijsjen._ LIS: Lisa, Lisperga, Lisegundis, Lisinia. Thans naar _S. Elisabeth_ 1231, Kon. v. Hongarije. B. 19 Nov. In België: _Belleken_, uit den Spaanschen vorm: Isabella. [481 _Lieuke, Liewke._ LEVON: Leona, Leonza. _S. Lewinna_ 7e eeuw, Britsche M. Ma. B. 24 Juli, V, 608. [482 _Lieuwe, Luwe._ LEV: Leuo, Levald, Leuan. _S. Levanius_ 7e eeuw, B. v. Troyes. B. 1 Apr. I, 12. [483 _Lieven, Liebe._ LEUBA: Leubin, Liubwi, Leubwin, Liubman, Liefman. _S. Lebuinus_ omstr. 776, Pr. te Deventer. B. 12 Nov. Kr. III, 152. _S. Livinus_ 657, B. Ma. te Houthem. B. 12 Nov. Gesln. Liwijn, Lievense, Leefmans. [484 _Lykele_, ontstaan uit _Nykele_. Zie _Nicolaas_. [485 _Limke._ LEUBA: Leobman, Liubman, Liuman. _S. Liminius_ 3e eeuw, Ma. te Clermont. B. 29 Mrt. III, 769. [486 _Linse, Linso._ LINDI: Linto, Linzo, Lintilin. _S. Linentius_ 6e eeuw, Bel. te Tours. B. 25 Jan. III, 242. [487 _Lisse, Liske, Lies._ LIS: Lisbrand, Liscard, Lisolf. _S. Lisardus_ 6e eeuw, Abt. v. Mehun-sur Yèvre. B. 3 Juni, I, 298. [488 _Lodewijk, Loys, Loy, Loos, Lowies, Loth._ HLODA Chlodio, Chlodobert, Lotfrid, Chlodochar, Chlodovech, Chlodowich, Hlodwicus, Hlutwig, Lodewig. _S. Ludovicus_ 1270, Kon. v. Frankrijk. B. 25 Aug. V, 275. [489 _Loef, Louwe, Louwert._ LEUBA: Leubo, Lubo, Liubinzo. _S. Lubentius_ 4e eeuw, Pr. te Trier. B. 13 Oct. VI, 200. [490 _Loesken, Lowiesken, Lowiese._ LEUDI: Leuta, Liuza, Luiza, Liuzich. Uit den stam HLODA. Vergelijk Ludovicus. _S. Ludovica_ Albertoni 16e eeuw, Wed. te Rome. B. 31 Jan. II, 1078. [491 _Lolle, Lolke, Loilif._ Lullus, Lullo, Lollo. _S. Lullus_ 787, B. v. Mainz. B. 16 Oct. VII, P. II, 1050. _S. Lolanus_ 11e eeuw, B. in Schotland. B. 22 Sept. V, 533. Gesln. Lol, Lolkesz, Lollekens. [492 _Lomme, Lumman, Lummert, Lume._ LOH: Lobald, Loman, Lomund. _S. Lomanus_ 433, B. in Ierland. B. 17 Feb. III, 13. Gesln. Lohman, Lomans. [493 _Loner._ LAUNA: Lono, Lonhar, Launomar. _S. Launomarus_ 593, Abt in Gallië. B. 19 Jan. II, 229. [494 _Loo._ LAUDA: Laudus, Laudo, Laudomar, Laudulf. _S. Laudus_ 568, B. v. Coutances. B. 21 Sept. VI, 438. [495 _Lubbe, Lobbe, Lubbert._ LEUBA: Lupo, Luppo, Leubin, Leobin, Lubin. _S. Leubinus (Leobinus)_ 537, B. v. Chartres. B. 14 Mrt. II, 349. Gesln. Lubberden, Lubbinge, Leupen. [496 _Lubbertsje, Lupke, Lubbrich, Lobke, Lubbegien._ LEUBA: Liuba, Lioba, Luba, Leobgid. _S. Lioba (Leobgytha)_ 779, Abd. v. Bischoffsheim. B. 28 Sept. II, 748. [497 _Luderik, Luurk._ HLODA: Chloderich, Luderich. _S. Ludgerus_ 809, B. v. Munster. B. 26 Mrt. III, 626. [498 _Ludger, Luder, Luddo, Logier._ HLODA: Lothger, Ludiger. _S. Ludgerus_ 809, B. v. Munster. B. 26 Mrt. III, 626. [499 _Ludmer._ HLODA: Chlodomir, Hlodmar, Ludimar, Lutmar. _S. Ludgerus_ 809, B. v. Munster. B. 26 Mrt. III, 626. Kr. IV, 78. [500 _Ludolf, Lulof, Lullif._ HLODA: Hlodolf. Hludolf, Ludulf, Lutolf. _S. Ludolfus_ 983, Abt van Corbie in Westfalen. B. 13 Aug. III, 136. [501 _Ludwijn, Luden._ HLODA: Hlotwin, Hludwin, Luotwin. _S. Ludwinus_ 713, B. v. Trier. B. 29 Sept. VIII, 159. Gesl. Luden. [502 _Luit, Lude, Lutse._ HLODA: Chlodio, Lodo, Ludo, Luzo, Lutto. _S. Ludwinus_ 713, B. v. Trier. B. 29 Sept. VIII, 159. Gesln. Lutz. [503 _Luidse, Lioedse._ LEUDI: Leudo, Liuto, Liuzo, Leudefred, Liutefrid, Leudagar, Liutger, Liuttolf. _S. Liutfredus_ 9e eeuw, B. v. Pavia. B. 8 Mrt. I, 793. _S. Leodegarius_ 678, B. v. Autun Ma. B. 2 Oct. I, 355. _S. Liutolfus_ 9e eeuw Ma. in Saksen. B. 2 Feb. I, 309. [504 _Lumke._ LEUDI: Leudomalla. _S. Ludmilla_ 927, Wed. Ma. in Boheme. B. 16 Sept. V, 339. [505 _Lutjen, Lotjen._ HLODA: Lutta, Lotberga, Lutecardis, Lutgart, Luttrut. _S. Lutgardis_ 1246, Non in Brabant. B. 6 Juni, III, 231. _S. Lutrudis_ 6e eeuw, M. te Chalons. B. 22 Sept. VI, 448. [506 _Luwert, Luurt._ HLODA: Ludewart, Ludward. _S. Ludgerus_ 809, B. v. Munster. B. 26 Mrt. III, 626. Gesln. Luurts. [507 M _Maagjen._ MAG: Maga, Makka, Maghildis, Magilind. _S. Maggina_ 4e eeuw, Ma. B. 12 Apr. II, 81. Thans voor _S. Maria_ of _S. Magdalena_. [508 _Maan._ MAGAN: Maganus, Megino, Magno, Magnobod, Magnerich. _S. Magnobodus_ 654, B. v. Angers. B. 16 Oct. VII, P. II, 928, _S. Magnericus_ 6e eeuw, B. v. Trier. B, 25 Juli, VI, 168. Gesln. Maan. [509 _Maarten, Marten, Martien, Maart._ _S. Martinus_ 400, B. v. Tours. B. 11 Nov. _S. Martinus_ omstr. 276, B. v. Tongeren. B. 21 Juni, IV, 69. [510 _Maartjen, Martjen, Martientjen, Martentsje._ _S. Martina_ 3e eeuw, Ma. B. 30 Jan. I, 11. [511 _Maas, Maaske._ MAS: Maso, Masso. _S. Masserius (Mastredus)_ Ma. B. 21 Feb. III, 243. [512 _Mabel, Mabelie_, vermoedelijk samentrekking uit Madalbelie. MATHAL: Madala, Madalberta, Madalindis. _S. Madelberta_ 8e eeuw, Abd. v. Maubeuge. B. 7 Sept. III, 103. [513 _Machtelt, Mechtelt, Macheltjen, Maatjen, Matjen, Metjen._ MAHTI: Mahthildis, Machthilt, Mahtilt, Mechtilt, Mettilt. _S. Mathildis_ 968, Kon. v. Germanie. B. 14 Mrt. II, 356. [514 _Machuyt, Makke, Mokke._ MAG: Mago, Makko, Magoald, Magulf, Magolf, Maigol, Mailo. _S. Machutus (Maclovius)_ 565, B. in Bretagne (St. Malo). B. 15 Nov. [515 _Mage, Magerhan, Majerhan._ MAGAN: Maganhar, Maginrannus, Magnerich. _S. Magnericus_ 596, B. v. Trier. B. 25 Juli, VI, 168. [516 _Maggelientjen, Mechliene, Maleene._ _S. Magdalena_. 22 Juli. [517 _Malchert, Maljaart._ MATHAL: Madalger, Madelgard, Madelhard. _S. Madelgarius_ 677, Bel. te Soignies. B. 14 Juli, III, 656. [518 _Mamme._ MAM: Mamo, Mammo, Mammalus. _S. Mamatus_, B. v. Vienne, B. 17 Nov. Gesln. Mammen. [519 _Manke._ MANAG: Mango, Managold, Mangold. _S. Manegoldus_, Abt in Schwaben. B. 18 Feb. III, 52b (Inter praeterm). Gesln. Mank. [520 _Manne (m.), Mante._ MANA: Manno, Manifred, Mannato; MAND: Manto, Mantfred. _S. Manfredus_ 1430, Kluiz. in Lombardije. B. 28 Jan. III, 525. Gesln. Manting. [521 _Manne (vr.)._ MANA: Manna, Menika, Manehildis. _S. Manna (Menna)_ 4e eeuw, M. in Lotharingen. B. 3 Oct. II, 150. [522 _Margriete, Margrete, Margrietjen, Grietjen, Gretske._ _S. Margarita_ 1093, Kon. v. Schotland. B. 10 Juni, II, 320. _S. Margareta_ 13e eeuw, M. Ma. te Leuven. B. 2 Sept. II, 582. [523 _Marië, [25] Marietjen, Marijtjen, Mariete, Miete, Mietjen, Mieken._ _S. Maria_. [524 _Marijn._ MARU: Maro, Mario, Mairinus, Marinus, Maring. _S. Marinus_ 4e eeuw, Diaken te S. Marino. B. 4 Sept. II, 208. Gesln. Marijnen. [525 _Mark, Merk, Marcelis._ MARCA: Marcbold, Marcfrid, Marchoward, Marcuart, Marcoald, Marchard. _S. Marchelmus_ 8e eeuw, Pr. te Deventer. B. 14 Juli, III, 702. Kr. III, 169. Gesln. Markwart, Markvoort. [526 _Marrigjen, Marretjen, Martjen, Maartjen._ MARU: Merica, Margildis, Margundis, Marwi. Thans voor _S. Maria_. [527 _Mate, Maat._ MAHTI: Math, Meth, Mathin, Mahting, Mahtulf. _S. Mathulus_, B. in Schotland. B. 15 Nov. Gesln. Maat, Maatjes. [528 _Matern._ _S. Maternus_ 130, B. v. Keulen en Trier. B. 14 Sept. IV, 354. Kr. I, 7. [529 _Matjen, Metjen, Metken, Mettentsje._ MATHA: Matta, Medana, Mathgunda, Madanildis. Thans voor _S. Maria_ of _S. Martha_. [530 _Matse (vr.)._ MAZ: Maza, Mazaka, Mazhild. _S. Mazota_, M. in Schotland. B. 23 Dec. [531 _Matte, Mathijs._ MATHA: Matto, Mathfrid, Mathgis. _S. Maternus_ 130, B. v. Keulen en Trier. B. 14 Sept. IV, 354. Kr. I, 7. _S. Mathias_. Ap. 24 Feb. [532 _Maurijn._ MAURA: Mauro, Mauring, Morand, Morinzo. _S. Maurinus_, Abt te Keulen. B. 10 Juni, II, 279. _S. Maurontus_ 706, Abt v. Marchiennes. B. 5 Mei, II, 52. [533 _Maurits, Mauris, Moris, Moor._ MAURA: Maur, Moor, Mauring, Morizzo. Thans naar _S. Mauritius_ 286, Ma. B. 22 Sept. VI, 308. Onze Prins Maurits werd vroeger door het volk ook _Maurijn_ en _Mauring_ genoemd. [534 _Medard, Mede, Mette, Metse._ MATHA: Mado, Matto, Medardus, Mather. _S. Medardus_ 556, B. v. Noyons. B. 8 Juni, II, 72. [535 _Mees, Meeus, Mewis, Mievis, Meeuwe._ MAZ: Mazo, Mezo, Mezzi. Thans naar _S. Bartholomeus_ Ap. Gesln. Mees, Meeus, Meeuwse, Meys, Meysing. [536 _Meie, Meiert._ MAG: Magio, Maio, Meio. _S. Machutus_ 565, B. in Bretagne. B. 15 Nov. [537 _Meinaart, Meindert, Meinert._ MAGAN: Maganhard, Meginart, Meinhart, Meginrad, Meinrad. _S. Meinradus_ 863, Kluiz. en Ma. in Zwitserland. B. 21 Jan. II, 381. [538 _Meinolf._ MAGAN: Maginulf, Meginulf, Meynulf. _S. Meinulfus_ 847, Diak. te Bedike. B. 5 Oct. 111, 171. [539 _Meinsjen, Mensjen, Ments, Meinou._ MAGAN: Magina, Megina, Maina, Meina. _S. Maggina_, Ma. B. 12 Apr. II, 81. [540 _Meke, Mijke._ MAG: Maco, Meco, Mekilo. _S. Machutus_ 565, B. in Bretagne. B. 15 Nov. Gesln. Meken, Mekel. [541 _Melke, Melchert._ MALV: Mello, Malicho, Malgoz. _S. Melchus_ 5e eeuw, B. in Ierland. B. 6 Feb. I, 778. Thans ook naar _S. Melchior_ (Driekon.). [542 _Melle, Mel, Meile, Meleye, Melse._ MIL: Milo, Mello, Milizzo. _S. Mel_ 5e eeuw, B. in Ierland. B. 6 Feb. I, 778. Gesln. Mellen. [543 _Meltsje, Meeltsje._ MIL: Mila, Milizza, Milburc, Milburg. _S. Milburga_ 7e eeuw, M. in Engeland. B. 23 Febr. III, 388. [544 _Menne, Menno, Menke, Mense, Mennolt, Mein, Mente, Mints._ MAGAN: Megino, Meino, Megenzo, Meinzo, Megingaud, Megengoz, Meginolt, Meinolt, Meginwerc, Meinwerc. _S. Megingaudus (Megingos)_ 1010, Bel. te Willich. B. 19 Dec. Kr. VI. 3. _S. Meinwercus_ 1036, B. v. Paderborn, B. 5 Juni, I, 508. Kr. VI, 21. _S. Mengoldus_ 9e eeuw, Ma. te Hoey. B. 8 Feb. II, 186. Gesln. Mens, Mensing, Meynout. [545 _Miene, Mientjen, Mijntjen, Mintsje._ MIN: Minna, Mina, Minia, Minnona. Bij aanpassing _S. Firmina_ en _S. Samina_, Romeinsche Martt. B. 2 Juni, I, 168. [546 _Minne, Mynko, Minse, Mynt, Minnert, Myn._ MIN: Minno, Minnico, Minizo, Minard. Thans voor _S. Dominicus_ 1231, Ordest. B. 4 Aug. I, 358. Gesln. Minses, Minderts. [547 _Moeder (m.)._ MODA: Mot. Muodo, Mothar, Muther, Modowald, Modoald. _S. Modoaldus_ 640, B. v. Trier. B. 12 Mei, III, 50. [548 _Moeder (vr.)._ MODA: Moda, Muota, Modena, Modunna, Modericha. _S. Moduenna_ 6e eeuw, M. in Ierland. B. II, 241. [549 _Moen, Monne, Monse._ MUNI: Muno, Muning. Munizo, Monefons, Monulf. _S. Monon_ 645, Kluiz. en Ma. te Nassoin. B. 18 Oct. VIII, 369. _S. Monulfus_ omstr. 599, B. v. Maastricht. B. 16 Juli, IV, 152. Kr. I, 69. Gesln. Moens. [550 _Molle, Mollo_, vermoedelijk samengesteld uit Modilo. MODA: Muodo, Motilo, Modoald, Mowald. _S. Modoaldus_ omstr. 640, AB. v. Trier. B. 12 Mei, III, 50. Gesln. Moll, Mollen. [551 _Momme._ MUM: Mummulus, Mummolin. _S. Mummolus_ 7e eeuw, Abt te Bordeaux. B. 8 Aug. II, 351. _S. Mummolinus_ 685, B. v. Noyons en Doornik. B. 16 Oct. VII, P. II, 953. Gesln. Mommers. [552 _Monte, Munte._ MUNDA: Mundo, Munto, Monderich. _S. Mundus_ 10e eeuw, Abt in Schotland. B. 15 Apr. III, 388. Gesln. Muntinghe. [553 _Muntsje._ MUNDA: Munda, Mundofaeda. _S. Mundana_ 10e eeuw, Wed. te Sarlat. B, 5 Mei, II, 11. [554 _Murk, Mourk._ MAURA: Mauruch, Moric, Moruch. _S. Mauritius_ 286, Ma. B. 22 Sept. VI. 308. _S. Maurinus_, Abt te Keulen. B. 10 Juni, II, 279. Gesln. Murk. [555 _Murkje._ MAURA: Maura, Mora, Mauremia, Mauringa. _S. Maura_ 850, M. te Troyes. B. 20 Sept. VI, 271. [556 N _Naas, Naats._ NAS: Nasse, Nasco, Nasolt. _S. Nasadius_, B. in Ierland. B. 26 Oct. XI, 893. Thans ook voor _S. Ignatius_, en ook wel voor _S. Bernardus_. [557 _Naleken, Nelde, Neldeken, Naatjen._ NATH: Nadala, Nadalina, Nadalindis. _S. Natalena_, M. in Aquitanië. B. 5 Nov. [558 _Nammen, Nammele._ NAM: Namo, Namucho. _S. Namatius_ 5e eeuw, B. v. Clermont. B. 27 Oct. XII, 254. [559 _Nane, Nanne, Nanning, Nandes._ NAN: Nanno, Nannigo, Naning; NANTHI: Nanding, Nanther. _S. Nanterus_, Abt in Lotharingen. B. 30 Oct. Gesln. Nanning, Nankes, Nan. [560 _Nantsje, Neantsje._ NAN: Nanna, Nana, Nannicha. _S. Nana_, Bened. non. B. 22 Nov. [561 _Neeltjen, Nelle, Nelletjen, Knelie, Neeke_, naar _S. Cornelia_ 3e eeuw, Ma. in Africa. B. 31 Mrt. III, 905. [562 _Neke._ NAHTI: Necto, Nahthert, Nectard, Nectarius. _S. Nectarius_, Bel. in Auvergne. B. 9 Dec. [563 _Nette, Nitte._ NEUTA: Neozzo, Niudhart. _S. Neotus_ 7e eeuw, Bel. in Engeland. B. 31 Juli, VII, 314. Gesln. Nettes, Netjes. [564 _Nike, Nikele, Nicolaas, Niklaas, Klaas, Kleis._ NICU: Niko, Nichbod, Nihhard, Nihhar. _S. Nicasius_ van Heeze 1572, M. v. Gorcum. 9 Juli. Kr. IX, 12. Thans naar _S. Nicolaus_ 342, B. v. Myra. B. 6 Dec. Vrouwennaam: _Klaasjen, Klaasken._ Gesln. Nix. [565 _Nienke, Nienske. Niona, Niunta._ _S. Nina_, Ma. te Lyon. B. 2 Juni, I, 168. [566 _Nieske, Nies (m.), Nitsaart, Nitterd._ NITHA: Nitho, Nitto, Nizo, Nizzo, Nidhard, Nitart. _S. Nithardus_ 9e eeuw, Pr. in Zweden. B. 3 Feb. I, 390. [567 _Noed, Noyde, Nooi, Neude, Nutte, Nutger._ NODI: Noto, Noti, Notger, Nothelm. _Zal. Notkerus_ 912, Abt v. S. Gallen. B. 6 Sept. I, 576. _S. Nothelmus_ 8e eeuw, B. v. Canterbury. B. 17 Oct. VIII, 117. Gesln. Nooy, Nooten. [568 _Noen, Noenke._ NUN: Nunno, Nono, Nunnechius, Nuntio. _S. Nuncius_ 7e eeuw, Bel. te Hastière bij Namen. B. 10 Oct. V, 124. Gesln. Nonkes. [569 _Nolle, Nolke, Nol._ NODI: Nodolt, Nodulf, Notolf, Nodelus, Noldolf. Thans vlv. v. _Arnold_. [570 _Nome, Noom._ _S. Nomius_, Bel. bij Parijs. B. 8 Juli, II, 650. Gesln. Nooms. [571 _Norbert, Noor._ NOR: Noro, Norinc, Norman, Norpert, Noroberet. _S. Norbertus_ 1134, B. v. Maagdenburg. B. 6 Juni, I, 809. Kr. VII, 3. Gesln. Noorman. [572 _Nore, Noorken, Noordeken, Noor._ NOR: Nora, Nortrudis, Norgildis, Norlindis. Thans voor _S. Eleonora_ 1556, Domin. non in Spanje. B. 11 Mei, II, 611, f (Inter praeterm.). [573 O _Obe, Oepke, Offe, Obrecht._ OB, door samentrekking uit den stam AUDA: Audobereth, Audibert, Othbert, Oppert, Obert. _S. Autbertus_ 8e eeuw, B. v. Avranches. B. 18 Juni, IV, 603. Gesln. Audibert. [574 _Ode (m.), Oedse._ AUDA: Audo, Oudo, Odo, Otho, Audowin. Odwin. _S. Odo_ 12e eeuw, B. v. Doornik. B. 19 Juni, IV, 910. _S. Odwinus_, Pr. te Hougaerde. B. 25 Juni, V, 149. Gesln. Oetgens. [575 _Ode (vr.), Odeken, Otjen, Oede, Oetjen, Uken._ AUDA: Auta, Ouda, Oda, Ota, Audrada. _S. Oda_ 726, M. te S. Oedenrode. B. 27 Nov. Kr. I, 178. _S. Odrada_ 12e eeuw, M. bij Alem in N. Brab. B. 3 Nov. Kr. VI, 140. [576 _Odilde._ AUDA: Audechildis, Audildis, Othilt. _S. Othilda_, Bened. non in Duitschland. B. 16 Nov. [577 _Odilie, Oole, Oolken._ OTHAL: Odala, Odila, Odilia, Otilia. _S. Odilia_ omstr. 720, Abd. v. Hohenburg. B. 13 Dec. [578 _Odulf, Olof, Olf, Olpke._ AUDA: Audulf, Autolf, Ottulf, Otulp. _S. Odulfus_ omstr. 865, Pr. te Oirschot. B. 12 Juni, II, 591. Kr. V, 43. [579 _Oelbert, Olbert, Ole._ ALDA: Aldabert, Oldibert, Oldebert, Olbert. _S. Odelbertus_ 12e eeuw, Ma. te Oosterhout. B. 22 Oct. IX, 692. Kr. VI, 153. Gesln. Olberding. [580 _Oeltjen._ AUL: Olika, Olburgis. _S. Olla_ 12e eeuw, M. bij Kameryk. B. 9 Oct. IV, 1045. [581 _Oene, Oentse, Unico, Uneke, Unke._ UN: Unno, Unni, Unizo. _S. Unnus (Unno)_, B. v. Bremen. B. 29 Dec. _S. Unnis_ 10e eeuw, B. v. Hamburg. B. 21 Oct. IX. 273. Gesln. Oenen, Oenes. [582 _Ogier, Oyer, Okker, Okke, Oege._ AUDA: Autker, Okger, Oger. _S. Otgerus_ omstr. 713, Diaken in Oldenzaal. B. 10 Sept. III, 612. Gesln. Ocke. [583 _Olaf._ OLF: Olaf, Olof, Olef. _S. Olavus (Olaus)_ 1030, Kon. v. Noorwegen. B. 29 Juli, VI, 87. Gesln. Oleffs. [584 _Olbrand, Olbren._ ALDA: Aldeprand, Altbrand, Oldeprand. _S. Aldebrandus_ 12e eeuw, B. in Umbrië. B. 1 Mei, I, 158. [585 _Olger, Okkele, Olke._ ALDA: Aldiger, Aldger, Aldegar. _S. Oldegarius_ 1137, B. v. Barcelona. B. 6 Mrt. I, 481. Gesln. Oolgaard, Okeles, Okkes. [586 _Olivier, Olfert, Olifbrand._ VULFA: Vulfhar, Wolfar, Vulfier, Wolfheri, Wolfbrand. _S. Ulferius_, Ma. te Tonnerre. B. 11 Dec. Gesln. Olferts. [587 _Oopjen, Obkje, Obrich, Ouburg._ AUDA (vergelijk Obbe): Auta, Oda, Autberta, Autburg. _S. Oda_ 726, M. te S. Oedenrode. B. 27 Nov. Kr. I, 178. [588 _Orte, Oort._ ORTA: Ort, Ortger, Ortahar, Ordwig, Ortwin, Ordulf. _S. Ortarius_ 5e eeuw, Abt in Normandië. B. 21 Mei, V, 36. Gesln. Oort, Oortwijn. [589 _Ortjen._ [26] HROTHI: Hroddrud, Chrotrudis, Roddrudis. _S. Rotrudis (Ortrudis)_ 7e eeuw, M. in Vlaanderen. B. 22 Juni, B. IV, 255. [590 _Oswald, Oswoud, Osewout._ ANSI: Ansovald, Answald, Oswald. _S. Oswaldus_ 642, Kon. in Brittannië, Ma. B. 5 Aug. II, 83. Gesln. Osewoudt [591 _Otger, Outger, Outker._ AUDA: Autger, Autker, Okger, Oger. _S. Otgerus_ omstr. 713, Diaken in Oldenzaal. B. 10 Sept. III, 612. [592 _Otmar, Ot, Oomer, Oem, Oomke._ AUDA: Audamar, Automar, Otmar, Odmar, Ommar. _S. Audomarus_ 670, B. v. S. Omer. B. 9 Sept. III, 384. Gesln. Ootmar, Oomen, Ooms. [593 _Otte._ AUDA: Audo, Oudo, Odho, Otho, Hotto. _S. Otto_ 1139. B. v. Bamberg. B. 2 Juli, I, 349. Gesln. Otting. [594 _Out, Outje, Ouwe, Otse._ OD: Oato, Uato, Uodo, Uottizo, Ozo. _S. Oudoceus_ 6e eeuw, B. v. Landaff. B. 2 Juli, I, 318. Gesln. Out. [595 P _Pabe, Pape._ BAB; Babo, Pabo, Bavo, Bave. _S. Bavo_ omstr. 657, Bel. te Gent. B. 1 Oct. I, 199. _S. Papulus_ 3e eeuw, Ma. in Languedoc. B. 3 Nov. I, 587. Gesln. Pape, Pabes, Paaps. [596 _Paye._ BADU: Patio; BAID: Baidilo, Baithanus. _S. Badilo_ omstr. 900, Abt in Henegouwen. B. 8 Oct. IV, 349. [597 _Pale, Palle, Pals, Palse._ BALDA: Bald, Pald, Paldus, Palto. _S. Paladius_ 6e eeuw, B. v. Embrun in Catalonië. B. 21 Juni, V, 95. [598 _Palskje, Palsk._ BALDA: Palda, Paldila, Baltfrida. _S. Palladia_ 5e eeuw, M. te Auxerre. B. 8 Oct IV, 269. [599 _Pank, Pankras._ BANK: Penko, Bancgot, Pancoard. Thans naar _S. Pancratius_ 403, Ma. te Rome. B. 12 Mei, III, 17. Gesln. Bank. [600 _Pas (vr.)._ BASI: Basilla, Basina. _S. Basilla_ 3e eeuw, Ma. te Rome. B. 20 Mei, V, 173. [601 _Pauwels, Pauw, Pauke, Pouw._ _S. Paulus_ Ap. [602 _Perk._ BERA: Berich, Perrec, Piric, Pericho, Pircho, Berachar, Berhar. _S. Berachus (Berachius)_ 6e eeuw, Abt en B. in Ierland. B. 15 Feb. II, 833. _S. Bercharius_ 7e eeuw, Abt in Catalonië. B. 16 Oct. VII, P. II, 986. Gesln. Perk, Pierik, [603 _Persein, Persyn._ BERHTA: Berathwini, Perhtuin, Bertwin. _S. Berthuwinus_, Ma. te Le Mans. B. 8 Sept. III, 259. Gesln. Persijn. [604 _Pibe, Pibo._ BIB: Pippi, Bibo, Pibo, Pippo, Pepo, Pipin, Pibbin, Bibbin. _S. Pippinus_ van Landen 640, Vorst v. Austrasië. B. 21 Febr. III, 250. [605 _Pieke._ BIC: Bicco, Piccho, Pike, Bikilo, Becco. _S. Beccelinus_ 7e eeuw, Kluiz. in Engeland. B. 9 Sept. III, 446. Gesln. Pieck. [606 _Pieter, Peter, Piet, Peet, Peer, Peerken._ _S. Petrus_ Ap. _Peerjan_: samenkoppeling van Pieter en Jan. [607 _Pieternelle, Pernelle, Pietertjen, Pietjen, Pierken._ _S. Petronilla_ 1e eeuw, M. te Rome. B. 31 Mei, VII, 420. [608 _Pelgrum, Pelgrom, Pilger, Pelle._ BILI: Biligrim, Piligrim, Piligrinnus, Pilgrin, Bilgerim, Belgrim. _S. Piligrimus_ 10e eeuw, B. v. Passau. B. 31 Mei, VII, 418 f (Inter praeterm.). _S. Peregrinus_ 1345, Mo. v. d. Orde der Serviten te Forli. B. 30 Apr. III, 836. [609 _Pille, Pilke._ BILI: Bilo, Pillo, Pilicho, Pilifrid. _S. Bilfridus_ 8e eeuw, Kluiz. in Engeland. B. 6 Mrt. I, 448. [610 _Pilleken._ BILI: Bilihild, Pilihilda, Pilehilt. _S. Bilhildis_ 7e eeuw, Abd. v. Altmunster bij Mainz. B. 27 Nov. [611 _Pleuntjen, Ploontjen, Plonie, Ploon._ BOL: Polla, Puolin. _S. Pollena (Pollina)_, Ma. bij Kameryk. B. 8 Oct. IV, 289. Thans naar _S. Apollonia_ 249, Ma. te Alexandrië. B. 9 Feb. II, 278. [612 _Plis, Plissis._ BILI: Biligis, Piligis, Pilefrid. _S. Bilfridus_ 8e eeuw, Kluiz. in Engeland. B. 6 Mrt. I, 448. [613 _Polle, Pool, Pooltis._ [27] BOL: Bolo, Pollo, Bolzo. Bij toepassing: _S. Hippólytus_ 258, Ma. te Rome. B. 13 Aug. III, 4. Gesln. Polling. [614 _Pons, Pontiaan._ BON: Pono, Bonizo, Ponzo. _S. Bonitus (Bonus)_ 8e eeuw, B. v. Clermont. B. 15 Jan. I, 1069. _S. Pontianus_ 235, P. Ma. B. 19 Nov. [615 _Poonken._ BON: Bona, Bonica, Ponza. _S. Bonizella_ 13e eeuw, Wed. te Sens. B. 6 Mei, II, 121. [616 _Poppe, Popke._ BOB: Bobo, Pobo, Poppo. _S. Poppo_ 1048, Abt v. Stavelot. B. 25 Jan. III, 637. Gesln. Poppe, Poppen. [617 _Pronik._ BRUNJA: Bruno, Pruno, Brunic, Prunicho, Prunico. _S. Pronicus_ 4e eeuw, Ma. te Rome. B. 25 Juni, V, 11. Gesln. Pronk. [618 R _Raap, Raep._ HRABAN: Rhaban, Rabanus, Ramnus. _S. Rabanus_ Maurus 856, AB. v. Mainz. B. 4 Feb. I, 500. Gesln. Raap. [619 _Raas._ RADI: Razo, Razzo, Ratso. _Zal. Razzo_, Mo. te Werden. B. 18 Mei, IV, 804 in Append. [620 _Rabo, Rabbe._ RAB als samentrekking uit RATB, alzoo: RADI: Radbald, Radobod, Radbod. _S. Radbodus_ omstr. 987, B. v. Utrecht. B. 29 Nov. Kr. V, 89. [621 _Radboud, Rade._ RADI: Rading, Rathar, Rather, Radobod, Rathpoto, Ratbot. _S. Radbodus_ omstr. 917, B. v. Utrecht. B. 29 Nov. Kr. V, 89. _S. Radfridus_ omstr. 810, Ma. met S. Waldfried te Bedum. B. 3 Dec. Kr. V, 3. Gesln. Raat, Raats, Rading, Radier, Rather, Ratté (?). [622 _Radegonde, Ragonde._ RADI: Radaberga, Rattrudis, Radagundis. _S. Radegundis_ 587, Kon. in Gallië. B. 13 Aug. III, 93. [623 _Radfried._ RADI: Ratifrid, Ratfred. _S. Radfridus_ omstr. 810, Ma. met S. Waldfried te Bedum. B. 3 Dec. Kr. V, 3. [624 _Radulf, Redolf, Reilif._ RADI: Radulf, Redulf. _S. Radulfus_ AB. v. Berry. B. 21 Juni, IV, 107. [625 _Rauwert._ RADI: Radobert, Rathpert, Rappert. _S. Radbodus_ omstr. 917, B. v. Utrecht. B. 29 Nov. Kr. V, 89. [626 _Redert, Ridder._ RADI: Rathard, Redhard, Rederth, Radheri, Rether, Redir. _S. Rathardus_ 9e eeuw, Pr. in Beijeren. B. 8 Aug. II, 354. Gesln. Reterink, Ridders. [627 _Redmer._ RADI: Ratamar, Radmer, Redmer. _S. Radfridus_ omstr. 810, Ma. te Bedum. B. 3 Dec. Kr. V, 3. [628 _Reiger, Reijer._ RADI: Radiger, Redger, Radheri. _S. Radfridus_ omstr. 810, Ma. te Bedum. B. 3 Dec. Gesln. Reigers. [629 _Rein, Reinke, Rinne, Riense, Renso, Rens, Reinier._ RAGAN: Regino, Raino, Reinco, Reginzo, Raganhar, Renger, Rainher, Reiner. _S. Rainerius_ 12e eeuw, AB. v. Spalato. B. 4 Aug. I, 354. Gesln. Rensen. [630 _Reinhart, Reinaart, Rennert, Riender, Reint._ RAGAN: Raginhard, Reginhard, Reinhard. _S. Rainerius_ 12e eeuw, AB. v. Spalato. B. 4 Aug. I, 354. [631 _Reinilde._ RAGAN: Raganhildis, Regnildis, Reinhild, Reinildis. _S. Renildis_ 8e eeuw, Abd. te Maeseyck, B. 22 Mrt. III, 385. Kr. IV, 35. [632 _Reinold, Reinoud, Rijnhout, Reinolf._ RAGAN: Ragenald, Reginald, Reginholt, Rainald, Reinold, Raginolf, Rainulf. _S. Reinoldus_, Mon. te Keulen. B. 7 Jan. I, 385. _S. Ragnulfus_ omstr. 700, Ma. bij Atrecht. B. 27 Mei, IV, 717. [633 _Reintjen, Reinkje, Renskje, Rintsje, Rengetsje, Reinou, Reine._ RAGAN: Regina, Reinike, Ragenfredis, Reginulfa. _S. Regina_ [28] 8e eeuw, Wed. Gravin v. Ostravant. B. 1 Juli, I, 266. _S. Ragenfredis_, dochter v. S. Regina en Abd. in Henegouwen. B. 8 Oct. IV, 295. _S. Raginufla_ 7e eeuw ("Sinte Reinoffel te Incourt") M. B. 14 Juli, III, 691. [634 _Relinde._ RAGAN: Ragenlindes, Reginlinda, Regenlind. _S. Relindis_ 10e eeuw, Non te Susteren. B. 17 Aug. II, 569, Kr. V, 114. [635 _Rembert, Remmert, Reimer._ RAGAN: Raganbert, Reginbert, Rainbert, Raimpert. _S. Regimbertus (Rembertus)_ 9e eeuw, AB. v. Hamburg en Bremen. B. 4 Feb. I, 559. Gesln. Remmers. [636 _Rembold, Remmelt._ RAGAN: Raganbald, Regenbold, Reimbold. _S. Reginbaldus_ 1039, B. v. Spiers. B. 13 Oct. VI, 166 f. Auctar. 28. [637 _Rembrand, Reinbrand._ RAGAN: Ragemprand, Rainprand, Reinbrand. _S. Rembertus_ 9e eeuw, AB. v. Hamburg en Bremen. B. 4 Feb. I, 559. [638 _Remko, Remme, Remment, Rempt, Rieme._ RIM: Rimmo, Rimicho, Rimigis, Remoald. _S. Remigius_ 533, B. v. Reims. B. 1 Oct. I, 59. _S. Remaclus_ omstr. 670, B. v. Maastricht. B. 3 Sept. I, 669. Kr. I, 130. Gesln. Rems, Rempt. [639 _Renke, Renik._ RAGAN: Raganrich, Rainrich. _S. Rainerius_ 12e eeuw, AB. v. Spalato. B. 4 Aug. I. 354. Gesln. Renkes, Rengs. [640 _Renwer, Renger._ RAGAN: Reginwar. _S. Rainerius_ 12e eeuw, AB. v. Spalato. B. 4 Aug. I, 354. [641 _Rette, Reitse, Reid, Redle._ RADI: Rato, Razo, Retto, Radobod, Ratilo. _S. Radbodus_ 917, B. v. Utrecht. B. 29 Nov. Gesln. Reits. [642 _Richard, Ritsaart, Wridsaart._ [29] RICJA: Ricohard, Richhart, Rikhart. _Eerb. Richardus_ 1266, Cisterc. Abt van Aduard in Friesland. B. 21 Dec. Kr. VIII, 125. _S. Richardus_ 722, Abt te Verdun. B. 14 Juni, II, 974. Gesln. Rikkers, Rijckaert. [643 _Richolt, Rikelt, Rijkout._ RICJA: Ricoald, Rigwald, Richolt. _S. Richarius_ en _Eerb. Richardus_. Zie _Richard_ (643). [644 _Riepe, Riepke, Reeb._ RIPJA: Ripo, Ripher. _S. Riberius_, Mo. in Frankrijk. B. 19 Dec. Gesln. Reeb. [645 _Rieuwert._ RID: Rido, Ridperht, Ridward. _S. Rithbertus_ 7e eeuw, Bel. in Picardië. B. 15 Sept. V, 79. [646 _Rijk, Rijkert, Rikke, Rigt, Rijklof, Richel, Rieuwke, Riek._ RICJA: Rico, Ricohard, Rikhart, Richari, Ricar, Ricvulf, Rigolf. _S. Richardus_, Abt, _Eerb. Richardus_, Abt. Zie _Richard_ (643). _S. Richarius_ 7e eeuw, Abt v. Saint-Riquier. B. 26 Apr. III, 441. Gesln. Rijcken, Richelle. [647 _Rijkjen, Riekjen, Rikje, Richtsje, Rijkland._ RICJA: Ricca, Rikila, Ricdrudis, Rihlant, Richardis, Richarda. _S. Rictrudis_ 7e eeuw, Abd. te Marchiennes. B. 12 Mei, III, 79. _S. Richardis_ 10e eeuw, Keiz. in den Elzas. B. 18 Sept. V, 793. [648 _Rijnsburg, Rensburg, Rembrig, Reimborg._ RAGAN: Ragamburgis, Reginburg, Rainburgis, Raginswinda, Reginswind. _S. Reginswindis_ 9e eeuw, M. Ma. in Schwaben. B. 15 Juli, IV, 90. [649 _Rijnvis._ RAGAN: Ragnois, Rainuis, Regimbert. _S. Regimbertus_, Abt v. Echternach. B. 3 Dec. [650 _Rijpe, Rippe._ RIPJA: Ripo, Ripher, Rifarius. _S. Ribarius_, Bel. in Normandië. B. 19 Dec. [651 _Rimmer, Rimmert._ RIM: Rimberht, Rimbert. _S. Rembertus_ 888, AB. v. Hamburg en Bremen. B. 4 Feb. I, 554. [652 _Rippert, Riprant._ RICJA: Ricberht, Rigobert, Ribert, Ripert, Ribrand. _S. Rigobertus_ omstr. 740, B. v. Reims. B. 4 Jan. I, 174. [653 _Riske, Ritske._ RIZ: Rizo, Rizbert. _S. Rithbertus_ 7e eeuw, Bel. in Picardië. B. 15 Sept. V, 79. [654 _Risje, Riske._ RIZ: Riza, Rizla, Rizawib. _S. Ritza_ 11e eeuw, M. te Koblenz. B. 30 Aug. VI, 624. [655 _Ritsert, Ritse, Ryet, Ryts._ RIZ: Rizo, Rizbert. _S. Rithbertus_ 7e eeuw, Bel. in Picardië. B. 15 Sept. V, 79. [656 _Robert, Robbert, Robrecht, Roppert, Robbe._ HROTHI: Hrodebert, Chrodobert, Hruodbert, Rodebert, Roppert. _S. Robertus_ 1110, Abt te Molesme. B. 29 Apr. III, 662. _Eerb. Robertus_ 1170, Abt v. Mariënweerd. B. 29 Oct. XII, 778, b. (Inter praeterm). Kr. VIII, 55. Gesln. Robbe. [657 _Roderik, Ruward, Ruurd._ HROTHI: Hrodric, Ruadrich, Ruderic, Hroding, Hrodoward, Rutwart. _S. Rodingus (Chraudingus)_ omstr. 680, Abt v. Beaulieu. B. 17 Sept. V, 508. [658 _Rodmer._ HROTHI: Hrotmar, Rodemar, Ruthmar, Hrodhard, Hrothad. _S. Rothardus (Rothadus)_, B. v. Kamerijk. B. 14 Oct. VI, 399, c. (Inter praeterm.) [659 _Roeder, Roetert._ HROTHI: Rotehar, Rudher, Routhart, Rutart. _S. Rothardus (Rothadus)_, B. v. Kameryk. B. 14 Oct. VI, 399, c. (Inter praeterm.) [660 _Roeland, Roland, Roel, Rolle, Rolmus._ HROTHI: Hrodland, Chrodoland, Rodland, Rolland. _S. Rolandus_ de Medicis, 14e eeuw, Kluiz. in Italië. B. 15 Sept. V, 117. Gesln. Rol, Rollé. [661 _Roeltjen, Roelke, Roelandjen._ HROTHI: Hrodlind, Rodelindis, Rodelenda. _S. Rolendis_ 8e eeuw, M. bij Luik. B. 13 Mei, III, 242. [662 _Roemer, Roimer, Rombert, Rommert, Romein, Rommen, Romke._ HROMA: Ruomo, Ruoman, Romenus, Rumbert, Hrumheri, Rumhar, Rumerich, Romaricus. _S. Romaricus_, Abt v. Luxeuil. B. 8 Dec. _S. Romanus_ 6e eeuw, AB. v. Reims. B. 28 Feb. III, 748. Gesln. Roem, Romar, Romen, Romijn. [663 _Rombout, Rompt, Rumold._ HROMA: Ruom, Ruombald, Rumbold, Romuald, Rumold, Rumerich. _S. Rumoldus_ 775, B. Ma. te Mechelen. B. 1 Juli, I, 169. _S. Romualdus_ 1027, Abt en Ordest. in Italië. B. 7 Feb. II, 101. [664 _Romkje, Rombrig._ HROMA: Roma, Ruama, Rumetruda, Romilda. _S. Romana_ 4e eeuw, M. te Beauvais. B. 3 Oct. II, 130. [665 _Ronne, Ronge._ RUNA: Ronic, Runing, Runant, Runger. _S. Ronanus_ 6e eeuw, B. in Bretagne. B. 1 Juni, I, 79. Gesln. Ronning, Ronse. [666 _Roos._ HROTHI: Hrozo, Ruozo, Rozzo. _S. Rossius_ 4e eeuw, B. te Soissons. B. 16 Mei, III, 577. Gesln. Roozen. [667 _Roosjen, Roosken, Roselientjen._ HROTHI: Roza, Ruoza, Ruza, Rozila, _S. Rosa_ v. Lima 1617, M. B. 26 Aug. V, 892. _S. Rosselina_ 13e eeuw, Karth. non te Arcueil. B. 11 Juni, II, 489. [668 _Rouke, Rokus, Roekus._ HROC: Rocco, Rucco, Roho, Roo. _S. Rochus_ 14e eeuw, Bel. te Montpellier. B. 14 Aug. III, 725. _S. Rocchus_, Ma. te Antwerpen. B. 28 Feb. III, 725. Gesln. Roukens. [669 _Rubben, Rubyn, Robyn._ RUB: Rubo, Rubone, Ruvun, Rubinus. _S. Rubianus_, B. v. Como. B. 15 Dec. Gesln. Rubbens. [670 _Rudolf, Roelof, Roelf, Roel._ HROTHI: Hrodulf, Hruodolf, Rodvulf, Rudulf. _B. Rudolfus Aquaviva_ S.J. 1583, Ma. bij Goa. B. 15 Juli, IV, 5, c. _S. Rudolfus_ 13e eeuw, Knaap Ma. in Zwitserland. B. 17 Apr. II, 504. Gesln. Roelvink. [671 _Ruisch._ HROTHI: Ruozi, Rozzius, Ruozo. _S. Rossius_ 4e eeuw, B. te Soissons. B. 16 Mei, III, 577. [672 _Rupert._ HROTHI: Hrodebert, Rudipert, Ruopert, Ruppert. _S. Rudbertus (Rupertus)_ 8e eeuw, B. v. Salisbury. B. 27 Mrt. III, 699. [673 _Rut, Ruut._ HROTHI: Rodi, Ruadi, Roth, Ruth, Rudipert. _S. Rudbertus (Rupertus)_ 8e eeuw, B. v. Salisbury. B. 27 Mrt. III, 699. Gesln. Rutte. [674 _Rutger, Rogger, Rogge, Rogier, Rosier._ HROTHI: Hrodgaer, Rothger, Rutger, Rogger, Roger. _S. Rogerius_ 1368, B. v. Berry. B. 1 Mrt. I, 119. Gesln. Rogge. [675 _Ruurdtje._ HROTHI: Hroddrud, Hrottrudis, Roddrudis, Rotrud. _S. Rotrudis_, M. te S. Omer. B. 22 Juni, IV, 255. [676 S _Saartjen._ SARVA: Sarra, Sara, Saraburga, Sarohildis, Saroara. Thans naar _Sara_ v. h. Oude Testament, doch beter _S. Sara _ 4e eeuw, Abd. in Lybië. B. 13 Juli III, 484. [677 _Sabe, Sabbe, Sjabbe._ SAB: Saba, Sabarich. _S. Sabas_ 1e eeuw, AB. in Servië. B. 14 Jan. II, 979. [678 _Saepke, Sapke._ SVABA: Suavegotta, Swablind, Swabahilt. Thans naar _S. Sabina_ 3e eeuw, M. Ma. te Troyes. B. 29 Jan. II, 937. [679 _Saeske, Satske._ SANTHA: Sadi, Sanda, Sanza, Satburch. _S. Sancia_ 12e eeuw, M. Koningsdochter in Portugal. B. 17 Juni, II, 471. [680 _Sake, Saco, Sakele._ SACA: Sacco, Sago, Sahker. _S. Saccus_, Ma. in Africa. B. 27 Mei, VI, 679. Gesln. Saks. [681 _Sale, Saalt, Salves._ SALVA: Salvo, Salao, Saluwo. _S. Salvius_ 7e eeuw, B. v. Amiens. B. 11 Jan, I, _703_. Gesln. Saal. [682 _Sander, Sanne (m.)._ SANTHA: Santher, Sandrad. _S. Sanderadus_ 985, Abt v. Gladbach. B. 24 Aug. IV, 742, c. (Inter praeterm.) [683 _Sanne (vr.), Sanneken._ SANJA: Sania, Sana, Sanda. _S. Susanna_ 9e eeuw, M. te Muisen in België. B. 9 Feb. II, 339. [684 _Saris, Sars, Seerske, Ser._ SARVA: Sarus, Sario, Saro, Saralo, Serulus, Serlo. _S. Sarius_, Pr. te Kameryk. B. 24 Nov. _S. Serlo_ 12e eeuw, Abt v. Savignac. B. 20 Oct. VIII, 1007. Gesln. Sars, Saris. [685 _Sasbold, Sasbout._ SAHS: Saxo, Sakko, Sahsbert, Sasbald, Sasbold. Bij aanpassing: _S. Sabas_ 1e eeuw, AB. in Servië. B. 14 Jan. II, 979. [686 _Sasse, Sasker._ SAHS: Saxo, Sasso, Sahsger. Bij aanpassing: _S. Sabas_ 1e eeuw, AB. in Servië. B. 14 Jan. II, 979. Gesln. Sassing. [687 _Schalk._ SCALCA: Scalco, Scalcaman. _S. Godescalcus_ 1066, Vorst der West-Vandalen, Ma. B. 7 Jan. II, 40. [688 _Scato, Schette._ SCAZ: Scazo, Scazelo, Scatto. _S. Schetzlo_ 12e eeuw, Bel. in Luxemburg. B. 6 Aug. II, 175. [689 _Schelte, Schilte._ SCILDU: Scilto, Sciltung, Sciltolf. Bij aanpassing _S. Scophilus_. Zie _Scholte_ (691). Gesln. Schilte. [690 _Scholte, Schoute, Schutte._ Scudilo, Scuffilo, Sculd. _S. Scophilus_, Abt in Brittannië. B. 17 Oct. VIII, 57. Gesln. Scholting. [691 _Schrevel._ SCARPA: Scerfhilt, Skerfolt, Scerpfolf. _S. Schirbaldus_ 755, Leviet Ma. met S. Bonifacius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. [692 _Sebald._ SEVA: Sebald, Sebold, Seboald. _S. Sebaldus_ 8e eeuw, Kluiz. bij Neuremberg. B. 19 Aug. III, 762. [693 _Sebastiaan, Bastiaan, Bas._ _S. Sebastianus_ 250, Ma. te Rome. 20 Januari. [694 _Sebe, Seppe, Sibe, Sipke, Sibele._ SIBJA: Sibo, Sibico, Sibilo, Siboald. _S. Sebbus_ omstr. 697, Saksisch Vorst in Engeland. B. 29 Aug. VI, 516. Gesln. Sibbles, Seveke. [695 _Seerp, Sjerp._ SEVA: Sebern, Sebert, Sefrid, Seboald. _S. Sebaldus_ 8e eeuw, Kluiz. bij Neuremberg. B. 19 Aug. III, 762. [696 _Seye._ SEVI: Sevia, Severit, Sevard. _S. Siviardus_ 8e eeuw, Abt v. St. Calais. B. 1 Mrt. I, 65. [697 _Sekele, Selle, Selis._ SIGU: Sikko, Sigili, Sigolenus. _S. Sigo_ 9e eeuw, B. v. Clermont. B. 10 Feb. II, 429. _S. Sigolinus_ 9e eeuw, Abt v. Stavelot. B. 28 Oct. XII, 706. Gesln. Selle. [698 _Semme._ SAMA: Samo, Seminus, Sambo. _S. Sambatus_, B. v. Metz. B. 28 Oct. XII, 670. Gesln. Sem. [699 _Senne._ SANJA: Sanno, Senocus, Senbert, Senuald, Senwin. _S. Senocus_ 579, Abt bij Tours. B. 24 Oct. X, 764. [700 _Sent, Sind, Sens._ SINTHA: Sindo, Sinzo, Sinduni, Sindolf. _S. Sindulfus_ 7e eeuw, Kluiz. bij Reims. B. 20 Oct. VIII, 890. Gesln. Sentenie. [701 _Sentsje._ SANTHA: Sanza, Sandhilt, _S. Sancia_ 12e eeuw, M. Koningsdochter in Portugal. B. 17 Juni, II, 471. [702 _Seriel._ SARVA: Serulus, Saralo, Sarelo, Serlo. _S. Serlo_ 12e eeuw, Abt v. Savignac. B. 20 Oct. VIII, 1007. Verkeerd _Ceriel_ te schrijven als naar _S. Cyrillus_. [703 _Sibald, Sibod, Sibold, Sibout._ SIGU: Sigibald, Sikibold, Sigbold, Sibald, Sibold. _S. Sigebaldus_ 8e eeuw, B. v. Metz. B. 26 Oct. XI, 931. [704 _Sibet, Sibbe._ SIGU: Sigiboto, Siboto. _S. Sigebertus_ 656, Vorst v. Austrasië. B. 1 Feb. I, 206. [705 _Sibbeltsje, Sipkje._ SIBJA: Sibilo, Sibtrud. _S. Sibillina_ 14e eeuw, Non te Pavia. B. 19 Mrt. III, 67. [706 _Sibrand, Sibran, Sybren._ SIGU: Sigibrand, Sigiprand, Siebrand. _S. Sigebertus_ 656, Vorst v. Austrasië. B. 1 Feb. I, 206. _S. Sigebaldus_ 8e eeuw, B. v. Metz. B. 26 Oct. XI, 931. [707 _Side, Siedse, Sytse, Setse._ SIDU: Sito, Sitilin, Sicin, Sizo, Sizzo. _S. Sesnius_ 6e eeuw, Abt in Bretagne. B. 6 Mrt. I, 429. _S. Sisinnius_ 4e eeuw, Ma. bij Trente. B. 29 Mei, VII, 38. [708 _Siegfried, Suffried._ SIGU: Sigifrith, Sigofrid, Seifrid. _S. Sigfridus_ 7e eeuw, Abt in Engeland. B. 22 Aug. IV, 536. Gesln. Siegfried. [709 _Siel, Sielke._ SIL: Silo, Silach, Silico, Silhard. _S. Silaüs_ 11e eeuw. Iersche B. te Loches. B. 21 Mrt. V, 62. [710 _Sientjen._ SINTHA: Sinda, Sindis, Sinza, Sintfreda. _S. Glodesindis_ omstr. 778, M. te Metz. B. 25 Juli, VI, 198. [711 _Siert, Syrt._ SIGU: Sigihard, Sigard, Sehard, Seiard. _S. Siardus_ 1230, Abt v. Mariëngaarde. B. 13 Nov. [712 _Sies, Sie._ SIS: Siso, Sisibald, Sisemund, Sisinanth. _S. Sisenandus_ 9e eeuw, Diak. Ma, te Cordova. B. 16 Juli, IV, 181. [713 _Sietjen, Sijtjen, Sietsje, Setske._ SIDU: Sita, Sitiza, Sitioma, Sizila. Thans naar _S. Lucia_ 304, M. Ma., maar dan met Italiaanschen klemtoon op ci. [714 _Sigebert, Sibert, Sibrecht, Sievert._ SIGU: Sigiberht, Sigobert, Segebert, Sibret, Sievert. _S. Sigebertus_ 656, Vorst v. Austrasië. B. 1 Feb. I, 206. Kr. IV, 3. Gesln. Sieverts. [715 _Siger, Seger, Zeger, Sire, Sjerk, Sirik._ SIGU: Sigo, Sigur, Sigiheri, Sigher, Sigirie, Sirik, Sigihram, Sigerannus, Sirannus. _S. Sigo_ 9e eeuw, B. v. Clermont. B. 10 Feb. II, 429. _S. Sigirannus_, Abt te Berry. B. 4 Dec. Gesln. Segers, Zegers. [716 _Sigertsje, Segertsje, Sibrechtsje, Sibrentsje, Siburg, Siebrecht._ SIGU: Sigga, Sigila, Siguberga, Sigibrig, Sichildis, Sigrada. _S. Sichildis_ 8e eeuw, M. te Le Mans. B. 22 Juni, IV, 259. _S. Sigrada_ 7e eeuw, Wed. te Soissons. B. 4 Aug. I, 353. [717 _Sigismund._ SIGU: Sigimund, Sigismund, Simund. _S. Sigismundus_ 524, Vorst v. Burgondië, Ma. B. 1 Mei, I, 83. [718 _Syske, Syserik._ SIS: Siso, Seso, Sirie, Sisemund, Sisinanth. _S. Sisenandus_ 851, Diak. Ma. te Cordova. B, 16 Juli, IV, 181. [719 _Sikje._ SIGU: Sigihilda, Sichildis. _S. Sichildis_ 8e eeuw, M. te Le Mans. B. 22 Juni, IV, 259. [720 _Sikke._ SIGU: Sighi, Secki, Sigo, Sikko. _S. Sigo_ 873, B. v. Clermont. B. 10 Feb. II, 429. Gesln. Sikkes. [721 _Simen, Symen, Simke, Simme._ SIGU: Sigiman, Sigeman, Siman. _S. Sigo_ 9e eeuw, B. v. Clermont. B. 10 Feb. II, 429. _S. Sigismundus_ 524, Vorst v. Burgondië, Ma. B. 1 Mei, I, 83. Gesln. Simens. Thans ook naar _S. Simon_, Ap. [722 _Sind, Sinse, Sinsis._ SINTHA: Sindo, Sinzo, Sindigis; SIN: Sini, Sino, Sinigus. _S. Sinicius_ omstr. 300, B. v. Reims. B. 1 Sept. I, 118. [723 _Sine, Seine._ SIN: Sini, Sino, Sinigus. _S. Sinicius_ omst. 300, B. v. Reims. B, 1 Sept. I, 118. Gesln. Synen. [724 _Siwert, Sivert, Siuwe, Sieuw._ SIGU: Sigiward, Siward, Sifard, Sigofrid, Seifrid. _S. Sigfridus_ 10e eeuw, B. Ma. in Schwaben. B. 15 Feb. II, 847. Gesln. Sieuwerts, Cijffers. [725 _Sjaard._ SIGU: Sigihard, Sihard, Siiard. _Zal. Siardus_ 1230, Abt v. Mariengaarde in Friesland. B. 13 Nov. Kr. VII, 109. [726 _Sjoeke, Sjouke, Sjouwe, Sjieuwe, Sjeuke._ SIV: Siwo, Siuko. _S. Siviardus_ 8e eeuw, Abt in Gallië. B. 1 Mrt. I, 65. [727 _Sjoert, Sjut._ SIGU: Sigirod, Sigiward, Sigevrid. _S. Sigfridus_ 10e eeuw, B. Ma. in Schwaben. B. 15 Feb. II, 847. [728 _Snelle, Snelger, Snellart._ SNEL: Snelli, Snello, Snelperht, Snelman, Snelhard. Uit den stam SANJA: Sanilo, Senilo, Senelhard, Senwin. _S. Senanus_ 6e eeuw, B. Abt in Ierland. B. 8 Mrt. I, 760. Gesln. Snel, Snellens, Snelleman, Sneltjes. [729 _Soet, Soeteman._ Sudo, Suto. Uit den verwanten stam SVINTHA: Swindberct, Suwidbert, Suidbert. _S. Suidbertus_ 713, B. en Geloofspr. in Nederl, B. 1 Mrt. I, 67. Kr. II, 119. Gesln. Soet. [730 _Sofie, Sofietjen._ _S. Sophia_, M. Ma. te Firmo. B. 30 Apr. III, 733. [731 _Solke._ SOL: Sola (m.), Solio, Suolo, Solher, _S. Solarius_ 560, B. v. Straatsburg. B. 16 Juli, IV, 121 a. (Inter praeterm.) _S. Solas_, Mon. te Eichstadt. B. 3 Dec. Gesln. Solkes. [732 _Staats, Staas, Stasis._ STAD: Stadapreth, Stadald, Stadelbert, Stadolf. _S. Stathaeus_, Ma. te Cordova. B. 27 Juni, V, 252. Gesln. Staats, Staas. [733 _Stein, Stendert, Stijn._ STAINA: Steining, Stainfrid, Stainhard, Steinher. Thans naar _S. Stephanus_, Diak. Ma. 26 Dec. [734 _Steven, Steffen._ Thans naar _S. Stephanus_, Diak. Ma. 26 Dec. [735 _Stiene, Stientjen, Stijntjen._ STAINA: Steina, Steinburga. Thans naar _S. Christina_. Zie _Kristiene_. (454). [736 _Sure, Surtsje._ SIGU: Sigoara, Siwara (Middelnederl. Suwaerte, Sieuwertjen). _S. Sura (Suwarda)_ 12e eeuw, M. Ma. te Dordrecht. B. 10 Feb. II, 430. Kr. VI, 128. [737 _Suse, Susjen, Suster._ SUS: Susinna, Susgosa, Susuhagdis. Thans _S. Susanna_ 9e eeuw, M. te Muisen in België. B. 9 Feb. II, 399. [738 _Suwe, Suwtjen._ SVABA: Swaburc, Suavegotta, Swabahilt. Bij aanpassing _S. Sura (Suwarda)_, M. Ma. te Dordrecht. B. 10 Feb. II, 430. Kr. VI, 128. [739 _Swaantjen, Zwaantjen._ SVANA: Suana, Swanekinna, Suanila, Swanaburga, Swanahilda. Bij aanpassing _S. Sura (Suwarda)_, M. Ma. te Dordrecht. B. 10 Feb. II, 430. Kr. VI, 128. Gesln. Swaenen, Swaens. [740 _Swanik, Zwanik._ SVANA: Suano, Suanucho, Suanabald. Bij aanpassing _S. Swentibold_. Zie aldaar (743). [741 _Sweder, Zweder, Sweer, Swier._ SVINTHA: Swidiger, Swindheri, Swinther, Suither. _S. Suidbertus_ 713, B. en Geloofspr. in Nederl. B. 1 Mrt. I, 67. Gesln. Sweerts, Swerts. [742 _Swentibold, Zwentibold._ SVINTHA: Suint, Suidebold, Swidbold, Swindebald. _S. Swentiboldus_ 900, Vorst in Limburg te Susteren. B. 13 Aug. III, 138. Kr. V, 114. [743 _Swiedbert, Swebert, Swittert, Switer, Sweitse._ SVINTHA: Suindpert, Swintpret, Suitpert, Swidhard, Suizgar. _S. Suidbertus_ 713, B. en Geloofspred. in Ned. B. 1 Mrt. I. 67. Kr. II, 119. [744 _Swobke, Swobkje._ SVABA: Suaf, Swabin, Swaburc, Suavegotta, Swabahilt. Bij aanpassing _S. Sura (Suwarda)_ M. Ma. te Dordrecht. B. 10 Feb. II, 430. Kr. VI, 128. [745 T _Tabe, Tabbe, Tebbe._ DAB: Dabo, Tabo, Tapo. DAVA: Davo, Tewa, Davipert, Dawin, Tavold. _S. Davinus_ 11e eeuw, Bel. te Lucca. B. 3 Juni, I, 326. Gesln. Tabinge. [746 _Taco, Taye, Taike._ DAGA: Dago, Taco, Tacco, Daiko, Dagaperht, Dagovert, Tacobert. _S. Dagobertus_ 680, Vorst v. Austrasië. B. 19 Jan. II, 213 b. (Inter praeterm). Kr. IV, 21. _S. Dagaeus (Dega)_ 6e eeuw, B. in Ierland. B. 18 Aug. III, 656. Gesln. Taconis. [747 _Tade, Tadik, Tading, Taat, Tadt, Tedman._ DADI: Tati, Dado, Tado, Dedic, Tadican, Daduin, Tatwin. _S. Dado_ 683, B. v. Rouen. B. 24 Aug. IV, 794. _S. Tatwinus_ 8e eeuw, B. v. Kantelberg. B. 30 Juli, VII, 159. Gesln. Taat, Tates. [748 _Tale, Talte, Teel._ DALA: Tallo, Talo, Tello, Telo, Dalman, Dalbert, Dalferi. _S. Dalfinus_ 7e eeuw, B. v. Laon, Ma. B. 28 Sept. VII, 720. Gesln. Taalman, Daalmans. [749 _Tanne, Tantsje._ DANA: Danna, Tannecha, Danagildis. _S. Tancha_, M. Ma. in Champagne. B. 10 Oct. V, 120. Thans ook naar _S. Antonia_, Ma. B. 12 Apr. II, 81. [750 _Tedde, Tetse, Teise._ TAITA: Teto, Tedo, Zeizo, Tetbald, Tetfrid, Tetrad. _S. Tetricus_ 572, B. v. Langres. B. 18 Mrt. II, 633. _S. Tetradius_ omstr. 505, B. v. Berry. B. 16 Feb. II, 888. Gesln. Teding. [751 _Tee, Tea, Teekje._ THIVA: Thieild, Thiolind, Thelind, Thienni, Thiosint. _S. Thiadildis_ 9e eeuw, Abd. v. Freckenhorst. B. 30 Jan. II, 1154. [752 _Teetje, Teetske._ TAITA: Teta, Tetta. _S. Tetta_, Abd. in Engeland. B. 17 Dec. [753 _Teger._ DAGA: Dago, Taggo, Tahechar, Dagarius, Daiher. _S. Dagarus_, Ma. in Tunis. B. 30 Apr. III, 751. [754 _Tetard, Testaard, Tete._ DADI: Dado, Teto, Tethart, Theter, Teterat, Theterich. _S. Tetradius_ omstr. 505, B. v. Berry. B. 16 Feb. II, 888. [755 _Tewis, Teuw._ _S. Matthaeus_, Ap. Ev. 21 Sept. [756 _Theobald, Tibaut, Tibbolt, Tibbout, Tibbe, Dibbet, Dubbelt._ THEUDA: Theudobalt, Teutbolt, Thietpolt, Tiepolt, Theutobod, Diebot. _S. Theobaldus_ 9e eeuw, B. v. Vienne. B. 21 Mei, V, 46. _S. Theobaldus_ 11e eeuw. Kluiz. te Vicenza. B. 30 Juni, V, 588. Gesln. Thiebaut, Dibbits, Debets, Dibbels, Dubbeld. [757 _Theodoor, Door._ _S. Theodorus_ 306, Krijger en Ma. te Amasea. B. 9 Nov. [758 _Tidde, Tietse, Tesse, Tiedger._ THEUDA: Theudo, Tiedo, Tido, Teutger, Dietger, Theudemar, Teuzo, Titzo. _S. Thetmarus_ 12e eeuw. Pr. in Holstein. B. 17 Mei, IV, 41. [759 _Tiele, Tieleman, Tyel, Telle._ DIL: Dillo, Thilo, Tilemir. _S. Tillo_ 7e eeuw, Mon. in Gallië. B. 7 Jan. I, 376. _S. Tilbertus_ 8e eeuw, B. in Engeland. B. 7 Sept. III, 112. Gesln. Tielen, Tieleman. [760 _Tiesse, Ties._ THEUDA: Teuzo, Thiezo, Thiezilin, Tietzelin. _S. Tezelinus_, Mo. v. Clairvaud. B. 3 Nov. [761 _Timen, Tymen, Tiedeman, Tedman, Tadman._ THIVA: Thio, Theoman, Diemman; THEUDA: Teutman, Dietman, Titman, Theodemer, Theodemir. _S. Theodemirus_ 9e eeuw, Mo. te Cordova. B. 25 Juli, VI, 227. Gesln. Timens, Timans, Tiedeman. [762 _Tinke, Tinne._ THEGAN: Degan, Dignus, Tegeno, Dignowar. _S. Tigernacus_ 6e eeuw, B. in Ierland. B. 5 Apr. I, 401. Vergelijk _Dignum_ (152). [763 _Toers._ THUR: Turo, Thurfrid, Thurmar. _S. Turianus (Turiavus)_ 8e eeuw, B. v. Deols in Bretagne. B. 13 Juli, III, 614. [764 _Tome, Tomis, Tomme._ DOMA: Duomo, Dommelus, Domlin, Domnolenus. _S. Domnolus_ 6e eeuw, B. v. Le Mans. B. 16 Mei, III, 603. _S. Domnolenus_ 7e eeuw, Bel. in Auxerre. B. 21 Oct. IX, 325. Thans naar _S. Thomas_, Ap. Gesln. Toms, Tomsen. [765 _Toontjen, Teuntjen, Teunisjen, Teunisken, Teuneken._ DON: Dona, Tuona, Donemia, Thuonlind. Thans naar _S. Antonia_ 2e eeuw, Ma. te Lyon. B. 2 Juni, II, 160. [766 _Tossanus._ (Aank. in "De Tijd" v. 19 Jan. 1894). Waarschijnlijkst de Fransche naam _Toussaint_ verlatijnscht, gelijk ook wel _S. Toussanus_, Mo. v. Cluny. B. 25 Nov. Als oud-germaansche naam echter DOD: Dodo, Todo, Tozo, Tozzi. _S. Tozzo_ 8e eeuw, B. v. Augsburg. B. 16 Jan. II, 55. [767 _Treese, Treesjen._ _S. Teresia_ 1582, Carmelit. non in Spanje. B. 15 Oct. VII, P. I. 109. [768 _Trui (m.), Troye._ DRUDI: Drudo, Trudi, Drudbald, Drudewin. _S. Trudo_ 693, Pr. in Hesbay. B. 23 Nov. Gesln. Truyens. [769 _Truitjen, Truiken, Truigen._ DRUDI: Druda, Truta, Trudila, Truza, Trutgardis, Trutgildis. _S. Truthgeba_ (dezelfde als _S. Lioba_) 8e eeuw, Abd. v. Bischoffsheim. B. 28 Sept. VII, 648. Thans ook naar S. _Gertrudis_ Zie _Geertruide_ (273). [770 [30]_Tsjaard_ = _Gaard._ Zie aldaar (263). [771 _Tsjabbe_ = _Gabbe._ Zie Gabe (261). [772 _Tsjade_ = _Gade._ Zie aldaar (262). [773 _Tsjakke,_ als saamgetrokken uit Tsjaddeke, verkleiningsvorm van _Tsjadde_: Zie _Gade_ (262). [774 _Tsjalle, Tsjalke, Tsjalling, Tsjallef._ GAL: Galand, Galafred, Galeman. _S. Gallanus_, Mo. in Ierland. B. 7 Dec. Zie Gale (265). [775 _Tsjamme, Tsjamke, Tsjemme._ GAM: Gammo, Kammo, Camo, Gamard, Gamer. _S. Gamaris_, Kluiz. B. 4 Nov. [776 _Tsjasse_ = _Kase._ Zie aldaar (432). [777 _Tsjeard_ = _Geert._ Zie _Gerard_ (282). [778 _Tsjeartsje_ = _Geertjen._ Zie _Geertruide_ (273). [779 _Tsjebbe, Tsjepke, Tsjiep_ = _Gebke._ Zie aldaar (270). [780 _Tsjemme, Tsjimme_ = _Gemme._ Zie aldaar (281) [781 _Tsjepkje, Tsjipkje_ = _Gebken._ Zie aldaar (271). [782 _Tsjerk, Tsjark_ = _Gerke._ Zie aldaar (285). [783 _Tsjerk_ ook = _Thiadrik._ Zie _Diederik_ (146). [784 _Tsjerne_ = _Krijn._ Zie aldaar (451). [785 _Tsjesse, Tsjetse_ = _Kees._ Zie aldaar (435). [786 _Tsjeuke_ = _Geeuwke._ Zie _Gauwe_ (268). [787 _Tsjitte, Tsjitger._ KID: Kedi, Ketto, Chitzo, Chitzilo. _S. Gitzelinus (Gezzelinus)_ 1135, Bel. te Keulen. B. 6 Aug. II, 172. [788 _Tsjomme_ = _Gomme._ Zie _Gommer_ (308). [789 U _Ube, Ubke, Ubele, Oele._ UB: Ubbi, Ubo, Ubilo. _S. Ubaldus_ 1160, B. v. Gubbio. B. 16 Mei, III, 628. Gesln. Ubbens, Ubbels. [790 _Udo, Uteke._ UD: Udo, Utto, Udurat. _S. Utho_ 820, Abt v. Mettern. B. 3 Oct. II, 207. _S. Udardus_, B. in Schotland. B. 4 Nov. Gesln. Udens. [791 _Uge, Ukke._ HUGU: Hugi, Huc, Huguo, Hucco. _S. Hugo_ omstr. 930, Abt v. Cluny. B. 29 Apr. III, 628. [792 _Ulbe, Ulbo, Ulke._ UL: Ulbrand, Ulfrid, Ulgis, Ulmar. _Zal. Ulboldus_ 1240, Cisterc. Mo. in Friesland. B. 26 Jan. II, 690 f. (Inter praeterm.) Kr. VIII, 124. _S. Ulgisus (Wulgisus)_ 8e eeuw, B. en Abt te Lobbes. B. 4 Feb. I, 498. Gesln. Uyl, Ulens, Uiling, Uilkens. [793 _Ulbetjen, Ulpke._ VULFA: Wolfa, Ulfa, Ulfina, Vulfula. _S. Ulphia_ 8e eeuw, M. te Amiens. B. 31 Jan. II, 1121. [794 _Ulfert, Olfert._ VULFA: Vulfhard, Wulfart, Wolfert, Ulfari, Vulfer. _S. Ulferius_, Mo. te Tonnerre. B. 11 Dec. Gesln. Olferts, Ulffers. [795 _Ulfertsje, Olfertsje._ VULFA: Wolfa, Vulfula, Vulfemia, Ulfuldis. _S. Ulphia_ 8e eeuw, M. te Amiens. B. 31 Jan. II, 1121. [796 _Ulrik, Ulde._ OTHAL: Udalric, Odalric, Ulderich, Ulrich. _S. Udalricus_ 973, B. v. Augsburg. B. 4 Juli, II, 73. [797 _Uneke, Onno, Onne._ UN: Unni, Unno, Unako, Unicho. _S. Unnis_ 10e eeuw, AB. v. Hamburg en Bremen. B. 21 Oct. IX, 373. [798 _Urseltjen, Orseltsje._ URSA: Urs, Ursa, Ursitrude. _S. Ursula_ omstr. 453, M. Ma. te Keulen. B. 21 Oct. IV, 73. [799 _Usmar_, als verkorting van _Ursmar_. URSA: Ursemar, Ursmar. _S. Ursmarus_ 1213, Abt en B. te Avesnes. B. 18 Apr. II, 557. [800 _Usso, Oske._ US: Usso, Usuald, Uswart. _S. Uzanus_, B. v. Toulouse. B. 8 Dec. [801 _Uwe._ UV: Uvo, Uvilo, Uwunzo, Uzant. _S. Uzanus_, B. v. Toulouse. B. 8 Dec. Gesln. Uwen. [802 V _Vaas._ VAZ: Vazo, Uazo, Wazo. _S. Vasius_ omstr. 500, Ma. te Les Saintes. B. 15 Apr. II, 423. Gesln. Vasen, Vasse. [803 _Vaast._ VADJA: Wetti, Wado, Vadiko, Vedastus, Vadulf. _S. Vedastus_ 539, B. v. Atrecht. B. 6 Feb. I, 782. [804 _Valeer._ VALHA: Walaheri, Walher, Walherich, Valerich. _S. Valericus_ 6e eeuw, Kluiz. in Gallië. B. 10 Jan. I, 617. [805 _Valke, Valk._ Zie _Falke_ (225). [806 _Vechter,_ waarschijnlijk gevormd naar _S. Victor_ 286, Ma. v. h. Thebaansche legioen. B. 22 Sept. VI, 308. Gesln. Fechter. [807 _Velten._ Zie _Felten_ (230). [808 _Verele, Verle._ FARA: Faregildis, Farohildis, Ferhildis. _S. Pharaildis_ 7e eeuw, M. in Brabant, "Sinte Veirle". B. 4 Jan. I, 170. [809 _Vijgel, Wigle._ VIGA: Wigilo, Wighelm, Wikelin. _S. Vigilius_ 743, B. v. Auxerre. B. 11 Mrt. II, 72. Gesln. Wikel. [810 _Vincent._ _S. Vincentius a Paulo_ 1660, Pr. te Parijs. B. 27 Sept. VII, 365 c (19 Juli). [811 _Vriend, Vrind, Friens._ FRIUND: Vriandis, Friuntbert, Friunthelm. Bij vertaling, wijl de oud-germaansche stam "amicus" beduidt: _S. Amicus_ 8e eeuw, Ma. te Mortara. B. 12 Oct VI, 124. Gesln. Vriend, Vrind, Vriens. [812 W _Waaie._ VAID: Waido, Weido. _S. Weeda_ (m.), Abt v. Peterborough. B. 2 Dec. Gesln. Waaijer. [813 _Waalke, Walke, Walle, Waalte._ VALHA: Walh, Walah, Walho. _S. Walo_, B. v. Metz. B. 1 Nov. [814 _Waaltsje._ VALD: Walda, Waldedrudis, Walderada. _S. Waldetrudis_ 7e eeuw, Abd. te Metz. B. 5 Mei, II, 51. [815 _Waarmond._ VAR: Varo, Wero, Waramunt, Warmund, Werimund, Veremund. _S. Veremundus_ 11e eeuw, Abt in Navarre. B. 8 Mrt. I, 794. Gesln. Waare. [816 _Waas, Waatse._ VASU: Waso, Wasung, Wasmot, Wasnulf. _S. Vasius_ 5e eeuw, Ma. te Saintonge. B. 16 Apr. II, 423. _S. Wasnulfus_ 8e eeuw, Bel. in Henegouwen. B. 1 Oct. I, 303. [817 _Wabbe (vr.), Wabbel, Waltsje, Wallekey._ VALD: Walda, Waltberga, Waldadrudis. _S. Waldetrudis_ 686, kloosterst. te Bergen in Henegouwen. B. 9 Apr. I, 829. [818 _Wakker, Wachtel, Wachtelaar._ VACAR: Wacar, Waccar, Wacarolf. _S. Waccarus_ 755, Mo., Ma. met S. Bonifatius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Wakkers, Wagtel, Wachtelaer. [819 _Walbert, Wabbe, Wapke, Wable._ VALD: Waldobert, Waldberht, Gualpert. _S. Walbertus _ 7e eeuw, Graaf v. Henegouwen. B. 11 Mei, II, 633. [820 _Walburg, Walleken._ VALD: Waldeburg, Waltpurgis, Walpurgis. _S. Walburgis_ 779, Abd. v. Heidenheim. B. 25 Feb. III, 511. [821 _Wale, Wael._ VALHA: Walherich, Walarich, Walrich. _S. Walaricus_ omstr. 620, Abt in Picardië. B. 1 Apr. I, 14. Gesln. Walles, Waalkes. [822 _Walewein._ VOLA: Wolbodo, Wolamunt, Wolamot, Wolwini, Wolwin. _S. Wolbodo_ 1021, B. v. Luik. B. 21 Apr. II, 855. [823 _Walig, Waling._ VALHA: Walho, Walacho, Walicho, Walrich. _S. Walaricus_ omstr. 620, Abt in Picardië. B. 1 Apr. I, 14. Gesln. Wallich. [824 _Walraad._ VALHA: Walho, Walarad, Walrad, Walarich. _S. Walaricus_ omstr. 620, Abt in Picardië. A. 1 Apr. I, 14. [825 _Walrade._ VALHA: Wala, Wallia, Waledrudis, Walderada. _S. Waldrada_ 7e eeuw, Abd. te Metz. B. 5 Mei, II, 51. [826 _Walraven, Walram, Walrand._ VALHA: Walahram, Waluramnus, Walarannus, Walraban, Walerich, Walerand, Walrauin. _S. Walaricus_ omstr. 620, Abt in Picardië. B. 1 Apr. I. 14. Gesln. Walraven. [827 _Walte, Waldrik, Walfried._ VALD: Waldo, Walto, Waldobert, Waldifrid, Waldarich. _S. Waldebertus_ 7e eeuw, Abt v. Luxeuil. B. 2 Mei, I, 274. _S. Waldefridus_ omstr. 810, Ma. met S. Rathfridus te Bedum. B. 3 Dec. Kr. V, 3. [828 _Walter, Wauter, Wolter, Wouter, Wout, Woutrien._ VALD: Walto, Wolto, Waldhar, Waldher, Walter, Gualter, Waldrun. _S. Walterus_ 755, Ma. met S. Bonifatius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. _S. Walterus_ 13e eeuw, Cisterc. Mo. te Birbeke, B. 22 Jan. III, 447. [829 _Wander, Waander, Wendel._ VAND: Wando, Wendo, Wendel, Wanther, Wandregisil, Wendelheri, Vandalarius. _S. Wandregesilus_ 666, Abt v. Fontanelle. B. 22 Juli, V, 253. Gesln. Waanders, Wendelaar. [830 _Wannes._ VAN: Wan, Wano, Waning, Wangis. Hier en daar in gebruik gebleven voor _Joannes_. Gesln. Wanning, Waning. [831 _Warbold, Warbout, Warmbout, Warmold._ VARIN: Warinbold, Warembold, Werinbold, Werinbald. _S. Verembaldus_, Mo. te Hirschau. B. 10 Nov. [832 _Ward._ VARDU: Wardo, Warido, Warto. _S. Edwardus (Eduardus)_ 978, Kon. v. Engeland. B. 18 Mrt. II, 638. [833 _Warnar, Warne, Werner._ VARIN: Warinhari, Warinher, Warnher, Wernhar. _S. Wernherus_ 1287, Knaap Ma. te Wesel. B. 19 Apr. II, 697. Gesln. Warnaars, Warnink. [834 _Wasse, Was, Wasman._ VAZ: Wazo, Wazzo, Wezilo, Waceleif, Wazeman, Wezeman. _S. Wasnulfus_ 651, Pr. Geloofspred. in Henegouwen. B. 1 Oct. I, 303. Gesln. Wassen, Wassink, Wasman, Weseman. [835 _Watte, Waatse, Wedse._ VADJA: Wado, Wato, Wazo, Vedastus, Wadulf, Vedulf. _S. Vedastus_ 539, B. van Atrecht. B. 6 Feb. I, 782. _S. Vedulfus_, B. v. Atrecht. B. 6 Feb. I, 763 f (Inter praeterm.). [836 _Weid, Wetse._ VADJA: Wetti, Weti, Veduco, Vedastus. _S. Vedastus_ 539, B. v. Atrecht. B. 6 Feb. I, 782. Gesln. Weitingh. [837 _Welbe._ VILJA: Willibad, Willebert, Willebut, Wilbod. _S. Willibrordus_ 738, B. v. Utrecht. B. 7 Nov. Gesln. Welp. [838 _Welke, Wielke, Wilke._ VILJA: Willico, Willic, Willihad, Willehath. _S. Willehadus_ 789, B. van Bremen. B. 8 Nov. Kr. III, 173. _S. Willehadus_ 1572, een der Gorc. Martt. B. 9 Juli, II, 736. Gesln. Wilkens. [839 _Welmoet, Wendelmoet, Wijdemoet._ VILJA: Willimod (vr.), Willemot, Willefrid. _S. Wilfreda_ 10e eeuw, Abd. in Brittannië. B. 9 Sept. III, 453. [840 _Wendel, Wijndel._ VAND: Wendo, Wendil, Wandilo, Wendelin. _S. Wendelinus_ 7e eeuw, Kluiz. te Trier. B. 21 Oct. IX, 343. [841 _Wender._ VINTAR: Winther, Wintarung, Wintrug. _S. Wintrungus_ 755, Ma. met S. Bonifatius te Dokkum. B. 5 Juni, I, 452. [842 _Wenne, Wenneke._ VAN: Wano, Weni, Wanicho, Wenniko, Waningo. _S. Waningus_ 688, Kloosterst. te Fécamp. B. 9 Jan. I, 590. Gesln. Wennen, Wennekes. [843 _Wenzel, Wentsel, Wessel._ VAND: Vanzo, Wanzo, Wenzil. _S. Wenceslaus_ 938, Hertog in Boheme. B. 21 Sept. VI, 770. [844 _Werenfried, Were, Wervel._ VARIN: Varinfrid, Warnefrid, Werinfrid. _S. Werenfridus_ omstr. 760, Pr. Geloofspred. in Ned. B. 27 Aug. VI, 100. Kr. II, 153. [845 _Werp, Worp._ VAR: Warbald, Warbraht, Warbod; VARIN: Varinfrid, Warnefrid. _S. Werenfridus_ omstr. 760, Pr. Geloofspred. in Ned. B. 27 Aug. VI, 100. Kr. II, 153. Gesln. Worp. [846 _Wessel._ VAZ: Vazo, Wezo, Wazili, Wezil, Weselus, Wezelo. _S. Vasius_ 5e eeuw, Ma. te Les Saintes. B. 16 Apr. II, 423. Gesln. Wessels, Wesseling. [847 _Wiard, Wierde, Wirdmer._ VERTHA: Verdo, Werdo, Wirdo, Viridomar. Bij aanpassing: _S. Guericus_ 8e eeuw, B. v. Sens. B. 27 Aug. VI, 94. Gesln. Wierts. [848 _Wibe, Wibo, Webbe._ VIB: Wibi, Vibo, Wipo, Wibil, Wibelin; VIGA: Wicco, Wigberht, Wippert. _S. Wigbertus_ 7e eeuw, Pr. Geloofspred. in Ned. B. 13 Aug. III, 132. Gesln. Wibo, Wiben, Wiebes. [849 _Wibren, Wibrentsje, Wybrigje, Wyke._ VIGA: Wigbrun, Wiheprun. _S. Wibrandis_ 10e eeuw, M. te Konstanz. B. 16 Juni, IV, 96. [850 _Wichard._ VIGA: Wighard, Wichhart, Wyhard, Weichart. _S. Wigbertus_ 7e eeuw, Pr. Geloofspred. in Ned. B. 13 Aug. III, 132. [851 _Wientjen, Wyntjen._ VINI: Vina, Wina, Winiberta, Winefreda. _S. Wivina (Vivina)_ 1170, Priorin van Groot-Beygaerde in Vlaanderen. B. 17 Dec. _S. Winefreda_ omstr. 650, M. Ma. in Noord-Wales. B. 3 Nov. [852 _Wier._ VIGA: Wigiroh, Wicroh. _S. Wiro_ omstr. 710, B. te Roermond. B. 8 Mei II, 309. Kr. III, 3. [853 _Wierik._ VIGA: Wigirich, Wigrich, Wiric, Guirichus. _S. Guericus_ 8e eeuw, B. v. Sens. B. 17 Aug. VI, 94. [854 _Wiesjen, Wiskje._ VIS: Wisla, Guisperga, Wisigardis, Wisegozza. _S. Vissia_ 3e eeuw, M. Ma. te Fermo. B. 12 Apr. II, 81. Verkeerdelijk naar het Fransche Louise voor Ludovica. [855 _Wigbert, Wibert._ VIGA: Wigberht, Vigobert, Wicbret, Wippert, Guibert. _S. Wigbertus_ 7e eeuw, Pr. Geloofspred. in Ned. B. 13 Aug. III, 132. _S. Guibertus_ 962, Stichter der abdij van Gembloux. B. 23 Mei, V, 59. [856 _Wigbold, Wibout, Wigbele._ VIGA: Wigibald, Wigbold, Wicbolt, Wibold, Guibald. _S. Wigbertus_ 7e eeuw, Pr. Geloofspred. in Ned. B. 13 Aug. III, 132. Gesln. Wigbout, Wigbolts, Wiebols, Wibaut. [857 _Wigbrand, Wibrand, Wibren._ VIGA: Wigbrand, Wicprant, Wibrant. _S. Wigbertus_ 7e eeuw, Pr. Geloofspred. in Ned. B. 13 Aug. III, 132. Gesln. Wigbrans, Wegbrans. [858 _Wigge, Wigger, Wiggert, Wike, Wiggele._ VIGA: Wiggo, Wigger, Wicher, Wighard, Wigilo, Wigand, Wigman, Wihman. _S. Wigardus_, Cisterc. Mo. B. 22 Oct. IX 434 d. (Inter praeterm.). _S. Wigmannus_ 9e eeuw, Saksisch Graaf, Ma. te Ebbekesdorf. B. 2 Feb. I, 309. Gesln. Wiggers, Wikel, Wiegant, Wiegman, Wichman. [859 _Wye, Weyen._ VIHA: Wiho, Vio, Weo. _S. Wiho_ omstr. 807, B. v. Osnabrück. B. 20 Apr. II, 761. Kr. IV, 153. [860 _Wilbert, Willebrord, Wille._ VILJA: Villo, Willo, Willibald, Willebert, Wilpert, Willebort, Willihad, Willehath. _S. Willibrordus_ 739, B. v. Utrecht. B. 7 Nov. _S. Willibaldus_ 8e eeuw, B. v. Eichstadt, B. 7 Juli, II, 485. _S. Willehadus_ 1572, Ma. v. Gorc. B. 9 Juli, II, 736. Kr. IX, 14. [861 _Wilfried._ VILJA: Viliafred, Wilgefrid, Willefrid. _S. Wilfridus_ 709, B. v. York, Geloofspred. in Ned. B. 24 Apr. III, 292 en 29 Apr. III, 626. Kr. II, 25. [862 _Wilke, Wilse._ VILJA: Willic, Willico, Willec, Wilsind. _S. Willeicus_ omstr. 726, Pr. te Werden. B. 2 Mrt. I, 148. Kr. II, 124. Gesln. Wilkens. [863 _Willem, Giljam, Helm._ VILJA: Willahelm, Willehalm, Willehelm, Guilhelm. _S. Wilhelmus_ 813, Mo. van Gellone (Willem van Oranje). B. 28 Mei, VI, 809. _S. Guilielmus_ 1142, Abt v. Monte-vergine. B. 25 Juni, V, 112. [864 _Willemar._ VILJA: Willamar, Villimar, Willimer, Wilmer. _S. Willibrordus_, _S. Willibaldus_, _S. Willehadus_. Zie _Wilbert_ (861). Gesln. Wilmer, Wilmers. [865 _Willempjen, Willemken, Wimken, Wilhelmiene, Willemiene, Wilskje._ VILJA: Wilia, Willica, Wiltrudis, Viliafred, Willigard, Willigund. _S. Wilfreda_ 11e eeuw, Abd. in Brittanië. B. 9 Sept. III, 454. _Wilhelma_ of _Wilhelmina_ komen op de Heiligenlijsten niet voor. [866 _Wilte, Wiltse._ VILDJA: Wilto, Wiltfrid, Wildehar, Wildulf. Naar den verwanten stam VILJA: _S. Wilfridus._ Zie _Wilfried_. Gesln. Wiltink. [867 _Wimmer, Wemmer, Wemberich, Wimke._ VIGA: Wigmar, Wimar, Wimmer, Wigman, Wichman. _S. Wigmannus_ 9e eeuw, Saksisch Graaf, Ma. te Ebbekesdorf. B. 2 Feb. I, 309. Gesln. Wiemers. [868 _Wine, Winer, Weyn, Winert, Winering, Winrik, Winolt, Winand, Wineke._ VINI: Wino, Winand, Winifrid, Winihard, Winiker, Winigaud, Winnicoz, Winnocus, Winevold. _S. Winocus_ 717, Abt van Wormhout. B. 6 Nov. Ook _S. Bonifatius_, wiens naam eigenlijk _Winfried_ was, 755, AB. v. Mainz, Ma. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Wijnne, Wijntjes, Wijnands, Wijnker, Wenneker, Wenker. [869 _Winte, Wind, Wintse._ VIND: Winid, Went, Winizo, Winither; VINTAR: Wintarung, Wintrung. _S. Wintrungus_ 755, Pr. Ma. met S. Bonifatius. B. 5 Juni, I, 452. Gesln. Winters, Winterink. [870 _Wisse, Wiske, Wiezer._ VIS: Wiso, Wisbraht, Goisbert, Wisefred, Wiseman, Wisman. _S. Guisbertus_, Cisterc. Mo. B. 7 Nov. Gesln. Wisse, Wissing, Wiseman, Weismann. [871 _Wismar, Widmer._ VIZ: Wizzo, Wizmar. _S. Witmarus_, Abt in Normandië. B. 10 Dec. [872 _Witke, Witte, Witman, Wette, Wijdt._ VID: Wido, Guido, Hvito, Gido, Widbert, Witgar, Withard, Widderd, Widiman, Videman. _S. Guido_ 1112, Bel. te Anderlecht. B. 12 Sept. IV, 36. Gesln. Witte, Witsen, Wittert. [873 _Witske._ VID: Wida, Witberga, Witburch, Guitburgis. _S. Witburga_ 8e eeuw, M. te Derham. B. 17 Mrt. II, 605. [874 _Wobbe, Wopke, Voppe, Fobbe, Foppe, Fop._ Volgens Förstemann: "VOB: Jedenfalls ein secundärer Stamm: Wobo, Wobbo." Of volgens Heintze: "FULCA: Zweistämmige Kürzung: Fulcb-, Foppo, Fobbe, Fopp." _Zal. Fulbertus_ en _S. Volkerus_. Zie _Folbert_ (242) en _Folkert_ (243). Gesln. Wobbe, Wopkes, Fobbe, Foppe. [875 _Wolbert, Wolbrand, Wolmer, Wobbel, Wouwerik, Wolwijn, Wol, Wul, Woelke._ VOLA: Wolo, Wolpert, Wolprant, Wolamar, Wolarih, Wolwini. _S. Wolbodo_ 1021, B. v. Luik. B. 21 Apr. II, 855. Kr. VI, 71. _S. Vulmarus_ 710, Abt v. Samer in Picardië. B. 20 Juli, V, 81. Gesln. Wulbrands. [876 _Wolfgang, Wolfert, Wolfger, Wolfbrand, Wolf._ VULFA: Vulvo, Wolvo, Vulfing, Wolffrid, Vulfgang, Vulfeger, Wulfhard. _S. Wolfgangus_ 994, B. v. Regensburg. B. 31 Oct. Gesln. Wolven, Wulfing. [877 _Wonne, Wunne, Womke._ VUNJA: Wunno, Vunnolf; VONAD: Wonedulph. _S. Wonedulfus_, Deken van Anderlecht. B. 12 Sept. IV. 3 a (Inter praeterm.). Gesln. Wonnink. [878 _Wulfram, Wulf._ VULFA: Wolfhraban, Wolferam, Vulframnus, Wulfram, Wolvram. _S. Wulframnus_ 729, B. v. Sens. B. 20 Mrt. III, 143. Kr. II, 163. [879 NAAMWIJZER De cijfers verwijzen naar de groepen van de _Naamlijst_; enkele echter, door _blz._ voorafgegaan, naar de bladzijden van de _Inleiding_ A Aafjen: S. Ava 68 Aafkje: S. Ava 68 Aaft: S. Ava 68 Aagjen: S. Agia 1 Aagt: S. Agatha 2 Aagte: S. Agatha 2 en blz. 18, 22. Aagtjen: S. Agatha 2 Aai: S. Adrianus 24 Aai: S. Agericus 25 Aal (m.): S. Adalarius 19 Aal S. Alloynus 3 Aalders: Gesln. 19 Aaldert: S. Adelardus 19 Aaldrik: S. Aldricus 4 Aaldriks: Gesln. 4 Aalk: S. Adilia 21 Aalk: Zal. Adela 21 Aalmoed: S. Almedha 5 Aalse: S. Alcuinus 34 Aalse: S. Alloynus 3 Aalt: S. Adalbaldus 6 Aaltjen: S. Adilia 21 Aaltjen: Zal. Adela 21 Aaltjen: S. Aleydis 22 Aaltjen: S. Adelheidis 22 Aaltruide: S. Adeltrudis 7 Aam: S. Amo 8 Aam: S. Amicus 8 Aamke: S. Amo 8 Aamke: S. Amicus 8 Aamke (vr.): S. Ama 9 Aan: S. Anno 10 Aanke (m.): S. Anno 10 Aanke (vr.): S. Anna 11 Aanse: S. Anno 10 Aant: S. Anthelmus 12 Aant (vr.): S. Anna 49 Aarland: S. Herlindis 14 Aarn: S. Arnoaldus (Arnoldus) 60 Aarnink: Gesln. 60 Aart: S. Adrianus 24 en blz. 26. Aart: S. Arnoaldus (Arnoldus) 60 Aart: S. Arduinus 13 Aart: S. Hartwicus 13 Aartjen: S. Herlindis 14 Aat: S. Ado 17 Aatje: S. Adrachildis (Ada) 18 Aats: Gesln. 17 Aatske: S. Adrachildis (Ada) 18 Abbe: S. Abbo 15 S. Abbo 15 Abe: S. Abbo 15 Abel: S. Abel 16 Abel: S. Ablebertus 16 S. Abel 16 Abele: S. Abel 16 Abele: S. Ablebertus 16 Abke: S. Abbo 15 S. Ablebertus 16 S. Acca 25, 190 S. Ada 18 S. Adalarius 19 S. Adalbaldus 6 S. Adalbertus 20, 31, 41, 173 Addik: S. Ado 17 Addiks: Gesln. 17 Ade (m.): S. Ado 17 Ade (vr.): S. Adrachildis (Ada) 18 Adel: S. Adalarius 19 Adel: S. Adilia 21 Adel: Zal. Adela 21 Zal. Adela 21 Adelaar: S. Adalarius 19 Adelaar: Gesln. 19 Adelaart: Adelardus 19 S. Adelardus 19, 31 Adelbert: S. Adalbertus 20 Adele: S. Adilia 21 Adele: Zal. Adela 21 S. Adelgisus 39 Adelheid: S. Adelheidis 22 Adelheid: S. Aleydis 22 S. Adelheidis 22 Adelken: S. Adilia 21 Adelken: Zal. Adela 21 S. Adeltrudis 7 Adger: S. Adelgisus 39 S. Adilia 21 S. Ado 17 Adolf: S. Adolfus 23 Adolf: S. Hathewulfus 23 S. Adolfus 23 S. Adrachildis 18 Adriaan: S. Adrianus 24 en blz. 22. Adriaantjen: (S. Adrianus) 24 S. Adrianus 24 Adsert: S. Edmundus, S. Eduardus 176 Aeiold: S. Aiulfus 28 Aesch: S. Eskillus 182 Aetske: S. Eskillus 182 S. Agatha 2 Age: S. Agericus 25 S. Agericus 25 Aghina: Gesln. 205 S. Agia 1, 66 S. Agilberta 179 S. Agilolfus 178, 184, 187, 194 S. Agilus 195 S. Aglibertus 191, 193 S. Agnes 26 Agnete 26 en blz. 22. Agnies: S. Agnes 26 Agniese: S. Agnes 26 Agniesjen: S. Agnes 26 Agniete: S. Agnes 26 en blz. 22. S. Aigulfus 29 Aike: S. Aigulfus 29 Ailbert: Eerb. Ailbert 30 Eerb. Ailbert 30 Aile: Eerb. Ailbert 30 S. Aiulfus 28 Aje: S. Agericus 25 S. Aya 27 Aye: S. Aya 27 Ayke: S. Aya 27 Ayold: S. Aiulfus 28 Akke: S. Acca 25 Aland: S. Adalbertus 31 Alandsje: S. Adilia 21 Alandsje: Zal. Adela 21 Alberdingk: Gesln. 20 Albert: S. Albertus 32 en blz. 22. Albert: S. Adalbertus 20 S. Albertus 32 S. Albricus 33 Albrik: S. Albricus 33 S. Alcuinus 34 S. Aldebrandus 585 S. Aldegundis 40 Alderk: S. Aldricus 4 Alders: Gesln. 193 S. Aldricus 4 Aldrik: S. Aldricus 4 Ale: S. Alcuinus 34 Alef: S. Adolfus 23 Alef: S. Hathewulfus 23 Alefs: Gesln. 23 Aleide: S. Aleydis 22 S. Aleydis 22 Aleit: S. Aleydis 22 S. Alena 469 Alewijn: S. Alloynus 3 Alewijn: Gesln. 3 Alexis: S. Alexius 35 S. Alexius 35 S. Alfardus 36 Alfer: S. Alfardus 36 Alferink: Gesln. 36 Alfert: S. Alfardus 36 Alfert: S. Altfridus 38 Alfons: S. Alfonsus 37 S. Alfonsus 37 Alfred: S. Altfridus 38 Alfrik: S. Albricus 33 Alfs: Gesln. 23 Alger: S. Adelgisus 39 Alke: S. Alcuinus 34 Alkar: S. Adelgisus 39 Alkar: S. Alcuinus 34 Alkje: S. Aldegundis 40 Allard: S. Adelardus 19 Alle: S. Alloynus 3 Allegonde: S. Aldegundis 40 Allert: S. Adelardus 19 Alman: S. Adalbertus 41 S. Almarus 42 S. Almedha 5 Almer: S. Almarus 42 Alo: S. Alloynus 3 Alof: S. Adolfus 23 Alof: S. Hathewulfus 23 Alofs: Gesln. 23 Aloys: S. Aloysius 43 S. Aloysius 43 Alowies: S. Aloysius 43 Alte: S. Adalbaldus 6 S. Altfridus 38 S. Alto 198 Alwin: Gesln. 3 S. Ama 9 S. Amalberga 45 Ambroos: blz. 22. S. Ambrosius 121 Amel (m.): S. Amelius 44 Amel (vr.) S. Amalberga 45 Amel (vr.) S. Amelberga 45 S. Amelberga 45 Ameldonk: S. Amelius 44 Amele: S. Amelius 44 Amele: S. Amo 8 Amele: S. Amicus 8 Amelis: S. Amelius 44 S. Amelius 44 Amelke: S. Amelberga 45 Amerens: S. Ermelendis, S. Ermenilda 215 Amerik: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 S. Amicus 8, 812 Amke: S. Amo. 8 Ammer: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 S. Amo 8 S. Amor 199 Amse: S. Amo 8 Amse: S. Amicus 8 Andel: S. Andeolus 46 Andele: S. Andeolus 46 S. Andeolus 46 Anders: Gesln. 47 S. Andoletus 46 S. Andreas 47 S. Andreas Avellinus 462 Andries: S. Andreas 47 en blz. 22. S. Angela 208 S. Anna 11, 49 Anne (m): S. Anno 10 Anne (vr.): S. Anna 49 Anneka: Anna Catharina 50 Anneken: S. Anna 49 S. Anno 10, 48, 320 Annigje: S. Anna 49 Annink: Gesln. 48 S. Ansbertus 62 S. Anscharius 53 Anse: S. Anno 48 Anselm: S. Anselmus 51 S. Anselmus 51 Ansem: S. Anselmus 51 Ansems: Gesln. 51 S. Ansfridus 52 Ansfried: S. Ansfridus 52 Ansgar: S. Anscharius 53 Ansger: S. Anscharius 53 Ansje: S. Ansoaldis 54 Anske: S. Anno 48 Anskje: S. Ansoaldis 54 S. Ansoaldis 54 S. Ansuerus 64 Anthelm: S. Anthelmus 55 S. Anthelmus 12, 55 Antjen: S. Anna 49 S. Antonia 750, 766 Antonie: S. Antonius 56 en blz. 22. S. Antonius 56 Antoon: S. Antonius 56 en blz. 22. Aontjan = Arend-Jan 57 Apele: S. Abel 16 Apele: S. Ablebertus 16 Aploon: S. Apollonius 58 S. Apollonia 612 S. Apollonius 58 Appe: S. Apollonius 58 Apple: S. Apollonius 58 S. Arduinus 13 S. Aredius 59 Arent: S. Arnoaldus (Arnoldus) 60 Ariaan: S. Adrianus 24 Ariane: vr. (S. Adrianus) 24 Arie: S. Adrianus 24 S. Arigius 59 Aris: S. Arigius (Aredius) 59 Arjen: S. Adrianus 24 S. Arnoaldus 60 Arnold: S. Arnoaldus (Arnoldus) 60 S. Arnoldus 60, 570 Arnolf: S. Arnulfus 61 Arnoud: S. Arnoaldus (Arnoldus) 60 en blz. 22. Eerb. Arnoud 60 Arnout: S. Arnoaldus (Arnoldus) 60 en blz. 22. Arnulf: S. Arnulfus 61 S. Arnulfus 61 S. Asaphus 217 S. Ascelina 63 Asge: S. Ansbertus 62 Asigo: S. Ansbertus 62 Asing: S. Ansbertus 62 Asinga: S. Ansbertus 62 Askje: S. Ascelina 63 Asmans: Gesln. 62 Asse: S. Ansuerus 64 Asseltsje: S. Ascelina 63 Asweer: S. Ansuerus 64 Aswerus: S. Ansuerus 64 Ate: S. Ado 17 Atse: S. Ado 17 Atser: S. Ado 17 Audibert: Gesln. 574 S. Audomarus 593 S. Augebertus 65 Auke: S. Augebertus 65 Aukje: S. Agia 66 S. Autbertus 67, 574 S. Autbodus 67 Aute: S. Autbertus, S. Autbodus 67 Autger: S. Autbertus, S. Autbodus 67 Auwe: S. Autbertus, S. Autbodus 67 Auwel: S. Autbertus, S. Autbodus 67 S. Ava 68 Ave: S. Ava 68 B Baaf: S. Bavo 86 en blz. 18. Baaike: S. Bathildis, S. Barbara 71 Baalke: S. Balda 69 Baaltsje: S. Balda 69 Baart: S. Bardo, S. Bartholomeus 70 Baart: Gesln. 70 Baarte (m.): S. Bardo, S. Bartholomeus. 70 Baarte (vr.): S. Bertha, S. Bertilia 100 en blz. 22. Baaten: Gesln. 83 Baatjen: S. Bathildis, S. Barbara 71 Bab: S. Bavo, S. Babolenus 72 Babbe: S. Bavo, S. Babolenus 72 S. Babolenus 72 S. Baculus 75, 91 Badeloge: S. Balda 73 S. Badilo 74, 83, 597 Baede: Gesln. 83 Baye (m.): S. Baithanus 74 Baye (vr.): S. Bathildis, S. Barbara 71 Baike: S. Baithanus 74 S. Bainus 79 S. Baithanus 74 Baitse: S. Baithanus 74 Bake: S. Baculus 75 Bake: Gesln. 75 Bakke: S. Baculus 91 Bakke: Gesln. 75 Bakkes: Gesln. 75 Bal: Gesln. 77 S. Balda 69, 73 Balde: S. Baldus, S. Baldericus 76 S. Baldegundis 85 S. Baldericus 76, 77 Balderik: S. Baldus, S. Baldericus 76 S. Balduinus 84 S. Baldus 76 Balig: S. Balda 73 Baligjen: S. Balda 73 Baling: S. Baldericus 77 Balins: S. Baldericus 77 Balle: S. Baldericus 77 Balling: Gesln. 77 Balster: S. Baldus, S. Baldericus 76 Balte: S. Baldus, S. Baldericus 76 Bam: Gesln. 78 Bamme: S. Pambo 78 en blz. 12. Ban: Gesln. 79 Bane: S. Bainus 79 Banen: Gesln. 79 Bange: S. Bainus 79 Banier: S. Bainus 79 Bank: Gesln. 600 Banke: S. Bainus 79 Banne: S. Bainus 79 Bannert: S. Bainus 79 Bannes: Gesln. 79 Banning: Gesln. 79 Banse: S. Bainus 79 Bara: Gesln. 81 S. Barbara 71, 80 Barbele: S. Barbara 80 en blz. 22. Barber: S. Barbara 80 Barbertsje: S. Barbara 80 Barde: S. Bardo, S. Bartholomeus 70 S. Bardo 70 Bareld: S. Barrus 81 Barend: S. Bernardus 97 en blz. 22. Barge: S. Bercharius 95 Barge: Gesln. 95 Barre: S. Barrus 81 Barries: S. Barrus 81 S. Barrus 81 Barse: S. Barrus 81 Bart: S. Bardo, S. Bartholomeus 70 Bartelt: S. Bardo, S. Bartholomeus 70 Bartelt: Zal. Berchtoldus 101 S. Bartholomeus 70, 536 Bartold: Zal. Berchtoldus 101 Bartout: Zal. Berchtoldus 101 Barwald: S. Barrus 81 Bas: S. Basinus, S. Basolus 82 Bas: S. Sebastianus 694 Bas: Gesln. 82 Basiel: S. Basinus, S. Basolus 82, 105 S. Basilius 105 S. Basilla 601 Basje: S. Basinus, S. Basolus 82 S. Basolus 82, 105 Bastiaan: S. Sebastianus 694 en blz. 22. Bate: (m.): S. Badilo 83 Bate: (vr.): S. Bathildis, S. Barbara 71 S. Bathildis 71 Batjen: S. Bathildis, S. Barbara 71 Bato: S. Badilo 83 Battele: S. Badilo 83 Baudewijn: S. Balduinus 84 Baudewijntjen: S. Baldegundis 85 Bauduin: Gesln. 84 Bauke: S. Bavo 86 Baukje: S. Baldegundis 85 Bauwe: S. Bavo 86 Bauwen: S. Balduinus 84 Bave: S. Bavo 86 Bavink: Gesln. 86 S. Bavo 3, 72, 86, 596 Bea: S. Boius 112 Beake: S. Baculus 91 Beauwe: S. Boius 112 S. Beccelinus 606 S. Beda 87 Bedding: Gesln. 87 en blz. 12. Bede: S. Beda, S. Betto, 87 Beelken: S. Bilhildis 93 Been: S. Benno 94 Been: Gesln. 94 Beens: Gesln. 94 Beentjes: Gesln. 94 Beentsje: S. Benildis 88 Beert: S. Bernardus 97 S. Begga 89 Begge: S. Begga 89 S. Beia 90 Beije: S. Boius 112 Beike: S. Beia 90 Beyke: S. Bathildis, S. Barbara 71 Beilige: S. Balda 73 Beine: S. Bainus 79 Beines: Gesln. 94 Beint: S. Bainus 79 Beitse: S. Baithanus 74 Beke: S. Baculus 91 Beke: Gesln. 91 Bele: S. Bilfridus 92 Beliaan: S. Bilfridus 92 Bely: S. Bilhildis 93 Belitjen: S. Bilhildis 93 Belleken: S. Elisabeth 481 Bene: S. Benno 94 S. Benildis 88 Bennert: S. Benno 94 S. Benno: 94 Bense: S. Benno 94 Bente: S. Benno 94 S. Berachius 603 S. Berachus 603 Berber: S. Barbara 80 S. Bercharius 95, 603 Berchart: S. Bercharius 95 Zal. Berchtoldus 101 Berendje: S. Berlendis 96 Berent: S. Bernardus 97 Berger: Gesln. 95 Berke: S. Bercharius 95 Bernlef: S. Bernulfus 98 S. Berlendis 96 Berlinde: S. Berlendis 96 S. Berlindis 96 Bern: S. Bernardus 97 Bernard: S. Bernardus 97 en blz. 22. S. Bernardus 97, 557 Bernke: S. Bernardus 97 Bernouw: S. Bernulfus 98 Bernulf: S. Bernulfus 98 S. Bernulfus 98, 104 Bert: S. Bertinus, S. Bertwinus, S. Bertulfus 99 Bert: S. Gilbertus 293 Bert: S. Lambertus 460 Berte: S. Bertha, S. Bertilia 100 S. Bertha 100 Berthold: Zal. Berchtoldus 101 S. Berthuwinus 604 Bertken: S. Bertha, S. Bertilia 100 S. Bertichramnus 102 S. Bertilia 100 S. Bertinus 99 Bertolf: S. Bertinus, S. Bertwinus, S. Bertulfus 99 Bertout: Zal. Berchtoldus 101 Bertram: S. Bertichramnus 102 Bertrand: S. Bertrandus 103 S. Bertrandus 103 S. Bertulfus 99 S. Bertwinus 99 Berwout: S. Bernulfus 104 Bessel: S. Basolus 105 Bessele: S. Basolus 105 Bete: S. Beda, S. Betto 87 Betjen: S. Elisabeth 106 Betse: S. Beda, S. Betto 87 Betske: S. Elisabeth 106 S. Betto 87 Beukel: S. Bucolus 126 Beute: S. Bucolus 126 Beuwe: S. Bucolus 126 Byke: S. Begga 89 S. Bilfridus 92, 610, 613 S. Bilhildis 93 Binke: S. Benno 94 Binkes: Gesln. 94 Binne: S. Benno 94 Birde: S. Burchardus 128 S. Birgitta 107 Birgitte: S. Birgitta 107 Bitter: S. Bodo 125 Bitter: Gesln. 125 Blaas: S. Blasius 108 S. Blasius 108 Blees: S. Blasius 108 Bleike: S. Plechelmus 109 S. Bobolinus 117, 130 Bode: S. Bodo 110 Bodert: S. Bodo 110 Bodis: S. Bodo 110 S. Bodo 110, 111, 125 Bodse: S. Boso 116 Boele: S. Bodo 111 Boelen: Gesln. 111 Boeles: Gesln. 111 Boete: S. Bodo 125 Boike: S. Boius 112 Boite: S. Boius 112 S. Boius 112 Bojesen: Gesln. 112 Boye: S. Boius 112 Boysen: Gesln. 112 Boke: S. Bucolus 126 Bokel: S. Bucolus 126 Bole: S. Bodo 111 Bolke: S. Bodo 111 Bolt: S. Baldus, S. Baldericus 76 Bolte: S. Bodo 111 Bon: Gesln. 113 Bonarius: Gesln. 113 Bone: S. Bonitus 113 Bonefaas: S. Bonifatius 114 Bonge: S. Bonitus 113 S. Bonifatius 114, 224, 869 S. Bonitus 113, 615 S. Bonizella 115, 616 Bonke: Gesln. 113 Bonne: S. Bonizella 115 Boon: S. Bonitus 113 Boon: Gesln. 113 Boonke: S. Bonitus 113 Boonken: S. Bonizella 115 Bonsen: S. Bonitus 113 Bonte: S. Bonitus 113 Bonte: Gesln. 113 Bontsje: S. Bonizella 115 S. Bonus 615 Bor: Gesln. 127 Borcherts: Gesln. 127 Borger: S. Burchardus 127 Borger: Gesln. 127 Borre: S. Burchardus 127 Borring: Gesln. 127 Bos: S. Boso. 116 Bos: Gesln. 116 Bosje: S. Boso 116 Bosman: Gesln. 116 S. Boso 116 Bossaart: S. Boso 116 Bosschaart: S. Boso 116 Bote: S. Bodo 110 Botes: Gesln. 110 Botsaart: S. Boso 116 Boudaard: S. Baldus, S. Baldericus 76 Boudewyn: S. Balduinus 14 en blz. 22. Bouke: S. Bobolinus 117 Boukjen: S. Baldegundis 85 Bout: S. Baldus, S. Baldericus 76 Bouwe: S. Bobolinus 117 Bouwen: S. Balduinus 84 Bouwtjen: S. Baldegundis 85 Braalt: S. Barrus 81 Brand: S. Brandanus (Brendanus) 118 Brand: Gesln. 118 Brandaan: S. Brandanus (Brendanus) 118 S. Brandanus 118 Brandje; S. Brandanus (Brendanus) 118 Brands: Gesln. 118 Brantjes: Gesln. 118 Brecht (m.): S. Bertinus, S. Bertwinus, S. Bertulfus 99 Brecht: S. Lambertus 460 Brechtjen: S. Birgitta 107 Brechtland: S. Birgitta 107 Breye: S. Birgitta 107 S. Brendanus 118 Brent: S. Brandanus (Brendanus) 118 Breunis: S. Bruno 122 Breure: Gesln. 119 Brigiet: S. Birgitta 107 Brigitte: S. Birgitta 107 Brita: S. Birgitta 107 Broders: Gesln. 119 Broederik: S. Brothenus 119 Broer: S. Brothenus 119 Broere: Gesln. 119 Broers: Gesln. 119 Brom: Gesln. 124 Brommer: Gesln. 124 Bronger: S. Bruno 120 Brongers: Gesln. 120 Broor: S. Brothenus 119 Broos: S. Ambrosius 121 S. Brothenus 119 Bruin: S. Bruno 122 Bruinis: S. Bruno 122 Bruisse: S. Bruno 123 Bruist: S. Bruno 123 Bruistijn: S. Bruno 123 Bruyn: Gesln. 122 Bruystens: Gesln. 123 Brum: S. Bruno 124 Brummer: S. Bruno 124 Brunger: S. Bruno 120 Bruning: S. Bruno 122 Bruning: Gesln. 122 S. Bruno 120, 122, 123, 124 Brunolt: Gesln. 122 Bruntink: Gesln. 122 Brusten: S. Bruno 123 S. Bucolus 126 Buck: Gesln. 126 Buddo: S. Bodo 125 Buddingh: Gesln. 125 Buger: S. Bucolus 126 Bugge: Gesln. 126 S. Burchardus 127, 128 Burchart: S. Burchardus 127 Burde: S. Burchardus 128 Bure: S. Burchardus 127 Burgerman: Gesln. 127 Burgers: Gesln. 127 Burgje: S. Walburgis, S. Nothburga 129 Burke: S. Burchardus 127 Bus: S. Boso 116 Buse: S. Boso 116 Busing: Gesln. 116 Busje: S. Boso 116 Buys: S. Boso 116 Buys: Gesln. 116 Butter: S. Bodo 125 Buwe: S. Bobolinus 130 Buwke: S. Bobolinus 130 C S. Cadeoldus 262, 773, 774 S. Caecilia 131 S. Caideus 264, 427 S. Caidocus 264, 427 S. Camillus 428 S. Carolus 430 S. Caspar 433 S. Cassericus 432, 717 S. Catharina 426, 434 Catriene blz. 22. Cecieltjen: S. Caecilia 131 Ceriel: S. Cyrillus 135, 703 S. Chraudingus 658 S. Christiana 454 Zal. Christianus 431, 453 S. Christina 454, 736 S. Christophorus 455 Cijffers: Gesln. 725 S. Cyrillus 132, 703 S. Clara 439 S. Clodoaldus 297 S. Coleta 443 S. Colianus 444 S. Colmannus 445 S. Colmanus 445 S. Columba 168 S. Conradus 441 en blz. 17. S. Constans 446 S. Constantia 447 S. Cornelia 435, 562 Cornelis blz. 22. S. Cornelius 435, 449, 786 S. Crispinus 452 S. Cunera 457 S. Cunigundis 442 S. Cuno 441, 456 D Daalmans: Gesln. 749 Daam: S. Tammarus, S. Damianus 133 Daan: S. Danius 134 Daatjen: S. Dada 136 Daantjen: S. Tancha 135 S. Dada 136 Dade: S. Dathus 137 S. Dado 748 S. Dagaeus 747 S. Dagarus 754 S. Dagobertus 747 S. Dalfinus 749 Damiaan: S. Damianus 133 S. Damianus 133 Damme: S. Tammarus, S. Damianus 133 Dammes: S. Tammarus, S. Damianus 133 Dammes: Gesln. 133 Damt: S. Tammarus, S. Damianus 133 Danel: S. Danius 134 S. Danius 134 Dankaart: S. Tanco 138 Dankert: S. Tanco 138 Date: S. Dathus 137 S. Dathus 137, 139 S. Davinus 746 Debets: Gesln. 757 Dedde: S. Dathus 139 Dedjer: S. Dathus 139 Deeltsje: S. Odilia 140 Deen: S. Dentlinus 141 Deeris: S. Theodericus 142 S. Dega 747 Degen: Gesln. 152 Deitse: S. Dathus 139 Deke: S. Teocus 151 Dekens: Gesln. 151 Dekken: S. Teocus 151 Deliaantje: S. Odilia 140 Dene: S. Dentlinus 141 S. Dentlinus 141 Dere: S. Theodericus 142 Derk: S. Theodericus 146 Derre: S. Ternus 143 Detlef: S. Theodulfus 157 Dibberich: S. Thiadildis 144 Dibbels: Gesln. 757 Dibbet: S. Theobaldus 757 Dibbits: Gesln. 757 Didmer: S. Thetmarus 145 Diebrechjen: S. Thiadildis 144 Diede: S. Theodardus 147 Diederik: S. Theodericus 146 en blz. 22. Diedert: S. Theodardus 147 Diedsen: S. Disibodus 149 Dieduwe: S. Thiadildis 150 Diekes: Gesln. 151 Diekman: Gesln. 151 Dielis: S. Tilbertus 154 Dielke: S. Odilia 140 Diemer: S. Thetmarus 145 Diemers: Gesln. 145 Dientjen: S. Theonilla 148 en blz. 25. Dieters: Gesln. 147 Dieuwer: S. Thiadildis 150 Dieuwke: S. Thiadildis 150 Dievertjen: S. Thiadildis 150 Digge: S. Teocus 151 S. Digna 153 Dignum (m.): S. Tigernacus 152 Dignum (vr.): S. Digna 153 S. Dympna 155 Dike: S. Teocus 151 Dilke: S. Tilbertus 154 Dille: S. Tilbertus 154 Dimfne: S. Dympna 155 Dingeman: S. Tigernacus 152 Dingemans: Gesln. 152 Dingene: S. Digna 153 Dingenis: S. Tigernacus 152 Dinger: S. Tigernacus 152 Dingle: S. Tigernacus 152 Dinglum: S. Tigernacus 152 Dirk: S. Theodericus 146 en blz. 20. S. Disibodus 149 Ditjen: S. Thiadildis 156 Ditlof: S. Theodulfus 157 Ditsje: S. Thiadildis 156 Djeurre: S. Theodericus 142 Djille: S. Tilbertus 154 Djoeke: S. Thiadildis 150 Dobbe: S. Dubricius 165 Dobbe: Gesln. 165 S. Doda 160 Dode: S. Dodo 158 S. Dodo 158 Zal. Dodo 158 Doede: S. Dodo 158 Doedes: Gesln. 158 Doeke: S. Tugdualus 159 Doekele: S. Tugdualus 159 Doemen: Gesln. 161 Doen: S. Donatianus 163 Doetjen: S. Doda 160 Doewe: S. Dubricius 165 Doke: S. Dodo 158 Doke: S. Tugdualus 159 Dolf: S. Adolfus 23 Doman: S. Domnolenus 161 S. Dominicus 547 Domis: S. Domitianus 162 Domis: Gesln. 162 S. Domitianus 162 S. Domnolenus 161, 765 S. Domnolus 765 Domus: S. Domitianus 162 S. Donatianus 163 Donke: S. Donatianus 163 Donne: S. Donatianus 163 Dons: Gesln. 163 Dood: Gesln. 158 Door: S. Theodorus 758 Doorke: S. Dorothea, S. Theodora 164 Doortjen: S. Dorothea, S. Theodora 164 Dorentsje; S. Dorothea, S. Theodora 164 S. Dorothea. 164 Dotte: S. Dodo 158 Doude: Gesln. 165 Douke: S. Dodo 158 Douwe: S. Dubricius 165 Douwes: Gesln. 165 Douwske: S. Columba 168 Dreefs: S. Treverius 166 Dreevsen: Gesln. 166 Dreuw: S. Treverius 166 Dreves: S. Treverius 166 Drewes: S. Treverius 166 Dries: S. Andreas 47 Drieuwe: S. Treverius 166 S. Drogo 167 Droon: S. Drogo 167 Dubbeld: Gesln. 757 Dubbelt: S. Theobaldus 757 S. Dubricius. 165 Duifjen: S. Columba 168 Duterd: S. Theodardus 147 Duttsje: S. Doda 160 Duurd: S. Theodardus 147 Duurs: Gesln. 147 Duuwke: S. Columba 168 E Eabeltsje: S. Ebba 169 S. Eadburga 170 Eade: S. Etto, S. Eduardus 172 S. Eadgitha 218 S. Eadmundus 175, 176 Eadske: S. Eadburga 170 Eage: S. Agericus 25 Eame: S. Emila (m.) 200 Easse: S. Asaphus 217 Eatske: Editha 218 S. Ebba 169, 209 Ebbert: S. Egbertus 183 Ebbing: S. Ebbo, S. Eppo 171 S. Ebbo 171 Ebe: S. Ebbo, S. Eppo 171 Ebeling: Gesln. 171 Ebels: Gesln. 171 Ebo: S. Ebbo, S. Eppo 171 S. Ebregisus 220 Eddo: S. Etto, S. Eduardus 172 Ede: S. Etto, S. Eduardus 172 Edel: S. Adalbertus 173 Edel: Gesln. 173 Edelhard: S. Adelardus 19 Edeling: S. Adalbertus 173 Eden: Gesln. 172 Edgar: S. Edgarus 174 S. Edgarus 174 Edger: S. Edgarus 174 S. Editha 218 Edmond: S. Eadmundus 175 Edmund: S. Eadmundus 175 Edou: S. Eadburga 170 Edsart: S. Edmundus, S. Eduardus 176 Edse: S. Edmundus, S. Eduardus 176 Edsen: Gesln. 172 Edser: S. Edmundus, S. Eduardus 176 Edsger: S. Edmundus, S. Eduardus 176 S. Eduardus 172, 176, 177, 833 Eduwaart: S. Eduardus 177 Edwart: S. Eduardus 177 Eefjen: S. Ava 68 Eefke: S. Ava 68 Eegje: S. Agia 1 Zal. Eelco 178 Eelke: S. Agilolfus, Zal. Eelco 178 Eelkje: S. Agilberta 179 Eeltjen: S. Aleydis 22 Eeltjes: Gesln. 198 Eeltsje: S. Hiltrudis 343 Eemken: S. Ama 9 Een: S. Anno 10 Eenke: E. Enna 205 Eenskje: S. Anna 11 Eerd: S. Hartwicus 180 Eerde: S. Hartwicus 180 Eerke (m.): S. Eric, S. Erkembodo 212 Eerke (vr.): S. Erendrudis 181 Eertje: S. Erendrudis 181 Eesge: S. Eskillus 182 Eesger: S. Eskillus 182 Eeuwe: S. Eobanus, S. Evingus 223 Eeuwens: Gesln. 223 Eg: Gesln. 183 Egbert: S. Egbertus 183 S. Egbertus 183, 185 Ege: S. Agericus 25 Ege: S. Egbertus 183 Egele: S. Agilolfus 184 Egger: S. Egbertus 183 Eggerik: S. Egbertus 183 Eggert: S. Egbertus 183 Egges: Gesln. 183 Eggink: Gesl. 183 Eggo: S. Egbertus 183 S. Egidius 294 Egle: S. Agilolfus, Zal. Eelco 178 Egmond: S. Egbertus 185 S. Egwinus 186, 188 Eibert: S. Egbertus 183 Eibert: S. Evrardus, S. Evermarus, S. Ebregisus 220 Eie: S. Egwinus 186 Eilders: Gesln. 193 Eile: S. Agilolfus, Zal. Eelco 178 Eilers: Gesln. 193 Eilof: S. Agilolfus 187 Eylaart: S. Aglibertus 193 Eime: S. Emmerammus 203 Eiold: S. Egwinus 188 Eipjen: S. Ebba 209 Eiske: S. Asaphus 217 Eiso: Zal. Eiso 189 Zal. Eiso 189 Eke: (m.) S. Acca 190 Eke: (vr.) Agia 1 Ekke: S. Acca 190 Eland: S. Adalbertus 31 Elbert: S. Aglibertus 191 Elbregje: S. Ethelburga 192 Elbrig: S. Ethelburga 192 Eldering: Gesln. 193 Elders: Gesln. 193 Eldert: S. Adelardus 19 Eldert: S. Aglibertus 193 Ele: S. Agilolfus, Zal. Eelco 178 Elen: S. Hiltrudis 343 S. Eleonora 573 Elger: S. Agilolfus 194 Elgering: Gesln. 194 S. Eligius 196 Eling: Gesln. 195 Elirt: S. Aglibertus 193 S. Elisabeth 106, 197, 481 Elke: S. Hiltrudis 343 Ellart: S. Adelardus 19 Ellart: S. Aglibertus 193 Elle: S. Agilus 195 Elo: S. Agilus 195 Eloy: S. Eligius 196 Else: S. Agilus 195 Elsen: Gesln. 195 Elsjen: S. Elisabeth 197 Elsken: S. Elisabeth 197 Elte: S. Alto 198 Ember: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 Embert: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 Embrecht: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 Eme: S. Emmerammus 203 S. Emebertus 199 Emele: S. Emila (m.) 200 Emerens: S. Ermelendis, S. Ermenilda 215 S. Emericus 199 Emiel: S. Emilius 201 S. Emila 200 S. Emilius 201 Emke (m.): S. Emila (m.) 200 S. Emma 204 Emmanuel: Zal. Emmanuel 202 Zal. Emmanuel 202 Emme (m.): S. Emmerammus 203 Emme (vr.): S. Emma 204 Emmen: S. Eadmundus 175 Emmer: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 Emmer: Gesln. 199 S. Emmerammus 203, 392 Emmerik: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 Emmery: Gesln. 199 Emond: S. Eadmundus 175 Emond: S. Egbertus 185 S. Endeus 205 Ene: S. Anno 10 Ene: (m.) S. Enna 205 Engbert: S. Engelbertus 206 Engel: S. Engelmundus, S. Engelbertus 207 S. Engelbertus 206, 207 Engele: S. Engelmundus, S. Engelbertus 207 Engelientjen: S. Angela 208 S. Engelmundus 207 Engeltjen: S. Angela 208 S. Enna 205 Ente: S. Enna 205 S. Eobanus 219, 223 Eppink: Gesln. 171 Epje: S. Ebba 209 Epke: S. Ebbo, S. Eppo 171 Eppens: Gesln. 171 S. Eppo 171 Erard: S. Herardus 210 Ercks: Gesln. 212 Ere: S. Erembertus 211 S. Erembertus 211 Erenbrecht: S. Erembertus 211 S. Erendrudis 181 S. Eric 212 Erik: S. Eric, S. Erkembodo 212 S. Erkembodo 212 Erken: S. Erendrudis 181 Erland: S. Harlindis 213 Erm: S. Erminus 214 Erman: Gesln. 353 S. Ermelendis 215 S. Ermenilda 215 Ermgard: S. Ermelendis, S. Ermenilda 215 Ermiene: S. Ermelendis, S. Ermenilda 215 S. Erminus 214 Ermpjen: S. Ermelendis, S. Ermenilda 215 Ermt: S. Erminus 214 Ernest: S. Ernestus 216 S. Ernestus 216 Ernst: S. Ernestus 216 en blz. 22. Errit: S. Herardus 210 Escherich: Gesln. 182 Eske: S. Asaphus 217 Eskes: Gesln. 182, 217 S. Eskillus 182 Esse: S. Asaphus 217 Essink: Gesln. 217 S. Ethelburga 192 Etse: S. Etto, S. Eduardus 172 Etsje: S. Editha 218 Ette: S. Etto, S. Eduardus 172 Eube: S. Eubertus, S. Eobanus 219 S. Eubertus 219 S. Euphemia 231 Euse: S. Eubertus, S. Eobanus 219 Everbert: S. Evrardus, S. Evermarus, S. Ebregisus 220 Everen: S. Evrardus, S. Evermarus, S. Ebregisus 220 S. Everildis 221 S. Evermarus 220 Evert 220 en blz. 22. Evertsje: S. Everildis 221 Everwijn: S. Evrardus, S. Evermarus, S. Ebregisus 220 S. Evingus 223 S. Evrardus 220 Ewald: S. Ewaldus 222 S. Ewaldus 222 Ewart: S. Evrardus 220 Ewe: S. Eobanus, S. Evingus 223 Ewet: S. Ewaldus 222 Ewold: S. Ewaldus 222 Ewout: S. Ewaldus 222 F Faas: S. Facius 224 Faas: S. Bonifatius 114 Faas: Gesln. 224 S. Facius 224 S. Fagnanus 231, 232 S. Falco 225, 806 Falk: S. Falco 225 Falke: S. Falco 225 Farailde: S. Pharaildis 226 Fare: S. Faro 227 S. Faro 227 Fasen: Gesln. 224 Fastert: Zal. Fastredus 228 Zal. Fastredus 228 Fechter: Gesln. 807 Feemeken: S. Euphemia 231 Feie: S. Fiecus 229 Feie: Gesln. 229 Feite: S. Fidolus 235 Feken: S. Fiecus 229 Fekke: S. Fiecus 229 Fekken: Gesln. 229 Felten: S. Philibertus 230 Feltens: Gesln. 230 Femke: S. Euphemia 231 Femme: S. Fagnanus 231 Femmetjen: S. Euphemia 231 Fenne: S. Fagnanus 232 Fennert: S. Fagnanus 232 Ferd: S. Ferdinandus 233 Ferdinand: S. Ferdinandus 233 en blz. 22. S. Ferdinandus 233 Fere: S. Ferreolus 234 Ferens: Gesln. 234 Ferk: S. Ferreolus 234 Fernand: S. Ferdinandus 233 en blz. 22. S. Ferreolus 234 Fetse: S. Fidolus 235 Fidde: S. Fidolus 235 S. Fidolus 235 Fie: S. Fidis, S. Sophia 236 S. Fiecus 229 Fietjen: S. Fidis, S. Sophia 236 Fijtjen: S. Fidis, S. Sophia 236 Fijken: S. Fidis, S. Sophia 236 Fik: S. Fiecus, S. Victor 229 Fik: Gesln. 229 S. Filibertus 237 Filip: S. Filibertus. S. Philippus 237 Filips: S. Filibertus, S. Philippus 237 en blz. 22. Fimme: S. Fagnanus 231 S. Finanus 238 Finke: S. Finanus 238 Finne: S. Fagnanus 232 S. Firmina 546 Fit: Gesln. 235 S. Fledericus 239 Flere: S. Fledericus 239 Flerik: S. Fledericus 239 Floor: S. Floribertus 240 Floor: Gesln. 240 Florens: S. Florentius (Florentinus) 240 S. Florentinus 240 S. Florentius 240 S. Floribertus 240 S. Florina 241 Floris: S. Floribertus 240 Fobbe: Zal. Fulbertus, S. Volkerus 875 Fobbe: Gesln. 875 Foekens: Gesln. 243 Foekje: 244 Florisken: S. Florina 241 Fokeltsje: 244 Fokke: S. Volkerus 243 Fokking: Gesln. 243 Fol: Gesln. 243 Folbert: Zal. Fulbertus 242 Folbrecht: Zal. Fulbertus 242 S. Folcuinus 245 Folken: S. Folcuinus 245 Folker: S. Volkerus 243 en blz. 17. Folkert: S. Volkerus 243 en blz. 17. Folkje 244 Folkou 244 Folkwien: S. Folcuinus 245 Folmer: S. Vulmarus 246 Folpert: Zal. Fulbertus 242 Fonger 247 Foort: S. Fortis 248 Fop: Zal. Fulbertus, S. Volkerus 875 Foppe: Zal. Fulbertus, S. Volkerus 875 Foppe: Gesln. 875 Former: S. Fromundus 249 Formert: S. Fromundus 249 S. Fortis 248 S. Francisca 251 S. Franciscus 250 Frank: S. Franciscus 250 en blz. 22. Frans: S. Franciscus 250 en blz. 20, 22. Fransjen: S. Francia, S. Francisca 251 Frede: S. Fridolinus, S. Fredegandus 252 S. Fredegandus 252 S. Fredericus 253, 254 Frederik: S. Fredericus 253 en blz. 22. Free: S. Fridolinus, S. Fredegandus 252 Freek: S. Fregorius, Zal. Freico, S. Fredericus 254 Freekjen: S. Fridiswida 255 Freer: S. Fredericus 253 Freerk: S. Fredericus 253 Freerkje: S. Fridiswida 255 Zal. Freico 254 Frer: S. Fredericus 253 Frerken: Gesln. 253 Fres: S. Frisius 256 S. Fridiswida 255 S. Fridolinus 252 Fridolijn: S. Fridolinus 251 Fridse: S. Fridolinus 252 Frie: S. Fridolinus, S. Fredegandus 252 Friede: S. Fridolinus 252 Friens: S. Frisius 256 Friens: S. Amicus 812 Friese: S. Frisius 256 Friesger: S. Frisius 256 S. Frisius 256 Friso: S. Frisius 256 Frits: S. Fridolinus 252 en blz. 22. Fritsen: Gesln. 252 Frode: S. Prudentia 257 Froene: S. Verona 259 S. Fromundus 249 Frone (m.): S. Veronus 258 Frone (vr.): S. Verona 259 Fronica 259 Fronica: Veronica 259 Zal. Fulbertus 242, 875 Fulp: Zal. Fulbertus 242 G Gaaf: S. Gaufridus 260 Gaard: S. Gradulfus 263 Gaart: S. Gerardus 282 Gabbe: S. Gabinus 261 Gabe: S. Gabinus 261 S. Gabinus 261, 772 Gade: S. Cadeoldus 262 Gadert: S. Gradulfus 263 Gaike: S. Caideus 264 Gaitse: S. Caideus 264 Gale: S. Gallanus 265 Galein: S. Gislenus 276 Gales: Gesln. 265 Galijn: Gesln. 276 Galke: S. Gallanus 265 S. Gallanus 265, 775 S. Gamaris 776 S. Gamelbertus 401 S. Gandinus 429 Gangelof: S. Gangulfus 266 Gangolf: S. Gangulfus 266 en blz. 8. Gangslofs: Gesln. 266 Gangulf: S. Gangulfus 266 en blz. 8. S. Gangulfus 266 S. Garibaldus 404 Garjeanne: Gesln. (?) 267 Gartjan 267 S. Gaudola 310 S. Gaufridus 260 S. Gaugericus 268, 787 S. Gausbertus 433 Gauwe: S. Gaugericus 268 Gauwkje: S. Gavina 269 S. Gauzlinus 309 S. Gavina 269 S. Gebedrudis 271, 410, 782 S. Gebehardus 270, 409, 778 Gebhard: Gesln. 270 Gebke (m.): S. Gebhardus 270 Gebke (vr.): S. Gebedrudis 271 Geen: S. Genebaudus 272 Geenen: Gesln. 272 Geerdink: Gesln. 282 Geerink: Gesln. 282 Geerken: S. Gertrudis 273 Geerlof: S. Gerulfus 288 Geert: S. Gerardus 282 Geerte: S. Gertrudis 273 en blz. 22. Geertjen: S. Gertrudis 273 Geertrui: S. Gertrudis 273 Geertruide: S. Gertrudis 273 en blz. 22. Geesjen: S. Ghiselindis, S. Gisleidis 274 Geesken: S. Ghiselindis, S. Gisleidis 274 Geeuwke: S. Gaugericus 268 Geil: S. Gilbertus 278 Geisken: S. Ghiselindis, S. Gisleidis 274 Geld: S. Gildardus 275 Getse: S. Gezzelinus Gelder: S. Gildardus 275 Geldert: S. Gildardus 275 Gelein: S. Gislenus 276 Gelein: Gesln. 276 Gelf: S. Gilbertus 277 Gelke: S. Gallanus 265 Gelke: S. Gilbertus 278 Gelle: S. Gilbertus 278 Gelmer: S. Gislemerius 279 Gelske: S. Ghiselindis, S. Gisleidis 274 Gemke (m.) S. Gemmulus 281 Gemke (vr.) S. Gemma 280 S. Gemma 280 Gemme: S. Gemmulus 281 S. Gemmulus 281, 407, 781 S. Genebaudus 272 S. Genovefa 408, 437 Gepke (m.) S. Gebhardus 270 Gepke: S. Gebedrudis 270 Gerard: S. Gerardus 282 S. Gerardus 282, 779 Gerben: S. Gerebernus 283 Gerbert: S. Gerebernus, Zal. Gerbrandus 283 Gerbrand: Z. Gerbrandus 283 Zal. Gerbrandus 283 Gerbren: S. Gerebernus 283 Gerbrig: S. Gertrudis 284 Gere: S. Gerardus 282 S. Gerebernus 283 Gerekink: Gesln. 285 S. Gericus 285, 783 S. Gerinus 451 Gerke: S. Guericus (Gericus) 285 Gerlach: S. Gerlacus 286 S. Gerlacus 286, 313 Gerlantsje: S. Gertrudis 287 Gerlif: S. Gerulfus 288 Gerlof: S. Gerulfus 288 Germ: S. Germerius, S. Germanus 289 German: S. Germerius, S. Germerius 289 S. Germanus 289 Germen: S. Germanus, S. Germerius 289 S. Germerius 289 S. Geroldus 290 Gerolt: S. Geroldus 290 Gerrelts: Gesln. 290 Gerrik: S. Guericus (Gericus) 285 Gerrit: S. Gerardus 282 S. Gertrudis 273, 284, 287, 770, 780 S. Gerulfus 288 S. Gervasius 411 S. Gervinus 411 Gerwert: S. Gerebernus, Zal. Gerbrandus 283 Getse: S. Gezzelinus (Gitzilinus) 291 Geurik: S. Guericus (Gericus) 285 Geurt: S. Godehardus 300 Geurtjen: S. Godeberta 292 S. Gezzelinus 291, 788 Giele: S. Gilbertus 293 Gijs: S. Gislebertus (Gilbertus) 295 en blz. 10. Gijsbert: S. Gislebertus (Gilbertus) 295 en blz. 10, 22. Gijsjen: S. Ghiselindis, S. Gisleidis 274 Gilbert: S. Gilbertus 293 en blz. 10. S. Gilbertus 277, 278, 293, 294, 295, 406 en blz. 10. Gilbrand: S. Gilbertus 293 S. Gildardus 275, 296 S. Gilduinus 296 Gilein: S. Gislenus 276 Giljam: S. Guilielmus 864 Gilles: S. Gilbertus, S. Egidius 294 Gillibaert: Gesln. 293 Gillis: S. Gilbertus, S. Egidius 294 Giltjes: Gesln. 296 S. Gindeus 459 Gisbert: S. Gislebertus (Gilbertus) 295 en blz. 10. Gise: S. Gislebertus (Gilbertus) 295 en blz. 10. S. Giselindis 274, 414 S. Gislebertus 295 en blz. 10. S. Gisleidis 274 S. Gislemerius 279 S. Gislenus 276 S. Gitzelinus (Gezzelinus) 291, 413, 788 Gjalt: S. Gilduinus, S. Gildardus 296 Gjelt: S. Gilduinus, S. Gildardus 296 Gjolt: S. Gilduinus, S. Gildardus 296 Glaudi: S. Clodoaldus 297 Glijn: S. Gislenus 276 S. Glodesindis 711 Gloudi: S. Clodoaldus 297 S. Gobanus 298 Gobel: S. Gobanus 298 Gobert: S. Gobertus 299 S. Gobertus 299, 415, 440 Godard: S. Godehardus 300 S. Godeberta 292 S. Godefridus 304 S. Godehardus 300, 302 S. Godeleva 301 Godelieve: S. Godeleva 301 S. Godescalcus 688 Godeward: S. Godehardus 302 Godewijn: S. Godwinus 303 Godfried: S. Godefridus 304 en blz. 22. S. Godo 312 S. Godscalcus 305 Godschalk: S. Godscalcus 305 S. Godwinus 303 Goebel: S. Gobanus 298 Goedel: S. Gudila (Gudula) 306 Goedele: S. Gudila (Gudula) 306 Goele: S. Gudila (Gudula) 306 Goerd: S. Godehardus 300 Goetse: S. Gudwalus 307 Goffert: S. Godefridus 304 Goffe: S. Godefridus 304 Gokke: S. Gaugericus 268 Gommer: S. Gummarus 308 Gomme: S. Gummarus 308 Gompertz: Gesln. 308 Gomprecht: S. Gummarus 308 Gonde: S. Aldegundis 40 S. Gondulfus 316 Gonne: S. Gondulfus 316 Goof: S. Godefridus 304 Gooye: S. Gauzlinus 309 Gooike: S. Gauzlinus 309 Gooitse: S. Gauzlinus 309 Gooitske: S. Gaudola 310 Goolken: S. Godeleva 301 Gooltjen: S. Gudila (Gudula) 306 Goris: S. Jorius, S. Georgius, S. Gregorius 421 Gorrit: S. Gerardus 282 Goseling: Gesln. 311 Gosen: S. Gosselinus 311 Gosens: Gesln. 448 Goslik: S. Gosselinus 311 Gosling: S. Gosselinus 311 Gosse: S. Gosselinus 311 S. Gosselinus 311 S. Goswinus 311, 448 Gotte: S. Godo 312 Goudjen: S. Gudila (Gudula) 306 Goukes: Gesln. 268 Gouw: S. Godehardus 302 Gouwe: S. Gaugericus 268 Gouwert: S. Godehardus 302 Govert: S. Godefridus 304 en blz. 22. Gozewijn: S. Goswinus 311 Graald: S. Gerlacus 313 Graats: S. Gerardus 282 S. Gradulfus 263, 771 Grate: S. Gradulfus 263 Greault: S. Geroldus 290 Greeld: S. Gerlacus 313 Gretske: S. Margarita 523 Greuld: S. Gerlacus 313 Greult: S. Geroldus 290 Gribbert: S. Grimoaldus 314 Grietjen: S. Margarita 523 Grim: Gesln. 314 Grimbert: S. Grimoaldus 314 Grimme: S. Grimoaldus 314 Grimmert: S. Grimoaldus 314 S. Grimoaldus 314 S. Gudila 306 S. Gudula 306 S. Gudwalus 307 S. Guericus 285, 848, 855 S. Guibertus 856 S. Guido 873 Guyleken: S. Gudila (Gudula) 306 S. Guilielmus 864 S. Guisbertus 871 Gumbert: S. Gumbertus 315 S. Gumbertus 315 S. Gummarus 308, 789 Gumpert: S. Gumbertus 315 S. Gundeharus 317 Gunne: S. Gondulfus 316 Gunning: Gesln. 316 Gunst: Gesln. 316 Gunter: S. Guntherus, S. Gundeharus 317 S. Guntherus 317 Gust: S. Augustinus 318 Gustaaf: S. Augustinus 318 S. Guthagonus 319 Gutke: S. Guthagonus 319 Gutte: S. Guthagonus 319 Gutteling: Gesln. 319 Guurt: S. Godehardus 300 Guurtjen: S. Godeberta 292 H Haan: S. Anno 320 Haanraads: Gesln. 320 Haans: S. Anno 320 Haans: Gesln. 320 Haantjes: Gesln. 320 Haarke: S. Herardus 210 Haarm: Zal. Hermannus 353 Haas: S. Joannes 321 Haasjen: Zal. Haseka 322 Haasken: Zal. Haseka 322 Habertz: Gesln. 338 Habets: Gesln. 338 S. Hadelinus 335 S. Hadeloga 358 Hadewig: S. Hedwigis 323 Hadewy: S. Hedwigis 323 Hadewijn: S. Hadoindus 324 Haetsje: S. Hedwigis 323 Hagen: S. Hagnas 325 S. Hagnas 325 Haije: S. Haketus 326 Haytse: S. Hathewulfus 327 Haytso: S. Hathewulfus 327 Haike: S. Haketus 326 Haites: Gesln. 327 Hake: S. Haketus 328 Hakke: S. Haketus 328 Hakke: Gesln. 328 Hakkeling: Gesln. 328 Haket: Gesln. 326 S. Haketus 326, 328 Halbe: S. Halilulfus 329 Halewijn: Gesln. 3 S. Halilulfus 329, 330 Halle: S. Halilulfus 330 Ham: Gesln. 331 Hamer: Gesln. 331 Hamke: S. Hamundus 331 Hammer: Gesln. 331 Hammo: S. Hamundus 331 S. Hamundus 331 Han: S. Anno, S. Joannes 332 Han: Gesln. 332 Hanke: S. Anno 332 Hanne (m.): S. Anno 332 Hanne (vr.): S. Joanna 333 Hannes: S. Joannes 321 Hans: S. Anno, S. Joannes 332 Hanse: S. Anno 332 Hansen: Gesln. 332 Hansjen: S. Joanna 333 Hansken: S. Joanna 333 Hantje: S. Anno 332 Hare: S. Herardus 210 Haring: S. Heribertus 340 Haring: Gesln. 340 S. Harlindis 213 Harmen: Zal. Hermannus 353 Harpert: S. Heribertus 351 Hartger: S. Hartwicus 334 Hartman: S. Hartwicus 334 Hartman: Gesln. 180, 334 Hartog: S. Hartwicus 334 Hartogh: Gesln. 334 Hartsen: S. Hartwicus 334 S. Hartwicus 13, 180, 334 Hase: Gesln. 321 Zal. Haseka 322 Hate: S. Hathebrandus, S. Hathewulfus, S. Hadelinus 335 S. Hathebrandus 335 S. Hathewulfus 23, 327, 335 Hatte: S. Hathebrandus, S. Hathewulfus, S. Hadelinus 335 Hathem: S. Hathebrandus, S. Hathewulfus, S. Hadelinus 335 Hauke: S. Hucbertus 336 Haukje: S. Hugolina 337 Hauwert: S. Hucbertus 337 Havekes: Gesln. 336 Havik: S. Hucbertus 336 Hazeman: Gesln. 321 Heabele: S. Hebertus 338 Heare: S. Heribertus 340 Hebbe: S. Hebertus 338 Hebe: S. Hebertus 338 S. Hebertus 338 S. Hedda 339, 345, 359 Hedde: S. Hedda 359 Hederik: Gesln. 339 S. Hedwigis 323, 362, 370 Heeres: Gesln. 340 Heerke: S. Heribertus 340 Heerkens: Gesln. 212 Heerkes: Gesln. 340 Heert: S. Heribertus 340 Heertjen: S. Herlindis 341 Heije: S. Haketus 326 Heije: Gesln. 326 Heyligers: Gesln. 342 Heilger: S. Helanus 342 Heilke: S. Helanus 342 Heiltjen: S. Hiltrudis 343 Heilwig: S. Hiltrudis 343 Heilzoete: S. Hiltrudis 343 Heime: S. Heimeradus 344 Heimen: S. Heimeradus 344 S. Heimeradus 344 Heimerik: S. Emebertus, S. Emericus, S. Amor 199 Heimes: Gesln. 344 Hein: S. Henricus 350 S. Heyna 349 Heynis: Gesln. 350 Heintjen: S. Heyna 349 Heite: S. Hedda 345 Heiting: Gesln. 345 Heito: S. Hedda 345 S. Helanus 342, 357 Helbe: S. Halilulfus 329 S. Helbianus 347 S. Heldemarus 346 Heldolf: S. Helanus 342 S. Helena 469 Hellegers: Gesln. 342 Helm: S. Wilhelmus 864 Helmer: S. Heldemarus 346 Helmering: Gesln. 347 Helmers: Gesln. 347 Helmich: S. Heldemarus 347 Helming: Gesln. 347 Helper: S. Helbianus 348 Helper: Gesln. 348 Hemke (m.): S. Hamundus 331 Hemke (vr.): S. Hemme 349 Hemkes: Gesln. 344 Hemkje: S. Hemma 349 S. Hemma 349 Hemme: S. Himelinus 369 Hendrik: S. Henricus 350 en blz. 22. Hendrikjen: S. Heyna 349 Henke: S. Henricus 350 Henkes: Gesln. 350 Henne: S. Henricus 350 S. Henricus 350 Hens: Gesln. 350 Hense: S. Henricus 350 Hensen: Gesln. 350 Hente: S. Henricus 350 S. Herardus 210 Herbern: S. Heribertus 351 Herbers: Gesln. 351 Herbert: S. Heribertus 351 Herbrand: S. Heribertus 351 Herckenrath: Gesln. 212 Hereman: Zal. Hermannus 353 Zal. Hereswit 355 S. Heribertus 340, 351 Hering: S. Heribertus 340 Hering: Gesln. 340 S. Herinus 354 Herke: S. Eric, S. Erkembodo 212 Herke: S. Herulfus 352 S. Herlindis 14, 341 Herm: Zal. Hermannus 353 Herman: Zal. Hermannus 353 en blz. 22. Zal. Hermannus 353 Hermiene: S. Ermelendis, S. Ermenilda 215 Herne: S. Herinus 354 Herrent: S. Herinus 354 Hertig: S. Hartwicus 334 Hertsen: S. Hartwicus 334 Hertsje: Zal. Hereswit 355 S. Herulfus 352 S. Herwaldus 356 Herwig: S. Herwaldus 356 Hesemans: Gesln. 321 Hesling: S. Helanus 357 Hesse: S. Helanus 357 Hessel: S. Helanus 357 Hesseling: Gesln. 357 Hessels: Gesln. 357 Hetse: S. Hedda 359 Hetsje: S. Hadeloga 358 Hetske: S. Hadeloga 358 Hette: S. Hedda 359 Heus: S. Uzanus 360 Heus: Gesln. 360 Heussen: S. Uzanus 360 Hibbert: S. Hildebertus 364 Hidde: S. Hidulfus 361 Hidke: S. Hedwigis 362 Hidtsje: S. Hedwigis 362 S. Hidulfus 361 Hielkje: S. Hiltrudis 343 Hiere: S. Iero 363 Hijltjen: S. Hildegardis, S. Hiltrudis 368 Hikke: S. Hildegardis, S. Hiltrudis 368 Hilbert: S. Hildebertus 364 S. Hildebertus 364, 391 Hildebrand: S. Hildebrandus 366 S. Hildebrandus 366 S. Hildegardis 368 S. Hildegundis 367 S. Hildegrimus 365 Hildert: S. Hilduardus, S. Hildegrimus 365 S. Hilduardus 365 Hilkje: S. Hildegundis 367 Hilkje: S. Hildegardis, S. Hiltrudis 368 Hille (m.): S. Hildebertus 364 Hille (vr.): S. Hildegundis 367 Hillebrand: S. Hildebrandus 366 Hillegeer: Gesln. 342 Hillegers: Gesln. 342 Hillegonde: S. Hildegundis 367 Hillen: Gesln. 364 Hilletjen: S. Hildegundis 367 Hilletjen: S. Hildegardis, S. Hiltrudis 368 Hilme: S. Himelinus 369 S. Hiltrudis 343, 368 S. Himelinus 369 Himen: S. Hemma 348 Hinke: S. Henricus 350 S. Hippolytus 614 Hiskje: S. Hedwigis 370 Hitte: S. Hidulfus 361 Hobbe: S. Hucbertus, S. Hubertus 371 Hoek: Gesln. 372 Hoeke: S. Hugo 372 Hoite: S. Hotgerus 377 Hokke: S. Hugo 372 Holke: S. Hugolinus 373 Holle: S. Hugolinus 373 Holst: S. Hugolinus 373 Homme: S. Homobonus 374 Hommes: Gesln. 374 S. Homobonus 374 Hoosemans: Gesln. 377 Hopke: S. Hucbertus, S. Hubertus 371 Hoppe: S. Hucbertus, S. Hubertus 371 Hoppe: Gesln. 371 Hopper: S. Hucbertus, S. Hubertus 371 Hoppers: Gesln. 371 S. Hor 375 S. Hordeonius 376 Horne: S. Hor 375 Hortse: S. Hordeonius 376 Hosman: Gesln. 377 S. Hotgerus 377 Hotse: S. Hotgerus 377 Hotte: S. Hotgerus 377 Houke: S. Hugo 372 Houwe: S. Hugo 372 Houwen: S. Hubertus 378 Hubert: S. Hubertus 378 Hubertsje: S. Hugolina 379 S. Hubertus 371 Hubrecht: S. Hubertus 378 S. Hucbertus 336, 371 S. Hugo 372, 378, 380, 792 S. Hugolina 337, 379, 381 S. Hugolinus 373 Huib: S. Hubertus 378 Huibert: S. Hubertus 378 en blz. 22. Huibjen: S. Hugolina 379 Huig: S. Hugo 380 Huigjen: S. Hugolina 381 Huyskes: Gesln. 360 Humbert: S. Humbertus 382 S. Humbertus 382 Hume: S. Homobonus 374 Hume: S. Humbertus 382 Hune: S. Hungerus, S. Hunfridus 383 S. Hunfridus 383 Hunfried: S. Hunfridus 383 S. Hungerus 383 Hunte: S. Hungerus, S. Hunfridus 383 S. Husandus 360 Husing: Gesln. 360 I S. Ibarus 384 Ibbe: S. Ibarus 384 Ibe: S. Ibarus 384 Ibele: S. Ibarus 384 Ibels: Gesln. 384 Ibeltsje: S. Ebba 209 Ide: (m.) S. Itherius 385 Ide: (vr.) S. Itta, S. Itisberga 386 Ides: Gesln. 385 Idsert: S. Itherius 385 Idsing: Gesln. 385 Idske: (m.): S. Itherius 385 Idske: (vr.): S. Itta, S. Itisberga 386 Ief: S. Ivo 387 Iefke: S. Ivetta 388 Iepkje: S. Ebba 209 S. Iero 363 Ifke: S. Ivetta 388 Ige: S. Igomonus 389 Igeraan: S. Igomonus 389 Igesz: Gesln. 389 S. Ignatius 557 S. Igomonus 389 Igram: S. Igomonus 389 IJsbrand: S. Isfridus 396 Ike: S. Igomonus 389 Iken: S. Itta, S. Itisberga 386 Ile: S. Illehere 390 Ilke: S. Illehere 390 Ille: S. Hildebertus 391 Illebrecht: S. Hildebertus 391 S. Illehere 390 Illige: S. Hildegardis, S. Hiltrudis 368 Ilsing: S. Illehere 390 Iman: S. Imarius, S. Emmerammus 392 S. Imarius 392 Imbert: S. Imarius, S. Emmerammus 392 Ime: S. Imarius 392 S. Imelda 393 Imeltjen: S. Imelda 393 Imke: S. Imarius, S. Emmerammus 392 Imkje: S. Imelda 393 Immetjen: S. Imelda 393 Immigje: S. Imelda 393 Imming: Gesln. 392 S. Ina (m.) 394 S. Inanus 394 Ine: S. Ina, S. Inanus 394 Ingel: S. Ina, S. Inanus 394 Inse: S. Ina, S. Inanus 394 Inte: S. Ina, S. Inanus 394 Ipe: S. Ibarus 384 Ipke: S. Ibarus 384 Irmgard: S. Irmgardis 395 S. Irmgardis 395 Isabella: S. Elisabeth 481 Isbert: S. Isfridus 396 Isbrand: S. Isfridus 396 Ise: S. Isfridus 396 Isenoud: S. Isfridus 396 S. Isfridus 396 Isfried: S. Isfridus 396 S. Itherius 385 S. Itisberga 386, 397 Itisberge: S. Itisberga 397 Itjen: S. Itta, S. Itisberga 386 Itse: S. Itherius 385 S. Itta 386 Itte: S. Itta, S. Itisberga 386 Ivetken: S. Ivetta 388 S. Ivetta 388 Ivo: S. Ivo 387 S. Ivo 387 J Jaantjen: S. Joanna 398 (S. Adrianus) 24 Jaap: S. Jacobus 399 en blz. 26. Jacob: S. Jacobus 399 en blz. 22. S. Jacobus 399, 400, 448 Jakkele: S. Jacobus 400 Jakles: Gesln. 400 Jalke: S. Jacobus 400 Jalle: S. Jacobus 400 Jamme: S. Gamelbertus 401 Jan: S. Joannes 402 en blz. 18, 22. Janke: S. Joannes 402 Janne (m.): S. Joannes 402 Janne (vr.): S. Joanna 398 Janneken: S. Joanna 398 Jannes: S. Joannes 402 Jannetjen: S. Joanna 398 Jannigje: S. Joanna 398 Jantis: S. Jan Baptist 403 Japik: S. Jacobus 399 Jappen: S. Jacobus 399 Jare: S. Garibaldus 404 Jarig: S. Garibaldus 404 Jarigse: Gesln. 404 Jaring: S. Garibaldus 404 Jasper: S. Gausbertus, S. Caspar 433 en blz. 22. Jeen: S. Gemmulus 407 Jefke: S. Gebedrudis 410 Jeil: S. Gilbertus, S. Joannes 294 Jeil: S. Joannes 405 Jekke: S. Jacobus 400 Jelbout: S. Gilbertus 406 Jelger: S. Gilbertus 406 Jelle: S. Gilbertus 406 Jelmer: S. Gilbertus 406 Jelte: S. Gilbertus 406 Jemme: S. Gemmulus 407 Jenke: S. Gemmulus 407 Jenne (m.): S. Gemmulus 407 Jenne (vr.): S. Genovefa 437 Jenneken: S. Genovefa 437 Jenneken: S. Joanna 398 Jennevieve: S. Genovefa 408 Jente: S. Gemmulus 407 Jepe: S. Gebehardus 409 Jepke: S. Gebedrudis 410 Jerfaas: S. Gervasius 411 Jeroen: S. Iero 363 en blz. 22. Jerre: S. Gervinus, S. Gervasius 411 Jetjen: S. Giselindis 414 Jeuntjen: S. Junilla (Jonilla) 412 Jeupken 418 Jiesk: S. Gitzilinus 413 Jilbert: S. Gilbertus 294 Jildert: S. Gilbertus 294 Jilke: S. Gilbertus 294 Jille: S. Gilbertus 294 Jillis: S. Gilbertus, S. Egidius 294 Jilt: S. Gilbertus 294 Jins: S. Gemmulus 407 Jippe: S. Gebehardus 409 Jisk: S. Gitzilinus 413 Jitske: S. Giselindis 414 S. Joachim 416 S. Joanna 333, 398 S. Joannes 294, 321, 332, 402, 403, 405, 831 Jobert: S. Gobertus 299 Jobert: 415 = Gobert 299 Jobjen 418 Jochem: S. Joachim 416 Joder: S. Jordanus 420 Jodsert: S. Judocus 424 Johan: S. Joannes 402 Jolke: S. Gilbertus 406 Jolle: S. Gilbertus 406 Jonge: S. Junianus 417 Jongmans: Gesln. 417 Joon: S. Junianus 417 Joop: S. Joseph 418 Joopjen 418 Joord: S. Jordanus 420 Jooren: Gesln. 421 Joos: S. Justus 419 Joost: S. Justus 419 en blz. 22. Jordaan: S. Jordanus 420 S. Jordanus 420 Jorden: S. Jordanus 420 Jorink: Gesln. 421 Joris: S. Jorius, S. Georgius, S. Gregorius 421 S. Jorius 421 Jorke: S. Jorius, S. Georgius, S. Gregorius 421 Jorre: S. Jorius, S. Georgius, S. Gregorius 421 Jorrit: S. Jorius, S. Georgius, S. Gregorius 421 Joscelin: Gesln. 311 S. Joscio 422 Josse: S. Joscio, S. Judocus 422 Jote: S. Jutta 425 Jotse: S. Joscio 422 Jotte: S. Joscio 422 Jouke: S. Ivo 387 Jouke: S. Judocus 424 Jourik: S. Jorius, S. Georgius, S. Gregorius 431 Jouw: S. Ivo 387 Judigje: S. Jutta, S. Judita 425 S. Judocus 422, 424 Juytken: S. Jutta, S. Judita 425 Jukke: S. Ivo 387 Jukke: S. Judocus 424 S. Julianus 423 Julle: S. Julianus 423 S. Junianus 417 S. Junilla 412 Jurgen: S. Jorius, S. Georgius, S. Gregorius 421 Jurgens: Gesln. 421 Jurjen: S. Jordanus 420 Jurriaan: S. Jordanus 420 S. Justus 419 S. Jutta 425 Jutte: Gesln. 424 Jutjen: S. Jutta, S. Judita 425 Jutte: S. Judocus 424 Juw: S. Ivo 387 K Kaatjen: S. Catharina 426 Kaei: S. Caideus (Caidocus) 427 Kalle: S. Catharina 426 Kalleken: S. Catharina 426 Kamiel: S. Camillus 428 Kampe: S. Gemmulus 281 Kanke: S. Gangulfus 266 Kanter: S. Gandinus 429 Kantert: S. Gandinus 429 Karel: S. Carolus, Eerb. Karloman 430 en blz. 22. Karijn: S. Gerinus, S. Quirinus 451 Eerb. Karloman 430 Kars: Zal. Christianus 431 Karsjes: Gesln. 431 Karsten: Z. Christianus 431 Karstjen: S. Christina 454 Kas: S. Cassericus 432 Kase: S. Cassericus 432 Kaseke: S. Cassericus 432 Kasper: S. Gausbertus, S. Caspar 433 en blz. 22. Katriene: S. Catharina 434 Katrijn: S. Catharina 434 Kazijn: S. Cassericus 432 Kees: S. Cornelius 435, 449 Keetjen: S. Cornelia 435, 562 Keetell: Gesln. 435 Kei: S. Caideus (Caidocus) 427 Kempe: S. Gemmulus 281 Kene: S. Kennanus, S. Cannicus 436 S. Kennanus 436 Kenne: S. Kennanus, S. Cannicus 436 Kenou: S. Genovefa 437 Kenske: S. Genovefa 437 Kerspijn: S. Crispinus 452 Kerst: Zal. Christianus 431 Kerstant: Z. Christianus 431 Ketel: Gesln. 435 Keub: S. Gobbanus, S. Gobertus, S. Jacobus 440 Keuntjen: S. Cunigundis 442 Kiel: S. Kilianus 438 Kil: S. Kilianus 438 Kiliaan: S. Kilianus 438 S. Kilianus 438 Kinge: S. Kennanus, S. Cannicus 436 Kingske: S. Genovefa 437 Klaartjen: S. Clara 439 Klaas: S. Nicolaus 565 en blz. 26. Klaasjen: (S. Nicolaus) 565 Klaasken: (S. Nicolaus) 565 Claudi: S. Clodoaldus 297 Kleis: S. Nicolaus 565 Klijn: S. Colianus 444 Klijn: Gesln. 444 Knelie: S. Cornelia 562 Knelis: S. Cornelius 449 Kniertjen: S. Cunera 457 Kobbe: S. Gobbanus, S. Gobertus, S. Jacobus 440 Kobe: S. Gobbanus, S. Gobertus, S. Jacobus 440 Koeleman: Gesln. 445 Koelman: S. Colmannus (Colmanus) 445 Koendert: S. Conradus (Cuno) 441 Koene: S. Conradus (Cuno) 441 Koenraad: S. Conradus (Cuno) 441 en blz. 17, 22. Koentjen: S. Cunigundis 442 Koert: S. Conradus (Cuno) 441 Koye: S. Caideus (Caidocus) 427 Kolette: S. Coleta 443 Kolijn: S. Colianus 444 Kollaart: S. Colmannus (Colmanus) 445 Kommer: S. Gummarus 308 Kommer: Gesln. 308 Kommerden: Gesln. 308 Konstans: S. Constans 446 Konstansjen: S. Constantia 446 Konstant: S. Constans 446 Koolen: Gesln. 444 Kooltjes: Gesln. 444 Koop: S. Gobbanus, S. Gobertus, S. Jacobus 440 Koops: Gesln. 440 Koos: S. Goswinus, S. Jacobus 448 Koppen: S. Gobbanus, S. Gobertus, S. Jacobus 440 Koppes: Gesln. 440 Kops: Gesln. 440 Kornelis: S. Cornelius 449 Kors: Zal. Christianus 453 Korsten: Zal. Christianus 453 Korstiaan: Zal. Christianus 453 Kos: S. Goswinus, S. Cosmas 448 Kos: Gesln. 448 Kost: S. Goswinus 448 Kost: S. Augustinus 318 Kosten: S. Goswinus 448 Kosten: S. Augustinus 318 Kostijn: S. Goswinus 448 Kozijn: S. Goswinus 448 Krees: S. Lucretia 450 Krelis: S. Cornelius 449 Krijn: S. Gerinus, S. Quirinus 451 en blz. 26. Krispijn: S. Crispinus 452 Kristiaan: Zal. Christianus 453 Kristiene: S. Christina 454 Kristientjen: S. Christina 454 Kristjen: S. Christina 454 Kristoffel: S. Christophorus 455 en blz. 17. Kristoffer: S. Christophorus 455 Kuintjen: S. Cunigundis 442 Kumer: S. Gummarus 308 Kundertsje: S. Cunera 457 Kune: S. Cuno, S. Quinibertus 456 Kuner: S. Cuno, S. Quinibertus 456 Kuniere: S. Cunera 457 Kunske: S. Cunigundis 442 Kweldrik: S. Willericus 458 L Laam: S. Lambertus 460 Lam: Gesln. 460 Lambert: S. Lambertus 460 S. Lambertus 460 Lambrecht: S. Lambertus 460 Lamfert: S. Lambertus 460 Lamkje: S. Landrada 461 Lammen: S. Lambertus 460 Lampen: Gesln. 460 Lan: S. Landoaldus 464 Lancelot: S. Andreas Avellinus 462 Lande: S. Landoaldus, S. Landelinus 463 S. Landelinus 463 S. Landoaldus 463, 464 S. Landrada 461 Landsloot: S. Andreas Avellinus 462 Landslots: Gesln. 462 Lang: S. Landoaldus 464 Lanne: S. Landoaldus, S. Landelinus 463 Lans: Gesln. 463 S. Laudus 495 S. Launomarus 494 Laurens: S. Laurentius 465 en blz. 18, 22. S. Laurentia 466 S. Laurentius 465 Lauris: S. Laurentius 465 Lauw: S. Laurentius 465 Lauwerientjen: S. Laurentia 466 S. Lebuinus 484 Ledewiene: S. Lidwina (Lidwigis) 467 en blz. 22. Leefmans: Gesln. 484 Leeke: S. Leonardus 468 Leen: S. Leonardus 468 en blz. 26. Leenaard: S. Leonardus 468 Leendert: S. Leonardus 468 en blz. 22. Leene: S. Alena, S. Helena, S. Magdalena 469 Leenke (m.): S. Leonardus 468 Leenke (vr.): S. Alena, S. Helena, S. Magdalena 469 Leentjen: S. Alena, S. Helena, S. Magdalena 469 Leeuke: S. Leuconius 470 Leeuwke: S. Leuconius 470 Leffert: S. Lietfardus 471 Lein: S. Linentius 472 Leisjen: S. Aleydis 22 Lemke: S. Lambertus 460 Lemkes: Gesln. 460 Lemmen: S. Lambertus 460 Lemmens: Gesln. 460 Lendert: S. Leonardus 468 Lens: S. Linentius 472 Lens: Gesln. 472 S. Leobinus 496 S. Leodegarius 504 Leonard: S. Leonardus 468 S. Leonardus 468 Leopold: S. Leopoldus 473 S. Leopoldus 473 Leppe: S. Lietfardus 471 S. Letardus 475 Letjen: S. Leutbergis 474 Lette: S. Letardus 475 S. Leubinus 496 S. Leuconius 470 Leune: S. Lewinna, S. Apollonia 476 Leunis: S. Linentius 472 Leuntjen: S. Lewinna, S. Apollonia 476 Leupen: Gesln. 496 S. Leutbergis 474 S. Levanius 483 S. Lewinna 482 Libbe: S. Liffardus (Lietfardus) 477, S. Libertus 479 Libbeken: S. Lioba 478 Libbers: Gesln. 477 Libert: S. Libertus 479 S. Libertus 479 Librecht: S. Libertus 479 Lidewy: S. Lidwina (Lidwigis) 467 S. Lidwigis 467 S. Lidwina 467 Liebe: S. Lebuinus, S. Livinus 484 Lientjen 480 Liepe: S. Leopoldus 473 Lies: S. Lisardus 488 Liesbet: S. Elisabeth 481 en blz. 17, 18, 22. Liese: S. Elisabeth 481 Liesjen: S. Elisabeth 481 S. Lietfardus 471, 477 Lieuke: S. Lewinna 482 Lieuwe: S. Levanius 483 Lieven: S. Lebuinus, S. Livinus 484 Lievense: Gesln. 484 Liewke: S. Lewinna 482 S. Liffardus 471, 477 Liffert: S. Lietfardus 471 Lykele: S. Nicolaus 485 Lijsjen: S. Elisabeth 481 S. Liminius 486 Limke: S. Liminius 486 Lindert: S. Leonardus 468 S. Linentius 472, 487 Linse: S. Linentius 487 Linso: S. Linentius 487 S. Lioba 478, 497 Lioedse: S. Liutfredus, S. Leodegarius, S. Liutolfus 504 Lioen: S. Leonardus 468 Lipjes: Gesln. 477 Lipkje: S. Lioba 478 Lipman: Gesln. 477 Lippe: S. Lietfardus 471 Lips: Gesln. 477 S. Lisardus 488 Liske: S. Lisardus 488 Lisse: S. Lisardus 488 Litse: S. Letardus 475 S. Liutfredus 504 S. Liutolfus 504 S. Livinus 484 Liwijn: Gesln. 484 Lobbe: S. Leubinus (Leobinus) 496 Lobke: S. Lioba 497 Lodewijk: S. Ludovicus 489 en blz. 22. Loef: S. Lubentius 490 Loen: S. Leonardus 468 Loesken: S. Ludovica 491 Logier: S. Ludgerus 499 Lohman: Gesln. 493 Loilif: S. Lullus, S. Lolanus 492 Loy: S. Eligius 196 Loy: S. Ludovicus 489 Loys: S. Eligius 196 Loys: S. Ludovicus 489 Lol: Gesln. 492 S. Lolanus 492 Lolke: S. Lullus, S. Lolanus 492 Lolkesz: Gesln. 492 Lolle: S. Lullus, S. Lolanus 492 Lollekens: Gesln. 492 Lomans: Gesln. 493 S. Lomanus 493 Lomme: S. Lomanus 493 Lone: S. Lewinna, S. Apollonia 476 Loner: S. Launomarus 494 Loo: S. Laudus 495 Loontjen: S. Lewinna, S. Apollonia 476 Loos: S. Ludovicus 489 Lootje: S. Andreas Avellinus 462 Loth: S. Ludovicus 489 Lotjen: S. Lutgardis, S. Lutrudis 506 Louwe: S. Lubentius 490 Louwert: S. Lubentius 490 Lowies: S. Aloysius 43 Lowies: S. Ludovicus 489 Lowiese: S. Ludovica 491 Lowiesken: S. Ludovica 491 Lubbe: S. Leubinus (Leobinus) 496 Lubbegien: S. Lioba 497 Lubberden: Gesln. 496 Lubbert: S. Leubinus (Leobinus) 496 Lubbertsje: S. Lioba 497 Lubbinge: Gesln. 496 Lubbrich: S. Lioba 497 S. Lubentius 490 S. Lucia 714 S. Lucretia 450 Luddo: S. Ludgerus 499 Lude: S. Lutwinus 503 Luden: S. Lutwinus 502 Luden: Gesln. 502 Luder: S. Ludgerus 499 Luderik: S. Ludgerus 498 Ludger: S. Ludgerus 499 S. Ludgerus 498, 499, 500, 507 Ludmer: S. Ludgerus 500 S. Ludmilla 505 Ludolf: S. Ludolfus 501 S. Ludolfus 501 S. Ludovica 491 S. Ludovicus 489 Ludwijn: S. Ludwinus 502 S. Ludwinus 502, 503 Luit: S. Lutwinus 503 Luitse: S. Liutfredus, S. Leodegarius, S. Liutolfus 504 Lullif: S. Ludolfus 501 S. Lullus 492 Lulof: S. Ludolfus 501 Lume: S. Lomanus 493 Lumke: S. Ludmilla 505 Lumman: S. Lomanus 493 Lummert: S. Lomanus 493 Lupke: S. Lioba 497 S. Lutgardis 506 Lutjen: S. Lutgardis, S. Lutrudis 506 S. Lutrudis 506 Lutse: S. Lutwinus 503 Lutz: Gesln. 503 Luurk: S. Ludgerus 498 Luurt: S. Ludgerus 507 Luurts: Gesln. 507 Luwe: S. Levanius 483 Luwert: S. Ludgerus 507 M Maagjen: S. Maggina, S. Maria, S. Magdalena 508 Maan: S. Magnobodus, S. Magnericus 509 Maan: Gesln. 509 Maart: S. Martinus 510 Maarten: 510 en blz. 17, 22. Maartjen: S. Martina 511 Maartjen: S. Maria 527 Maas: S. Massericus (Mastredus) 512 Maaske: S. Massericus (Mastredus) 512 Maat: S. Mathulus 528 Maat: Gesln. 528 Maatjen: S. Mathildis 514 Maatjes: Gesln. 528 Mabel: S. Madelberta 513 Mabelie: S. Madelberta 513 Macheltjen: S. Mathildis 514 Machtelt: S. Mathildis 514 en blz. 22. Machuyt: S. Machutus 515 S. Machutus 515, 537, 541 S. Maclovius 515 S. Madelberta 513 S. Madelgarius 518 S. Magdalena 469, 508, 517 Mage: S. Magnericus 516 Magerhan: S. Magnericus 516 Maggelientjen: S. Magdalena 517 S. Maggina 508, 540 S. Magnericus 509, 516 S. Magnobodus 509 Majerhan: S. Magnericus 516 Makke: S. Machutus 515 Maleene: S. Magdalena 517 Maljaart: S. Madelgarius 518 Mamme: S. Mamatus 519 Mammen: Gesln. 519 S. Mamatus 519 S. Manegoldus 520 S. Manfredus 521 Mank: Gesln. 520 Manke: S. Manegoldus 520 S. Manna 522 Manne (m.): S. Manfredus 521 Manne (vr.): S. Manna 522 Mante: S. Manfredus 521 Manting: Gesln. 521 Marcelis: S. Marchelmus 526 S. Marchelmus 526 S. Margarita 523 Margrete: S. Margarita 523 Margriete: S. Margarita 523 Margrietjen: S. Margarita 523 S. Maria 508, 524, 527, 530 Marië: S. Maria 524 Mariete: S. Maria 524 Marietjen: S. Maria 524 Marijn: S. Marinus 525 Marijnen: Gesln. 525 Marijtjen: S. Maria 524 S. Marinus 525 Mark: S. Marchelmus 526 Markvoort: Gesln. 526 Markwart: Gesln. 526 Marretjen: S. Maria 527 Marrigjen: S. Maria 527 Marten: S. Martinus 510 Martentsje: S. Martina 511 S. Martha 530 Martien: S. Martinus 510 Martientjen: S. Martina 511 S. Martina 511 S. Martinus 510 Martjen: S. Martina 511 Martjen: S. Maria 527 S. Masserius 512 S. Mastredus 512 Mate: S. Mathulus 528 Matern: S. Maternus 529 S. Maternus 529, 532 S. Mathias 532 Mathijs: S. Mathias 532 S. Mathildis 514 S. Mathulus 528 Matjen: S. Mathildis 514 Matjen: S. Maria, S. Martha 539 Matse (vr.): S. Mazota 531 Matte: S. Maternus, S. Mathias 532 S. Matthaeus 756 S. Maura 556 Maurijn: S. Maurinus, S. Maurontus 533, 534 Mauring: S. Mauritius 534 S. Maurinus 533, 555 Mauris: S. Mauritius 534 S. Mauritius 534, 555 Maurits: S. Mauritius 534 en blz. 22. S. Maurontus 533 Max. blz. 22. S. Mazota 531 Mechliene: S. Magdalena 517 Mechtelt: S. Mathildis 514 Medard: S. Medardus 535 S. Medardus 535 Mede: S. Medardus 535 Meeltsje: S. Milburga 544 Mees: S. Bartholomeus 536 Mees: Gesln. 536 Meeus: S. Bartholomeus 536 Meeus: Gesln. 536 Meeuwse: Gesln. 536 S. Megingaudus 545 S. Megingos 545 Meie: S. Machutus 537 Meiert: S. Machutus 537 Meile: S. Mei 543 Mein: S. Meinwercus 545 Meinaart: S. Meinradus 538 Meindert: S. Meinradus 538 en blz. 22. Meinert: S. Meinradus 538 Meinolf: S. Meinulfus 539 Meinou: S. Maggina 540 Meynout: Gesln. 545 S. Meinradus 538 Meinsjen: S. Maggina 540 S. Meinulfus 539 S. Meinwercus 545 Meys: Gesln. 536 Meysing: Gesln. 536 Meke: S. Machutus 541 Mekel: Gesln. 541 Meken: Gesln. 541 Mel: S. Mel 543 S. Mel 543 Melchert: S. Madelgarius 518 Melchert: S. Melchus, S. Melchior 542 S. Melchior 542 S. Melchus 542 Meleye: S. Mel 543 Melke: S. Melchus 542 Melle: S. Mel 543 Mellen: Gesln. 543 Melse: S. Mel 543 Meltsje: S. Milburga 544 S. Mengoldus 545 Menke: S. Megingaudus 545 S. Menna (vr.) 522 Menne: S. Meinwercus 545 Menno: S. Meinwercus 545 Mennolt: S. Mengoldus 545 Mense: S. Mengoldus 545 Mensjen: S. Maggina 540 Mente: S. Mengoldus 545 Ments: S. Maggina 540 Merk: S. Marchelmus 526 Metjen: S. Mathildis 514 Metjen: S. Maria, S. Martha 530 Metken: S. Maria, S. Martha 530 Metse: S. Medardus 535 Mette: S. Medardus 535 Mettentsje: S. Maria, S. Martha 530 Mewis: S. Bartholomeus 536 Mieken: S. Maria 524 Miel: S. Emilius 201 Miene: S. Firmina, S. Samina 546 Mientjen: S. Firmina, S. Samina 546 en blz. 25. Miete: S. Maria 524 Mietjen: S. Maria 524 Mijke: S. Machutus 541 Myn: S. Dominicus 547 Mynko: S. Dominicus 547 Mynt: S. Dominicus 547 Mijntjen: S. Firmina, S. Samina 546 S. Milburga 544 Minderts: Gesln. 547 Minne: S. Dominicus 547 Minnert: S. Dominicus 547 Minse: S. Dominicus 547 Minses: Gesln. 547 Mints: S. Megingaudus 545 Mintsje: S. Firmina, S. Samina 546 S. Modoaldus 548, 551 S. Moduenna 549 Moeder (m.): S. Modoaldus 548 Moeder (vr.): S. Moduenna 549 Moen: S. Monon, S. Monulfus 550 Moens: Gesln. 550 Mokke: S. Machutus 515 Moll: Gesln. 551 Molle: S. Modoaldus 551 Mollen: Gesln. 551 Mollo: S. Modoaldus 551 Momme: S. Mummolus, S. Mummolinus 552 Mommers: Gesln. 552 Mon: S. Eadmundus 175 Monne: S. Monon, S. Monulfus 550 S. Monon 550 Monse: S. Monon, S. Monulfus 550 Monte: S. Mundus 553 Moor: S. Mauritius 534 Moris: S. Mauritius 534 Mourk: S. Maurinus 555 S. Mummolinus 552 S. Mummolus 552 S. Mundana 554 S. Mundus 553 Munte: S. Mundus 553 Muntinghe: Gesln. 553 Muntsje: S. Mundana 554 Murk: S. Maurinus 555 Murk: Gesln. 555 Murkje: S. Maura 556 N Naas: S. Nasadius, S. Ignatius 557 Naatjen: S. Anna 49 Naatjen: S. Natalena 558 Naats: S. Nasadius, S. Ignatius 557 Naleken: S. Natalena 558 S. Namatus 559 Nammele: S. Namatus 559 Nammen: S. Namatus 559 Nan: Gesln. 560 S. Nana 561 Nander: S. Nanterus 560 Nane: S. Nanterus 560 Nankes: Gesln. 560 Nanne: S. Nanterus 560 Nanning: S. Nanterus 560 Nanning: Gesln. 560 S. Nanterus 560 Nantsje: S. Nana 561 S. Nasadius 557 S. Natalena 558 Neantsje: S. Nana 561 S. Nectarius. 563 Neeke: S. Cornelia 562 Neeltjen: S. Cornelia 562 Neese: S. Agnes 26 Neesken: S. Agnes 26 Neke: S. Nectarius 563 Nel: S. Cornelius 449 Nelde: S. Natalena 558 Neldeken: S. Natalena 558 Nelis: S. Cornelius 449 Nelle: S. Cornelia 562 Nelletjen: S. Cornelia 562 S. Neotus 564 Netjes: Gesln. 564 Nette: S. Neotus 564 Nettes: Gesln. 564 Neude: Zal. Notkerus, S. Nothelmus 568 S. Nicasius 565 Nicolaas: S. Nicolaus 565 S. Nicolaus 485, 565 Niels: S. Cornelius 449 Nienke: S. Nina 566 Nienske: S. Nina 566 Nies (m.): S. Nithardus 567 Niese: S. Agnes 26 Niesjen: S. Agnes 26 Nieske (m.): S. Nithardus 567 Niet: S. Agnes 26 Nike: S. Nicasius, S. Nicolaus 565 Nikele: S. Nicolaus 565 S. Nina 566 S. Nithardus 567 Nitsaart: S. Nithardus 567 Nitte: S. Neotus 564 Nitterd: S. Nithardus 567 Nix: Gesln. 565 Noed: Zal. Notkerus, S. Nothelmus 568 Noen: S. Nuncius 569 Noenke: S. Nuncius 569 Noyde: Zal. Notkerus, S. Nothelmus 568 Nol: S. Arnoldus 570 Nolke: S. Arnoldus 570 Nolle: S. Arnoldus 570 Nome: S. Nomius 571 S. Nomius 571 Nooi: Zal. Notkerus, S. Nothelmus 568 Nooy: Gesln. 568 Noom: S. Nomius 571 Nooms: Gesln. 571 Nonkes: Gesl. 569 Noor: S. Norbertus 572 Noordeken: S. Eleonora 573 Noorken: S. Eleonora 573 Noorman: Gesln. 572 Nooten: Gesln. 568 Norbert: S. Norbertus 572 S. Norbertus 572 Nore: S. Eleonora 573 S. Nothburga 129 S. Nothelmus 568 Zal. Notkerus 568 S. Nuncius 569 Nutger: Zal. Notkerus Nutte: S. Nothelmus 568 O Obe: S. Autbertus 574 Obkje: S. Oda 588 Obrecht: S. Autbertus 574 Obrich: S. Oda 588 Ocke: Gesln. 584 S. Oda 576, 588 Ode (m.): S. Odo, S. Odwinus 575 Ode (vr.): S. Oda, S. Odrada 576 Odeken: S. Oda, S. Odrada 576 S. Odelbertus 580 Odilde: S. Othilda 577 S. Odilia 140, 578 Odilië: S. Odilia 578 S. Odo 575 S. Odrada 576 Odulf: S. Odulfus 579 S. Odulfus 579 Oede: S. Oda, S. Odrada 576 Oedse:S. Odo, S. Odwinus 575 Oege: S. Hugo 380 Oege: S. Otgerus 584 Oelbert: S. Odelbertus 580 Oele: S. Ubaldus 790 Oeltjen: S. Olla 581 Oem: S. Audomarus 593 Oene: S. Unnis 582 Oenen: Gesln. 582 Oenes: Gesln. 582 Oentse: S. Unnis 582 Oepke: S. Autbertus 574 Oetgens: Gesln. 575 Oetjen: S. Oda, S. Odrada 576 Offe: S. Autbertus 574 Ogier: S. Otgerus 584 Oyer: S. Otgerus 584 Okeles: Gesln. 586 Okke: S. Otgerus 584 Okkele: S. Oldegarius 586 Okker: S. Otgerus 584 Okkes: Gesln. 586 Olaf: S. Olavus 583 S. Olaus. 583 S. Olavus 583 Olberding: Gesln. 580 Olbert: S. Odelbertus 580 Olbrand: S. Aldebrandus 585 Olbren: S. Aldebrandus 585 S. Oldegarius 586 Ole: S. Odelbertus 580 Oleffs: Gesln. 583 Olf: S. Odulfus 579 Olfert: S. Ulferius 587, 795 Olferts: Gesln. 587, 795 Olfertsje: S. Ulphia 796 Olger: S. Oldegarius 586 Olifbrant: S. Ulferius 587 Olivier: S. Ulferius 587 Olke: S. Oldegarius 586 S. Olla 581 Olof: S. Odulfus 579 Olpke: S. Odulfus 579 Onne: S. Unnis 798 Onno: S. Unnis 798 Oole: S. Odilia 578 Oolgaard: Gesln. 586 Oolken: S. Odilia 578 Oomen: Gesln. 593 Oomer: S. Audomarus 593 Ooms: Gesln. 593 Oopjen: S. Oda 588 Oort: S. Ortarius 589 Oort: Gesln. 589 Oortwijn: Gesln. 589 Ootmar: Gesln. 593 Orseltsje: S. Ursula 799 S. Ortarius 589 Orte: S. Ortarius 589 Ortjen: S. Ortrudis 590 S. Ortrudis 590 Oscar: S. Anscharius 53 Osewout: S. Oswaldus 591 Osewoudt: Gesln. 591 Oske: S. Ursmarus 800 Oswald: S. Oswaldus 591 S. Oswaldus 591 Oswoud: S. Oswaldus 591 Ot: S. Audomarus 593 Otger: S. Otgerus 592 S. Otgerus 584, 592 S. Othilda 577 Otjen: S. Oda, S. Odrada 576 Otmar: S. Audomarus 593 Otse: Oudoceus 595 Otte: S. Otto 594 Otting: Gesln. 594 S. Otto 594 Ouburg: S. Oda 588 S. Oudoceus 595 Out: S. Oudoceus 595 Out: Gesln. 595 Outger: S. Otgerus 592 Outje: S. Oudoceus 595 Outker: S. Otgerus 592 Ouwe: S. Oudoceus 595 P Paalsk: S. Palladia 599 Paaps: Gesln. 596 Pabe: S. Papulus 596 Pabes: Gesln. 596 Paele: S. Baldericus 77 Paye: S. Badilo 597 S. Paladius 598 Pale: S. Paladius 598 Paling: Gesln. 77 S. Palladia 599 Palle: S. Baldericus 77 S. Paladius 598 Pals: S. Baldericus 77 S. Paladius 598 Palse: S. Baldericus 77 S. Paladius 598 Palskje: S. Palladia 599 S. Pancratius 600 Pank: S. Pancratius 600 Pankras: S. Pancratius 600 Pape: S. Bavo, S. Babolenus 72 Pape: S. Papulus 596 Pape: Gesln. 596 S. Papulus 596 Pas (vr.): S. Basilla 601 S. Paulus 602 Pauw: S. Paulus 602 Pauwels: S. Paulus 602 en blz. 17, 22. Peer: S. Petrus 607 Peerjan 607 Peerken: S. Petrus 607 Peet: S. Beda, S. Betto 87 Peet: S. Petrus 607 Peet: Gesln. 87 Peke: S. Baculus 91 Pelgrom: S. Piligrimus, S. Peregrinus 609 Pelle: S. Piligrimus, S. Peregrinus 609 S. Peregrinus 609 Perk: S. Berachus, (Berachius), Bercharius 603 Perk: Gesln. 603 Pernelle: S. Petronilla 608 Persein: S. Berthuwinus 604 Persijn: S. Berthuwinus 604 Persijn: Gesln. 604 Peter: S. Petrus 607 S. Petronilla 608 S. Petrus 607 S. Pharaildis 226, 809 S. Philibertus 230, 808 S. Philippus 237 Pibe: S. Pippinus 605 Pibo: S. Pippinus 605 Pieck: Gesln. 606 Pieke: S. Beccelinus 606 Pierik: Gesln. 603 Pierken: S. Petronilla 608 Piet: S. Petrus 607 Pieter: S. Petrus 607 en blz. 17, 18. Pieternelle: S. Petronilla 608 Pietertjen: S. Petronilla 608 Pietjen: S. Petronilla 608 Pilger: S. Piligrimus, S. Peregrinus 609 Pilgrum: S. Piligrimus, S. Peregrinus 609 S. Piligrimus 609 Pilke: S. Bilfridus 610 Pille: S. Bilfridus 610 Pilleken: S. Bilhildis 611 S. Pippinus 605 Plechelm: S. Plechelmus 109 S. Plechelmus 109 Pleuntjen: S. Pollena, S. Apollonia 612 Plis: S. Bilfridus 613 Plissis: S. Bilfridus 613 Plonie: S. Pollena, S. Apollonia 612 Ploontjen: S. Pollena, S. Apollonia 612 Polle: S. Hippolytus 612 S. Pollena 612 S. Pollina 612 Polling: Gesln. 614 Pons: S. Bonitus, (Bonus) S. Pontianus 615 Pontiaan: S. Pontianus 615 Pool: S. Hippolytus 614 Pooltis: S. Hippolytus 614 Poonken: S. Bonizella 616 Popke: S. Poppo 617 Poppe: S. Poppo 617 Poppe: Gesln. 617 Poppen: Gesln. 617 S. Poppo 617 Pote: S. Bodo 110 Potte: S. Bodo 110 S. Pronicus 618 Pronik: S. Pronicus 618 Pronk: Gesln. 618 S. Prudentia 257 Q S. Quindeus 459 S. Quinibertus 456 Quint: S. Quintinus 459 Quintijn: S. Quintinus 459 S. Quintinus 459 S. Quirinus 451 R Raap: S. Rabanus 619 Raap: Gesln. 619 Raas: Zal. Razzo 620 Raat: Gesln. 622 Raats: Gesln. 622 S. Rabanus 619 Rabbe: S. Radbodus 621 Rabo: S. Radbodus 621 S. Radbodus 621, 622, 626, 642 Radboud: S. Radbodus 622 Rade: S. Radbodus, S. Radfridus 622 Radegonde: S. Radegundis 623 S. Radegundis 623 S. Radfridus 622, 624, 628, 629 Radfried: S. Radfridus 624 Radier: Gesln. 622 Rading: Gesln. 622 Radulf: S. Radulfus 625 S. Radulfus 625 Raep: S. Rabanus 619 S. Ragenfredis 634 S. Raginufla 634 S. Ragnulfus 633 Ragonde: S. Radegundis 623 S. Rainerius 630, 631, 640, 641 S. Rathardus 627 Rather: Gesln. 622 Ratté (?): Gesln. 622 Rauwert: S. Radbodus 626 Zal. Razzo 620 Redert: S. Rathardus 627 Redle: S. Radbodus 642 Redmer: S. Radfridus 628 Redolf: S. Radulfus 625 Reeb: Gesln. 645 Reep: S. Riberius 645 S. Regimbertus 636, 650 S. Regina 634 S. Reginbaldus 637 S. Reginswindis 649 Reid: S. Radbodus 642 Reiger: S. Radfridus 629 Reigers: Gesln. 629 Reijer: S. Radfridus 629 Reilif: S. Radulfus 625 Reimborg: S. Reginswindis 649 Reimer: S. Regimbertus 636 Rein: S. Rainerius 630 Reinaart: S. Rainerius 631 Reinbrand: S. Regimbertus 638 Reine: S. Regina 634 Reinhart: S. Rainerius 631 Reinier: S. Rainerius 630 Reinilde: S. Renildis 632 Reinke: S. Rainerius 630 Reinkje: S. Regina 634 Reinold: S. Reinoldus 633 S. Reinoldus 633 Reinolf: S. Ragnulfus 633 Reinou: S. Regina, S. Raginufla 634 Reinoud: S. Reinoldus 633 Reint: S. Rainerius 631 Reintjen: S. Regina, S. Ragenfredis, S. Raginufla 634 Reits: Gesln. 642 Reitse: S. Radbodus 642 Relinde: S. Relindis 635 S. Relindis 635 S. Remaclus 639 Rembert: S. Regimbertus, (Rembertus) 636 S. Rembertus 636, 638, 652 Rembold: S. Reginbaldus 637 Rembrand: S. Rembertus 638 Rembrig: S. Reginswindis 649 S. Remigius 639 Remko: S. Remigius, S. Remaclus 639 Remme: S. Remigius 639 Remmelt: S. Reginbaldus 637 Remment: S. Remigius 639 Remmers: Gesln. 636 Remmert: S. Regimbertus 636 Rempt: S. Remaclus 639 Rempt: Gesln. 639 Rems: Gesln. 639 Rengers: S. Rainerius 641 Rengertsje: S. Ragenfredis, S. Regina 634 Rengs: Gesln. 640 Renik: S. Rainerius 640 S. Renildis 632 Renke: S. Rainerius 640 Renkes: Gesln. 640 Rennert: S. Rainerius 631 Rens: S. Rainerius 630 Rens: S. Laurentius 465 Rensburg: S. Reginswindis 649 Rensen: Gesln. 630 Renskje: S. Regina 634 Renso: S. Rainerius 630 Renwer: S. Rainerius 641 Reterink: Gesln. 627 Rette: S. Radbodus 642 S. Ribarius 651 S. Riberius 645 S. Richarius 644 Richard: S. Richardus 643 S. Richardis 648 S. Richardus 643, 644, 647 Eerb. Richardus 643, 644, 647 Richel: S. Richardus 647 Richolt: S. Richarius, Eerb. Richardus 644 Richtsje: S. Richardis 648 S. Rictrudis 648 Ridder: S. Rathardus 627 Ridders: Gesln. 627 Riek: S. Richardus 647 Riekjen: S. Rictrudis, S. Richardis 648 Rieme: S. Remigius 639 Riender: S. Rainerius 631 Riense: S. Rainerius 630 Riepe: S. Riberius 645 Riepke: S. Riberius 645 Rieuwert: S. Rithbertus 646 Rieuwke: S. Richardus 647 S. Rigobertus 653 Rigt: S. Richardus 647 Rijckaert: Gesln. 643 Rijk: S. Richarius, Eerb. Richardus 647 Rijkert: S. Richardus 647 Rijkjen: S. Rictrudis, S. Richardis 648 Rijkland: S. Rictrudis 648 Rijklof: S. Richardus 647 Rijkout: S. Richarius 644 Rijnhout: S. Reinoldus 633 Rijnsburg: S. Reginswindis 649 Rijnvis: S. Regimbertus 650 Rijpe: S. Ribarius 651 Ryet: S. Rithbertus 656 Ryts: S. Rithbertus 656 Rikelt: S. Richarius 644 Rikje: S. Rictrudis 648 Rikke: S. Richardus 647 Rikkers: Gesln. 643 Rimmer: S. Rembertus 652 Rimmert: S. Rembertus 652 Rinne: S. Rainerius 630 Rintsje: S. Regina 634 Rippe: S. Ribarius 651 Rippert: S. Rigobertus 653 Riprant: S. Rigobertus 653 Risje: S. Ritza. 655 Riske: (m.) S. Rithbertus 654 Riske: (vr.) S. Ritza 655 S. Rithbertus 646, 654, 656 Ritsaart: S. Richardus 643 Ritse: S. Rithbertus 656 Ritsert: S. Rithbertus 656 Ritske: S. Rithbertus 654 S. Ritza 655 Robbe: S. Robertus 657 Robbe: Gesln. 657 Robbert: S. Robertus 657 Robert: S. Robertus 657 S. Robertus 657 Eerb. Robertus 657 Robijn: S. Rubianus 670 Robrecht: S. Robertus 657 S. Rocchus 669 S. Rochus 669 Rockus: S. Rochus, S. Rocchus 669 Roderik: S. Rodingus 658 S. Rodingus 658 Rodmer: S. Rothardus (Rothadus) 659 Roeder: S. Rothardus 660 Roel: S. Rolandus 661 Roel: S. Rudolfus 671 Roeland: S. Rolandus 661 Roelandjen: S. Rolendis 662 Roelf: S. Rudolfus 671 Roelke: S. Rolendis 662 Roelof: S. Rudolfus 671 en blz. 22. Roeltjen: S. Rolendis 662 Roelvink: Gesln. 671 Roem: Gesln. 664 Roemer: S. Romaricus, S. Romanus 663 Roetert: S. Rothardus 660 S. Rogerius 675 Rogge: S. Rogerius 675 Rogge: Gesln. 675 Rogger: S. Rogerius 675 Rogier: S. Rogerius 675 Roimer: S. Romaricus, S. Romanus 663 Rokus: S. Rochus, S. Rocchus 669 Rol: Gesln. 661 Roland: S. Rolandus 661 S. Rolandus 661 S. Rolendis 662 Rolle: S. Rolandus 661 Rollé (?): Gesln. 661 Rolmus: S. Rolandus 661 S. Romana 665 S. Romanus 663 Romar: Gesl. 663 S. Romaricus 663 Rombert: S. Romaricus 663 Rombout: S. Rumoldus, S. Romualdus 664 en blz. 17, 22. Rombrig: S. Romana 665 Romein: S. Romanus 663 Romen: Gesln. 664 Romijn: Gesln. 664 Romke: S. Romanus 663 Romkje: S. Romana 665 Romme: S. Romanus 663 Rommert: S. Romaricus 663 Rompt: S. Rumoldus, S. Romualdus 664 S. Romualdus 664 en blz. 17. S. Ronanus 666 Ronge: S. Ronanus 666 Ronne: S. Ronanus 666 Ronning: Gesln. 666 Ronse: Gesln. 666 Roos: S. Rossius 667 Roosjen: S. Rosa, S. Rosselina 668 Roosken: S. Rosa, S. Rosselina 668 Roozen: Gesl. 667 Roppert: S. Robertus 657 S. Rosa 668 Roselientjen: S. Rosa, S. Rosselina 668 Rosier: S. Rogerius 675 S. Rosselina 668 S. Rossius 667, 672 S. Rothadus 659 S. Rothardus 659, 660 S. Rotrudis 590, 676 Rouke: S. Rochus, S. Rocchus 669 Roukens: Gesln. 669 Rubben: S. Rubianus 670 Rubbens: Gesln. 670 S. Rubianus 670 Rubijn: S. Rubianus 670 S. Rudbertus 673, 674 Rudolf: S. Rudolfus 671 S. Rudolfus 671 Ruisch: S. Rossius 672 Rumold: S. Rumoldus 664 S. Rumoldus 664 Rupert: S. Rudbertus (Rupertus) 673 S. Rupertus 673, 674 Rut: S. Rudbertus (Rupertus) 674 Rutger: S. Rogerius 675 Rutte: Gesln. 674 Ruurdtje: S. Rotrudis 676 Ruurt: S. Rodingus 658 Ruut: S. Rudbertus (Rupertus) 674 Ruward: S. Rodingus (Chraudingus) 658 S Saal: Gesln. 682 Saalt: S. Salvius 682 Saartjen: S. Sara 677 S. Sabas 678, 686, 687 Sabbe: S. Sabas 678 Sabe: S. Sabas 678 S. Sabina 679 S. Saccus 681 Saco: S. Saccus 681 Saepke: S. Sabina 679 Saeske: S. Sancia 680 Sake: S. Saccus 681 Sakele: S. Saccus 681 Saks: Gesln. 681 Sale: S. Salvius 682 Salves: S. Salvius 682 S. Salvius 682 S. Sambatus 699 S. Samina 546 S. Sancia 680, 702 Sander: S. Sanderadus 683 S. Sanderadus 683 Sanne (m.): S. Sanderadus 683 Sanne (vr.): S. Susanna 648 en blz. 22. Sanneken: S. Susanna 684 Sapke: S. Sabina 679 S. Sara 677 Saris: S. Sarius, S. Serlo 685 Saris: Gesln. 685 S. Sarius 685 Sars: S. Sarius 685 Sars: Gesln. 685 Sasbold: S. Sabas 686 Sasbout: S. Sabas 686 Sasker: S. Sabas 687 Sasje: S. Sabas 687 Sassing: Gesln. 687 Satske: S. Sancia 680 Scato: S. Schetzlo 689 Schalk: S. Godscalcus 305 Schalk: S. Godescalcus 688 Schelte: S. Scophilus 690 Schette: S. Schetzlo 689 S. Schetzlo 689 Schilte: S. Scophilus 690 Schilte: Gesln. 690 S. Schirbaldus 692 Scholte: S. Scophilus 691 Scholting: Gesln. 691 Schoute: S. Scophilus 691 Schrevel: S. Schirbaldus 692 S. Scophilus 690, 691 Sebald: S. Sebaldus 693 S. Sebaldus 693, 696 Sebastiaan: S. Sebastianus 694 S. Sebastianus 694 S. Sebbus 695 Sebe: S. Sebbus 695 Seerp: S. Sebaldus 696 Seerske: S. Sarius, S. Serlo 685 Seger: S. Sigo, S. Sigirannus 716 Segers: Gesln. 716 Segertsje: S. Sichildis, S. Sigrada 717 Seye: S. Siviardus 697 Seine: S. Sinicius 724 Sekele: S. Sigo, S. Sigolinus 698 Selis: S. Sigo, S. Sigolinus 691 Selle: S. Sigo, S. Sigolinus 698 Selle: Gesln. 698 Sem: Gesln. 699 Semme: S. Sambatus 699 S. Senanus 729 Senne: S. Senocus 700 S. Senocus 700 Sens: S. Sindulfus 701 Sent: S. Sindulfus 701 Sentenie: Gesln. 701 Sentsje: S. Sancia 702 Seppe: S. Sebbus 795 Ser: S. Sarius, S. Serlo 685 Seriel: S. Serlo 703 S. Serlo 685, 703 Setse: S. Sesnius, S. Sisinnius 708 Setske: S. Lucia 714 Seveke: Gesln. 695 S. Sesnius 708 S. Siardus 712 Zal. Siardus 726 Sibad: S. Sigebaldus 704 Sibald: S. Sigebaldus 704 Sibbe: S. Sigebertus 705 Sibbeltsje: S. Sibillina 706 Sibbles: Gesln. 695 Sibe: S. Sebbus 695 Sibele: S. Sebbus 695 Sibert: S. Sigebertus 715 Sibet: S. Sigebertus 705 S. Sibillina 706 Sibold: S. Sigebaldus 704 Sibout: S. Sigebaldus 704 Sibran: S. Sigebertus, S. Sigebaldus 707 Sibrand: S. Sigebertus, S. Sigebaldus 707 Sibrecht: S. Sigebertus 715 Sibrechtsje: S. Sichildis, S. Sigrada 717 Siburg: S. Sigrada 717 S. Sichildis 720 Side: S. Sesnius, S. Sisinnius 708 Sie: S. Sisenandus 713 Siebrecht: S. Sichildis, S. Sigrada 717 Siedse: S. Sesnius, S. Sisinnius 708 Siegfried: S. Sigfridus 709 Siegfried: Gesln. 709 Siel: S. Silaüs 710 Sielke: S. Silaüs 710 Sientjen: S. Glodesindis 711 en blz. 25. Sierd: S. Siardus 712 Sies: S. Sisenandus 713 Sietjen: S. Lucia 714 Sietsje: S. Lucia 714 Sieuw: S. Sigfridus 725 Sieuwerts: Gesln. 725 Sievert: S. Sigebertus 715 Sieverts: Gesln. 715 S. Sigebaldus 704 Sigebert: S. Sigebertus 715 S. Sigebertus 705, 707, 715 Siger: S. Sigo, S. Sigirannus 716 Sigertsje: S. Sichildis, S. Sigrada 717 S. Sigfridus 9, 725, 728 S. Sigirannus 716 Sigismund: S. Sigismundus 718 S. Sigismundus 718, 722 S. Sigo 698, 716, 721, 722 S. Sigolinus 698 S. Sigrada 717 Sikke: S. Sigo 721 Sikkes: Gesln. 721 Sikje: S. Sichildis 720 S. Silaüs 710 Simen: S. Sigo, S. Sigismundus, S. Simon 722 Sijmen: S. Sigo, S. Sigismundus, S. Simon 722 Simens: Gesln. 722 Simke: S. Sigo, S. Sigismundus, S. Simon 722 Simme: S. Sigo, S. Sigismundus, S. Simon 722 Sind: S. Sindulfus 701 Sind: S. Sinicius 723 S. Sindulfus 701 Sine: S. Sinicius 724 Sijnen: Gesln. 724 S. Sinicius 723, 724 Sinse: S. Sinicius 723 Sinsis: S. Sinicius 723 Sipke: S. Sebbus 695 Sipkje: S. Sibillina 706 Sire: S. Sigo, S. Sigirannus 716 Sirik: S. Sigo, S. Sigirannus 716 Syrt: S. Siardus 712 S. Sisenandus 713, 719 S. Sisinnius 708 Syserik: S. Sisenandus 719 Syske: S. Sisenandus 719 Sijtjen: S. Lucia 714 Sytse: S. Sesnius, S. Sisinnius 708 Siuwe: S. Sigfridus 725 Sivert: S. Sigfridus 725 S. Siviardus 697, 727 Siwert: S. Sigfridus 725 Sjaard: S. Siardus 726 Sjabbe: S. Sabas 678 Sjerk: S. Sigo, S. Sigirannus 716 Sjerp: S. Sebaldus 696 Sjeuke: S. Siviardus 727 Sjieuwe: S. Siviardus 727 Sjoeke: S. Siviardus 727 Sjoerd: S. Sigfridus 728 Sjouke: S. Siviardus 727 Sjouwe: S. Siviardus 727 Sjut: S. Sigfridus 728 Snel: Gesln. 729 Snelger: S. Senanus 729 Snellart: S. Senanus 729 Snelle: S. Senanus 729 Snelleman: Gesln. 729 Snellens: Gesln. 729 Sneltjes: Gesln. 729 Soet: S. Suidbertus 730 Soet: Gesln. 730 Soeteman: S. Suidbertus 730 Sofie: S. Sophia 731 Sofietjen: S. Sophia 731 S. Solarius 732 S. Solas 732 Solke: S. Solarius, S. Solas 732 Solkes: Gesln. 732 S. Sophia 236, 731 Staas: S. Stathaeus 733 Staas: Gesln. 733 Staats: S. Stathaeus 733 Staats: Gesln. 733 Stans: S. Constans 446 Stansjen: S. Constantia 447 Stasis: S. Stathaeus 733 S. Stathaeus 733 Steffen: S. Stephanus 735 Stein: S. Stephanus 734 Stendert: S. Stephanus 734 S. Stephanus 734, 735 Steven: S. Stephanus 735 en blz. 22. Stiene: S. Christina 736 Stientjen: S. Christina 736 en blz. 25. Stijn: S. Stephanus 734 Stijntjen: S. Christina 736 Stoffel: S. Christophorus 455 Suffried: S. Sigfridus 709 S. Suidbertus 730, 742, 744 Sure: S. Sura 737 S. Sura 737, 739, 740, 745 S. Susanna 684, 738 Suse: S. Susanna 738 Susjen: S. Susanna 738 Suster: S. Susanna 738 Suurtsje: S. Sura 737 S. Suwarda 737, 739, 740, 745 Suwe: S. Sura (Suwarda) 739 Suwtjen: S. Sura (Suwarda) 739 Swaantjen: S. Sura (Suwarda) 740 Swaenen: Gesln. 740 Swaens: Gesln. 740 Swanik: S. Swentiboldus 743 Swebert: S. Suidbertus 744 Sweder: S. Suidbertus 742 Sweer: S. Suidbertus 742 Sweerts: Gesln. 742 Sweitse: S. Suidbertus 744 Swentibold: S. Swentiboldus 743 S. Swentiboldus 741, 743 Swerts: Gesln. 742 Swiedbert: S. Suidbertus 744 Swier: S. Suidbertus 742 Switer: S. Suidbertus 744 Swittert: S. Suidbertus 744 Swobke: S. Sura (Suwarda) 745 Swobkje: S. Sura (Suwarda) 745 T Taalman: Gesln. 749 Taat: S. Tatwinus 748 Taat: Gesln. 748 Tabbe: S. Davinus 746 Tabe: S. Davinus 746 Tabinge: Gesln. 746 Taco: S. Dagobertus, S. Dagaeus (Dega) 747 Taconis: Gesln. 747 Tade: S. Dado 748 Tading: S. Dado 748 Tadik: S. Dado 748 Tadman: S. Theodemirus 762 Tadt: S. Tatwinus 748 Taye: S. Dagaeus (Dega) 747 Taike: S. Dagobertus, S. Dagaeus (Dega) 747 Tale: S. Dalfinus 749 Talte: S. Dalfinus 749 Tame: S. Tammarus, S. Damianus 133 Tames: S. Tammarus, S. Damianus 133 S. Tammarus 133 Tamme: S. Tammarus, S. Damianus 133 Tammerus: S. Tammarus, S. Damianus 133 S. Tancha 135, 750 S. Tanco 138 Tane: S. Danius 134 Tanke: S. Tanco 138 Tanne: S. Danius 134 Tanne: S. Tancha, S. Antonia 750 Tantsje: S. Tancha, S. Antonia 750 Tates: Gesln. 748 S. Tatwinus 748 Tea: S. Thiadildis 752 Tebbe: S. Davinus 746 Tedde: S. Tetricus, S. Tetradius 751 Teding: Gesln. 751 Tedman: S. Tatwinus 748 Tedman: S. Theodemirus 762 Tee: S. Thiadildis 752 Teekje: Thiadildis 752 Teel: S. Dalfinus 749 Teetje: S. Tetta 753 Teetske: S. Tetta 753 Teger: S. Dagarus 754 Teise: S. Tetricus 751 Telle: S. Tillo, S. Tilbertus 760 Temme: S. Tammarus, S. Damianus 133 Tenne: S. Danius 134 S. Teocus 151 S. Teresia 768 S. Ternus 143 Tesse: S. Thethmarus 759 Testaard: S. Tetradius 755 Tetard: S. Tetradius 755 Tete: S. Tetradius 755 S. Tetradius 751, 755 S. Tetricus 751 Tetse: S. Tetricus 751 S. Tetta 753 Teune: S. Antonius 56 Teuneken: S. Antonia 766 Teunis: S. Antonius 56 Teunisjen: S. Antonia 766 Teunisken: S. Antonia 766 Teuntjen S. Antonia 766 Teuw: S. Matthaeus 756 Tewis: S. Matthaeus 756 S. Tezelinus 761 Theobald: S. Theobaldus 757 S. Theobaldus 757 S. Theodardus 147 S. Theodemirus 762 S. Theodericus 142, 146, 784 Theodoor: S. Theodorus 758 S. Theodora 164 S. Theodorus 758 S. Theodulfus 157 S. Theonilla 148 S. Thethmarus 145, 759 S. Thiadildis 144, 150, 156, 752 Thiebaut: Gesln. 757 Thier: Gesln. 142 Thijs blz. 26. S. Thomas 765 Tibaut: S. Theobaldus 757 Tibbe: S. Theobaldus 757 Tibbolt: S. Theobaldus 757 Tibbout: S. Theobaldus 757 Tidde: S. Thethmarus 759 Tiedeman: S. Theodemirus 762 Tiedeman: Gesln. 762 Tiedger: S. Thethmarus 759 Tiedske: S. Thiadildis 156 Tyel: S. Tillo, S. Tilbertus 760 Tiele: S. Tillo, S. Tilbertus 760 Tieleman: S. Tillo, S. Tilbertus 760 Tieleman: Gesln. 760 Tielen: Gesln. 760 Ties: S. Disibodus 149 Tiesse: S. Tezelinus 761 Tietje: S. Thiadildis 156 Tietse: S. Thethmarus 759 Tieze: S. Disibodus 149 S. Tigernacus 152, 763 S. Tilbertus 154, 760 S. Tillo 760 Timans: Gesln. 762 Timen: S. Theodemirus 762 Timens: Gesln. 762 Tijmen: S. Theodemirus 762 Tine: S. Theonilla 148 Tinke: S. Tigernacus 763 Tynke: S. Theonilla 149 Tinne: S. Tigernacus 763 Tintje: S. Theonilla 148 Toers: S. Turianus (Turiavus) 764 Tome: S. Domnolus, S. Domnolenus, S. Thomas 765 Tomis: S. Domnolus, S. Domnolenus, S. Thomas 765 Tomme: S. Domnolus, S. Domnolenus, S. Thomas 765 Tone: S. Antonius 56 Toon: S. Antonius 56 en blz. 20. Toontjen: S. Antonia 766 Tossanus: S. Tozzo 767 S. Tossanus (Toussanus) 767 Totsje: S. Doda 160 Totte: S. Dodo 158 S. Tozzo 767 Treese: S. Teresia 768 Treesjen: S. Teresia 768 S. Treverius 166 Trientjen: S. Catharina 434 Trijntjen: S. Catharina 434 Troye: S. Trudo 769 S. Trudo 769 Trui (m.): S. Trudo 769 Truijens: Gesln. 769 Truiken: S. Truthgeba 770 Truiken: S. Gertrudis 273 Truitjen: S. Gertrudis 273 S. Truthgeba 770 Tsjaard: S. Gradulfus 771 Tsjabbe: S. Gabinus 772 Tsjade: S. Cadeoldus 773 Tsjakke: S. Cadeoldus 774 Tsjalke: S. Gallanus 775 Tsjalle: S. Gallanus 775 Tsjallef: S. Gallanus 775 Tsjalling: S. Gallanus 775 Tsjamke: S. Gamaris 776 Tsjamme: S. Gamaris 776 Tsjark: S. Guericus 783 Tsjark: S. Theodericus 784 Tsjasse: S. Cassericus 777 Tsjeard: S. Gerardus 779 Tsjeartsje: S. Gertrudis 780 Tsjebbe: S. Gebhardus 778 Tsjemme: S. Gamaris 776 Tsjemme: S. Gemmulus 781 Tsjepke: S. Gebhardus 778 Tsjepkje: S. Gebedrudis 782 Tsjerk: S. Guericus 783 Tsjerk: S. Theodericus 146, 784 Tsjerne: S. Gerinus 785 Tsjesse: S. Cornelius 786 Tsjetse: S. Cornelius 786 Tsjeuke: S. Gaugericus 787 Tsjiep: S. Gebhardus 778 Tsjimme: S. Gemmulus 781 Tsjipkje: S. Gebedrudis 782 Tsjitger: S. Gitzelinus 788 Tsjitte: S. Gitzelinus 788 Tsjomme: S. Gummarus 789 Tuik: S. Tugdualus 159 S. Tugdualus 159 S. Turianus 764 S. Turiavus 764 U S. Ubaldus 790 Ubbels: Gesln. 790 Ubbens: Gesln. 790 Ube: S. Ubaldus 790 Ubele: S. Ubaldus 790 S. Udalricus 797 S. Udardus 791 Udens: Gesln. 791 Udo: S. Utho, S. Udardus 791 Uge: S. Hugo 380, 792 Uyl: Gesln. 793 Uiling: Gesln. 793 Uilkens: Gesln. 793 Ukke: S. Hugo 792 Ulbe: Zal. Ulboldus, S. Ulgisus 793 Ulbetjen: S. Ulphia 794 Zal. Ulboldus 793 Ulde: S. Udalricus 797 Ulens: Gesln. 793 S. Ulferius 587, 795 Ulfert: S. Ulferius 795 Ulfertsje: S. Ulphia 796 Ulffers: Gesln. 795 S. Ulgisus 793 S. Ulphia 794, 796 Ulpke: S. Ulphia 794 Ulrik: S. Udalricus 797 Uneke: S. Unnis 582, 798 Unico: S. Unnis 582 Unke: S. Unnis 582 S. Unnis 582, 798 S. Unno 582 S. Unnus 582 Upke: S. Ubaldus 790 Urseltjen: S. Ursula 799 S. Ursmarus 800 S. Ursula 799 Usmar: S. Ursmarus 800 Usso: S. Uzanus 801 Uteke: S. Utho, S. Udardus 791 S. Utho 791 Uwe: S. Uzanus 802 Uwen: Gesln. 802 S. Uzanus 360, 801, 802 V Vaas: S. Vasius 803 Vaast: S. Vedastus 804 Valeer: S. Valericus 805 S. Valericus 805 Valk: S. Falco 225, 806 Valke: S. Falco 225, 806 Vasen: Gesln. 803 S. Vasius 803, 817, 847 Vasmar: Zal. Fastredus 228 Vasse: Gesln. 803 Vast: Zal. Fastredus 228 Vechter: S. Victor 807 S. Vedastus 804, 835, 837 S. Vedulfus 835 Veer: S. Ferreolus 234 Veirle: S. Pharaildis 226 Velten: S. Philibertus 230, 808 Verele: S. Pharaildis 226, 809 S. Verembaldus 832 S. Veremundus 816 Verle: S. Pharaildis 809 S. Verona 259 S. Veronica 259 S. Veronus 258 S. Victor 807 S. Vigilius 810 Vijfken: S. Genovefa 408 Vijgel: S. Vigilius 810 Vincent: S. Vincentius 811 S. Vissia 854 S. Vivina 852 Vokeltje: 244 Volbrecht: Zal. Fulbertus 242 Volker: S. Volkerus 243 en blz. 17. Volkers: Gesln. 243 Volkert: S. Volkerus 243 en blz. 17, 22. S. Volkerus 243, 875 Volkwin: S. Folcuinus 245 Vollebrecht: Gesln. 242 Volles: Gesln. 243 Volmer: S. Vulmarus 246 Voorting: Gesln. 248 Voppe: Zal. Fulbertus, S. Volkerus 875 Vreys: S. Frisius 256 Vriend: S. Amicus 812 Vriend: Gesln. 812 Vriens: Gesln. 812 Vrind: S. Amicus 812 Vrind: Gesln. 812 Vrode: S. Prudentia 257 Vroede: S. Prudentia 257 Vrone (m.): S. Veronus 258 Vrone (vr.): S. Verona 259 S. Vulmarus 246, 876 W Waaie: S. Weeda 813 Waaijer: Gesln. 813 Waalke: S. Walo 814 Waalkes: Gesln. 822 Waalte: S. Walo 814 Waaltsje: S. Waldetrudis 815 Waander: S. Wandregesilus 830 Waanders: Gesln. 830 Waare: Gesln. 816 Waarmond: S. Veremundus 816 Waas: S. Vasius, S. Wasnulfus 817 Waatse: S. Vasius, S. Wasnulfus 817 Waatse: S. Vedastus, S. Vedulfus 836 Wabbe (m.): S. Walbertus 820 Wabbe (vr.): S. Waldetrudis 818 Wabbel: S. Waldetrudis 818 Wable: S. Walbertus 820 Waltsje: S. Waldetrudis 818 S. Waccarus 819 Wachtel: S. Waccarus 819 Wachtelaar: S. Waccarus 819 Wachtelaer: Gesln. 819 Wael: S. Walaricus 822 Wagtel: Gesln. 819 Wakker: S. Waccarus 819 Wakkers: Gesln. 819 S. Walaricus 822, 824, 825, 827 Walbert: S. Walbertus 820 S. Walbertus 820 Walburg: S. Walburgis 821 S. Walburgis 129, 821 S. Waldebertus 828 S. Waldefridus 828 S. Waldetrudis 815, 818 S. Waldrada 826 Waldrik: S. Waldebertus, S. Waldefridus 828 Wale: S. Walaricus 822 Walewein: S. Wolbodo 823 Walfried: S. Waldefridus 828 Walig: S. Walaricus 824 Waling: S. Walaricus 824 Walke: S. Walo 814 Walle: S. Walo 814 Wallekey: S. Waldetrudis 818 Walleken: S. Walburgis 821 Walles: Gesln. 822 Wallich: Gesln. 824 S. Walo 814 Walraad: S. Walaricus 825 Walrade: S. Waldrada 826 Walram: S. Walaricus 827 Walrand: S. Walaricus 827 Walraven: S. Walaricus 827 Walraven: Gesln. 827 Walte: S. Waldebertus, S. Waldefridus 828 Walter: S. Walterus 829 S. Walterus 829 Wander: S. Wandregesilus 830 S. Wandregesilus 830 Waning: Gesln. 831 S. Waningus 843 Wannes: S. Joannes 831 Wanning: Gesln. 831 Wapke: S. Walbertus 820 Warbold: S. Verembaldus 832 Warbout: S. Verembaldus 832 Ward: S. Edwardus (Eduardus) 177, 833 Warmbout: S. Verembaldus 832 Warmold: S. Verembaldus 832 Warnaars: Gesln. 834 Warnar: S. Wernherus 834 Warne: S. Wernherus 834 Warnink: Gesln. 834 Was: S. Wasnulfus 836 Wasman: S. Wasnulfus 836 Wasman: Gesln. 836 S. Wasnulfus 817, 836 Wasse: S. Wasnulfus 836 Wassen: Gesln. 836 Wassink: Gesln. 836 Watte: S. Vedastus, S. Vedulfus 835 Wauter: S. Walterus 829 Webbe: S. Wigbertus 849 Wedse: S. Vedulfus 835 S. Weeda 813 Wegbrans: Gesln. 858 Weid: S. Vedastus 837 Weyen: S. Wiho 860 Weyn: S. Winocus 869 Weismann: Gesln. 871 Welbe: S. Willibrordus 838 Welke: S. Willehadus 839 Welmoet: S. Wilfreda 840 Welp: Gesln. 838 Wemberich: S. Wigmannus 868 Wemmer: S. Wigmannus 868 S. Wenceslaus 844 Wendel: S. Wandregesilus 830 Wendel: S. Wendelinus 841 Wendelaar: Gesln. 830 S. Wendelinus 841 Wendelmoet: S. Wilfreda 840 Wender: S. Wintrungus 842 Wenker: Gesln. 869 Wenne: S. Waningus 843 Wenneke: S. Waningus 843 Wenneker: Gesln. 869 Wennekes: Gesln. 843 Wennen: Gesln. 843 Wentsel: S. Wenceslaus 844 Wenzel: S. Wenceslaus 844 Were: S. Werenfridus 845 Werenfried: S. Werenfridus 845 S. Werenfridus 845, 846 Werner: S. Wernherus 834 S. Wernherus 834 Werp: S. Werenfridus 846 Wervel: S. Werenfridus 845 Weseman: Gesln. 836 Wessel: S. Wenceslaus 844 Wessel: S. Vasius 847 Wesseling: Gesln. 847 Wessels: Gesln. 847 Wetse: S. Vedastus 837 Wette: S. Guido 873 Wiard S. Guericus 848 Wibaut: Gesln. 857 Wibe: S. Wigbertus 849 Wiben: Gesln. 849 Wibert: S. Guibertus 856 Wibo: S. Wigbertus 849 Wibo: Gesln. 849 Wibout: Wigbertus 857 Wibrand: S. Wigbertus 858 S. Wibrandis 850 Wibren (m.): S. Wigbertus 858 Wibren (vr.): S. Wibrandis 850 Wibrentsje: S. Wibrandis 850 Wybrigje: S. Wibrandis 850 Wichard: S. Wigbertus 851 Wichman Gesln. 859 Widmer: S. Witmarus 872 Wijdt: S. Guido 873 Wiebols: Gesln. 857 Wiebes: Gesln. 849 Wye: S. Wiho 860 Wiegant: Gesln. 859 Wiegman: Gesln. 859 Wielke: S. Willehadus 839 Wiemers: Gesln. 868 Wientjen: S. Winefreda, S. Wivina, S. Vivina 852 Wier: S. Wiro 853 Wierde: S. Guericus 848 Wierik: S. Guericus 855 Wierts: Gesln. 848 Wies: S. Aloysius 43 Wiesjen: S. Vissia 854 Wiezer: S. Guisbertus 871 S. Wigardus 859 Wigbele: S. Wigbertus 857 Wigbert: S. Wigbertus 856 S. Wigbertus 849, 851, 856, 857, 858 Wigbold: S. Wigbertus 857 Wigbolts: Gesln. 857 Wigbout: Gesln. 857 Wigbrand: S. Wigbertus 858 Wigbrans: Gesln. 858 Wigge: S. Wigardus, S. Wigmannus 859 Wiggele: S. Wigmannus 859 Wigger: S. Wigardus 859 Wiggers: Gesln. 859 Wiggert: S. Wigardus 859 Wigle: S. Vigilius 810 S. Wigmannus 859, 868 S. Wiho 860 Wike: S. Wigmannus 859 Wyke: S. Wibrandis 850 Wikel: Gesln. 810 Wikel: Gesln. 859 Wilbert: S. Willibrordus 861 en blz. 22. S. Wilfreda 840, 866 S. Wilfridus 862, 867 Wilfried: S. Wilfridus 862 Wilhelma 866 Wilhelmiene: S. Wilfreda 866 en blz. 23. Wilhelmina 866 en blz. 23. S. Wilhelmus 864 Wilke: S. Willeïcus 863 Wilke: S. Willehadus 839 Wilkens: Gesln. 839, 863 Wille: S. Willibrordus, S. Willibaldus, S. Willehadus 861 Willebrord: S. Willibrordus 861 S. Willehadus 839, 861, 865 S. Willeïcus 863 Willem: S. Wilhelmus 864 en blz. 22. Willemar: S. Willibrordus, S. Willibaldus 865 Willemiene: S. Wilfreda 866 en blz. 23. Willemken: S. Wilfreda 866 Willempjen: S. Wilfreda 866 S. Willericus 458 S. Willibaldus 861, 865 S. Willibrordus 838, 861, 865 Wilmer: Gesln. 865 Wilmers: Gesln. 865 Wilse: S. Willeïcus 863 Wilskje: S. Wilfreda 866 Wilte: S. Wilfridus 867 Wiltink: Gesln. 867 Wiltse: S. Wilfridus 867 Wimke: S. Wigmannus 868 Wimken: S. Wilfreda 866 Wimmer: S. Wigmannus 868 Winand: S. Winocus 869 en blz. 22. Wijnands: Gesln. 869 Wind: S. Wintrungus 870 Wyndel: S. Wendelinus 841 Wine: S. Winocus 869 S. Winefreda 852 Wineke: S. Winocus 869 Winer: S. Winocus 869 Winering: S. Winocus 869 Winert: S. Winocus 869 S. Winfridus (Bonifacius) 869 Wijnker: Gesln. 869 Wijnne: Gesln. 869 S. Winocus 869 Winolt: S. Winocus 869 Winrik: S. Winocus 869 Winte: S. Wintrungus 870 Winterink: Gesln. 870 Winters: Gesln. 870 Wijntjen: S. Winefreda, S. Wivina 852 Wijntjes: Gesln. 869 S. Wintrungus 842, 870 Wintse: S. Wintrungus 870 Wirdmer: S. Guericus 848 S. Wiro 853 Wiseman: Gesln. 871 Wiske: S. Guisbertus 871 Wiskje: S. Vissia 854 Wismar: S. Witmarus 872 Wisse: S. Guisbertus 871 Wisse: Gesln. 871 Wissing: Gesln. 871 S. Witburga 874 Witke: S. Guido 873 Witman: S. Guido 873 S. Witmarus 872 Witsen: Gesln. 873 Witske: S. Witburga 874 Witte: S. Guido 873 Witte: Gesln. 873 Wittert: Gesln. 873 S. Wivina 852 Wobbe: Zal. Fulbertus, S. Volkerus 875 Wobbe: Gesln. 875 Wobbel: S. Wolbodo 876 Woelke: S. Wolbodo 876 Wol: S. Wolbodo, S. Vulmarus 876 Wolbert: S. Wolbodo, S. Vulmarus 876 S. Wolbodo 823, 876 Wolbrand: S. Wolbodo, S. Vulmarus 876 Wolf: S. Wolfgangus 877 Wolfbrand: S. Wolfgangus 877 Wolfert: S. Wolfgangus 877 Wolfgang: S. Wolfgangus 877 en blz. 8. S. Wolfgangus 877 Wolfger: S. Wolfgangus 877 Wolmer: S. Vulmarus 876 Wolter: S. Walterus 829 Wolven: Gesln. 877 Wolwijn: S. Wolbodo 876 Womke: S. Wonedulfus 878 S. Wonedulfus 878 Wonne: S. Wonedulfus 878 Wonnink: Gesln. 878 Wopke: Zal. Fulbertus, S. Volkerus 875 Wopkes: Gesln. 875 Worp: S. Werenfridus 846 Worp: Gesln. 846 Wout: S. Walterus 829 Wouter: S. Walterus 829 en blz. 22. Woutrien: S. Walterus 829 Wouwerik: S. Vulmarus 876 Wridsaart: S. Richardus 643 Wul: S. Vulmarus, S. Wolbodo 876 Wulbrands: Gesln. 876 Wulf: S. Wulframnus 879 Wulfing: Gesln. 877 Wulfram: S. Wulframnus 879 S. Wulframnus 875, 879 S. Wulgisus 793 Wunne: S. Wonedulfus 878 Z Zeger: S. Sigo, S. Sigirannus 716 Zegers: Gesln. 716 Zwaantjen: S. Sura (Suwarda) 740 Zwanik: S. Swentiboldus 741 Zweder: S. Suidbertus 742 Zwentibold: S. Swentiboldus 743 BETEEKENIS VAN EENIGE OUD-GERMAANSCHE NAAMSTAMMEN volgens de opgaven van Förstemann en Heintze. Vele woorden waarvan de beteekenis door deze schrijvers in het onzekere gelaten is, blijven hier onvermeld. A ABA: man. AG: snijdend zwaard. (Lat. _acies_). AGIL = AG. AGIN = AG. AGIR = AG. AGIS: schrik. AID: eed. AIVA: eeuw. ALA: al, alles. ALB: elf (mythol.). ALDA: oud. ALFI: elf (mythol.) ALHI: tempel. ALJA: ander. ALJAN: sterke. AM: moeder. AMAL = AM. AMAT = AM. ANGIL: goddelijk wezen. ANSI: god. ANTI: reus. ARBI: erf. ARMA: arm (Lat. _pauper_). ARA: arend. ARIN: arend. ATHA: vader. ATHAL: adel. AUDA: erfgoed. AUGA: oog. AUSTA: oosten. B BADU: strijd. BALDA: onversaagd. BANDA: krijgsvaan. BARDA: reus. BAUDA: gebieder. BAUGA: ring, halsband. BERA: beer. BERGA: bewaren, bergen. BERHTA: klaar, blinkend. BERIN: beer. BIG: houwen. BILI: strijdbijl: billijk. BLIC: glans, bliksem. BLIDI: blijd. BOD: gebieden, ontbieden. BON: (het Lat. _bonus_) goed. BOSI: vijandig. BRANDA: vlammend zwaard. BRUNJA: borstharnas. BURGI: bewaren, bergen. Vormt evenals BERGA vrouwelijke namen. D DADI: daad. DAGA: dag. DAR: werpspiets. DEURJA: duur, dierbaar. DOMA: gericht, macht. DRUDI: trouw, dierbaar, veel voorkomend in vrouwenamen. E EBUR: everzwijn. ERCAN: edel, echt. ERA: eer. ERIN = ERA. ERMIN = IRMIN: naam v.d. halfgod. F FARA: geslacht, familie. FASTI: vast. FILU: veel. FLADI: zuiver, rein. Gelijk fleda en fledis in veel vrouwenamen voorkomend. FLAV (het Lat. _flavus_) blond. FRAVI: heerin. FRITHU: vrede. FRIUND: vriend. FRODA: vroed, wijs. FULCA: volk. G GAILA: lastig. GAIRU: werpspeer. GANG: aanstormen. GARDI: gaard. Tweede helft van veel vrouwenamen. GARVA: ten strijde bereid. GASTI: gast, vreemdeling. GAUTA: goth. GAVJA: gouw. GIB: geven. GILD: geld. GIS, GISIL: gijzelaar. GODA: god, goed. GOZ: goth. GRAVA: grauw, grijs. GRIMA: helm, masker. GRISJA: grijs. GUDA: god. GUMA: (het Lat. _homo_) mensch. GUNDI: krijg. H HAB: have. HAG, HAGAN: behagen. HAIDU: gestalte. Als haid en heid tweede deel van veel vrouwenamen. HAILA: heel, gezond. HAILAGA: heilig. HAIMI: heim, huis. HAL: man. HALIDA: held. HAM: dek, kleed. HAN: haan. HANDU: hand. HARDU: sterk, hard. Ook tweede deel van veel mannel. namen. HARJA: heir. Ook als _har_ en _her_ tweede deel van veel mannelijke namen. HATHU: strijd. HAUHA: hoog. HELMA: helm. HILDI: strijd. Ook tweede deel van veel vrouwenamen. HILP: helpen. HIMILA: hemel. HLODA: luid = beroemd. HOGA = HAGAN. HRABAN: raaf. Ook tweede deel van veel mannenamen HRINGA: ring. HROTHI: roem, zege. HUGU: geest, verstand. HULTHA: genadig. HUNI: reus. HUSA: huis. HVELP: welp. I, J IDIS: maagd. IS, ISAN: ijzer. IW: taxusboom. JUNGA: jong. K KARAL: man, kerel. KLAR: klaar, helder. KUNI: geslacht, kunne, en koen. L LAIC: springen, dans. LAIFA: zoon. LAITHA: vijandig en leiden. LEUBA: lief, geliefd. LEUDI: volk. LEV, LEVON: leeuw. LIBA: lijf. LINDI: slang, gordel. LOH (het Lat. _lucus_): bosch. M MAG, MAGAN: kracht, vermogen. MANA: man. MAND: blijde zijn. MARU: beroemd. MAURA: Moor. MATHAL: spraak, rede. MATHI: macht. MILDI: mild, vrijgevig. MODA: moed. MUNDA: voogd. MUNI: lust. N NANTHI: koen. NATH: genade, gunst. NITHA: krijgsijver. NIVJA: nieuw, jong. NODI: nood. NORTHA: noorden. NUN: wicht. O ORTA: lansspits. OTHAL: erfgoed, woonstede. R RADI: raad. RAGAN: raad. RANG: worstelen. RICJA: rijk. RID: rijden. RIPJA: rijp. S SANTHA: waar. SARVA: uitrusting. SCALCA: knecht. SEVA, SEVI: zee. SIBJA: maagschap. SIDU: zede. SIGIS: zege. SINTHA: weg, heirvaart. SMITHU: smid. SNEL: snel, stoer. STAINA: steen. SUNDA: zuiden. SVANA: zwaan. SVINTHA: krachtig, gezwind. T TAT, TAITA: daad. THANC: gedachte. THEGAN: krijgsknecht. THEUDA: volk. THINGA: ding. THIVA: dienaar. THRASA: strijden. U UN: geven, toestaan. URSA: (het Lat. _ursus_), beer. V VAC, VACAR: wakker. VADJA: waden, gaan. VAG: wakker. VALD: besturen. VALHA: buitenlander, vreemdeling. VAN: verwachting. VAND: winden, wenden. VAR, VARIN: waarborgen en weren. VERTHA: waard. VID: woud. VIGA: kampstrijd. VIHA: wijden. VILJA: wil. VIND, VINID: winden, wenden. VINI: vriend. VINTAR: winter. VIS: aanvoerder. VIZ: wijs. VOLA: wel (goed). VOP: roepen. VULFA: wolf. VUNJA: lust. AANTEEKENINGEN [1] _Rituale Romanum_ van 1614, De S. Oleis et aliis requisitis. Reeds was al in den _Catechismus Romanus_, op last van het Concilie van Trente in 1566 uitgegeven, diezelfde wensch uitgesproken. [2] Van deze twee lijstjes is mij als oudste uitgaaf die bekend welke gedrukt en aangehangen werd bij een _Rituale Romanum, contractum et abbreviatum_. Antverpiae, et prostant Amstelodami apud Philippum van Eyck 1657. De eigenlijke Titels luiden: _Nomina propria Hollandorum_ accommodata Nominibus Sanctorum, qui in Ecclesia celebrantur: adjunctis plerumque eorundem Festis; en _Nomina propria Frisica_ Sanctorum nominibus applicata. Eene kleinere lijst vindt men achter _Rosweydus' Generale legende der Heylighen_ van 1665. [3] Dl. 142, Aug., Sept. en Oct, 1912. Dl. 143, Mei 1913. [4] Aldus in de _Dictionn. des antiq. Chrét._ par l'abbé _Martigny_. Paris 1865, p. 445-53. Wat hier zeer beknopt wordt vermeld kan men zeer degelijk en uitvoerig behandeld vinden door _F. X. Kraus_ in zijn _Real-encyklopädie der Christl. Alterthümer_, II, S. 467-82, alsmede door C. A. _Kneller_ S.J. in de _Stimmen aus Maria-Laach_ 62. B. (1902). S. 171-82 en 272-86. Beide opstellen zijn rijkelijk voorzien van aanhalingen uit de Vaders, en schrijvers over de oud-christelijke monumenten. Zeer lezenswaardig is ook nog het opstel van pastoor _Fröhling_: Die Namengebung bei der Taufe und Firmung, insbesondere die christlichen Taufnamen, in _Der katholische Seelsorger_, XXe jaargang (1908) S. 69-78. [5] _De Katholiek_; meer bijzonder Dl. 143, Mei 1913, blz. 342-59. [6] Voor Zuid-Nederlandsche namen vond ik opgaven in een opstel onder den titel van _Nederlandsche Voornamen_, verschenen in _Serrure's Vaderl. Museum_ v. Ned. Letterk. enz. Gent 1855, Dl. I, blz. 206-14, en Dl. III, blz. 221-23. Deze lijst werd nog eens herdrukt in het _Jaarboek der Kon. Vlaamsche Academie_ van 1901, blz. 33-54. [7] _De Nederl. Geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis door Johan Winkler_, Haarlem 1885, blz. 2-3. Ik dank aan dezen geleerde ook nog menigen wenk, dien ik mondeling mocht ontvangen. Ook Prof. _J. Verdam_ in _De geschiedenis der Nederlandsche taal_, Leeuwarden 1890, blz. 129-33. en Dr. _G. J. Boekenoogen_ in zijn opstel _Onze Voornamen_ (_De Gids_, 54e jaarg. 1890, IIIe Deel) geven over de Germaansche voornamen veel wetenswaardigs te lezen. [8] Förstemann Sp. 642. [9] _De Nederl. Geslachtsnamen_ door Winkler, I blz. 22. [10] _Winkler_, _Fr. Naamlijst_, blz. IX. [11] Voor zoover die in den _Index alphabeticus_ van het laatste deel der Bollandisten, doch dikwijls slechts bij benadering, opgegeven zijn. Het was mij niet doenlijk telkens de afzonderlijke Levens in de verschillende deelen op te slaan. [12] _Die Deutschen Familiennamen_, geschichtlich, geographisch, sprachlich, von Prof. _Albert Heintze_, Halle, 1908. S. 18. [13] Men weet dat deze _n_ geen teeken is van meervoud, maar van tweeden naamval. [14] Maar daarom behoort men ook, als de Latijnsche vorm gebruikt wordt, zich te houden aan de schrijfwijze onzer ritueele boeken en van de vulgaat-uitgave des Bijbels, en te schrijven: Joannes niet Jo_h_annes, Antonius niet Ant_h_onius, Henricus niet Henri_k_us, en vooral niet Hen_d_ri_k_us of Hen_de_ri_k_us, noch ook Frederi_k_us enz. [15] Enkele voorbeelden ervan heb ik te pronk gesteld in _De Katholiek_ van October 1912, blz. 279. Hier moge nog een tweetal volgen dat ik later aantrof. Vooreerst: Pascal S.--Martinus--Jan--Nora--Elise--Jeanne--Truce--Bernard--Hélène--Cato. Het andere: Jo v. d. D.--Theo--Ferdi--Marie--Annie--Betsie--Tilly--Phonsa--Treesje--Gerard--Liesje--H enriette [16] _Winkler_: _Friesche Naamlijst_. Inleiding bl. VII. [17] Verg. _De Katholiek_ Dl. 101, 1892, blz. 234. Uit de Voorrede der _Nomina propria Hollandorum_ door P. S. L. "Cum non sit finis nomina frangendi, mutilandi et mutandi, quod quique faciunt pro libitu. Et quod infantes balbutiendo formant, nutrices repetunt, et tandem omnes assuescunt." [18] _De Katholiek_ van Oct. 1912, blz. 283. [19] _Handboek der Nederl. taal_ d. Dr. _Jac. van Ginneken_ S.J. Nijmegen, 1913. I, blz. 65. [20] _De Tijd_ van 19 Mei 1911. [21] De klemtoon op _A_ niet op _de_. [22] Hoofdstam ontbreekt bij Förstemann. [23] Hoofdstam ontbreekt bij Förstemann. [24] Nadruk op Lam- niet op -bert. [25] Met uitspraak in drie lettergrepen; anders is het de Fransche naam. [26] Deze naam schijnt in onze dagen (advert. v. 9 Oct. 1912) verfraaid te zijn tot Orentia, naar mannelijke Heiligen, die als Orentius, bij de Boll. voorkomen op 24 Juni en 10 Aug. Orentia is echter als Heilige niet bekend. [27] Pooltis, bewijst evenals de naam Pooltjesbuurt te Delft, dat men vroeger altijd, gelijk het behoort, S. Hippólytus heeft uitgesproken en niet Hippolýtus met nadruk op ly. [28] Nadruk op _Re_ niet op _gi_. [29] Deze laatste twee vormen berusten eigenlijk op verkeerd begrip, wijl de oorspronkelijke naam uit de lettergrepen _Ric_ en _hard_ bestaat. [30] De letters _Tsj._ zijn te beschouwen als de _ch_ in het Engelsche woord church (kerk) en alzoo gelijk te stellen met _k_ en _g_. End of the Project Gutenberg EBook of Nederlandsche Doopnamen, by J. J. Graaf *** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK NEDERLANDSCHE DOOPNAMEN *** ***** This file should be named 25089-8.txt or 25089-8.zip ***** This and all associated files of various formats will be found in: https://www.gutenberg.org/2/5/0/8/25089/ Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ Updated editions will replace the previous one--the old editions will be renamed. Creating the works from public domain print editions means that no one owns a United States copyright in these works, so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United States without permission and without paying copyright royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you do not charge anything for copies of this eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, performances and research. They may be modified and printed and given away--you may do practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is subject to the trademark license, especially commercial redistribution. *** START: FULL LICENSE *** THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free distribution of electronic works, by using or distributing this work (or any other work associated in any way with the phrase "Project Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project Gutenberg-tm License (available with this file or online at https://gutenberg.org/license). Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm electronic works 1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to and accept all the terms of this license and intellectual property (trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. 1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be used on or associated in any way with an electronic work by people who agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works even without complying with the full terms of this agreement. See paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic works. See paragraph 1.E below. 1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the collection are in the public domain in the United States. If an individual work is in the public domain in the United States and you are located in the United States, we do not claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, displaying or creating derivative works based on the work as long as all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily comply with the terms of this agreement by keeping this work in the same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when you share it without charge with others. 1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in a constant state of change. If you are outside the United States, check the laws of your country in addition to the terms of this agreement before downloading, copying, displaying, performing, distributing or creating derivative works based on this work or any other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning the copyright status of any work in any country outside the United States. 1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: 1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed, copied or distributed: This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org 1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived from the public domain (does not contain a notice indicating that it is posted with permission of the copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in the United States without paying any fees or charges. If you are redistributing or providing access to a work with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. 1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted with the permission of the copyright holder, your use and distribution must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the permission of the copyright holder found at the beginning of this work. 1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm License terms from this work, or any files containing a part of this work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. 1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this electronic work, or any part of this electronic work, without prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with active links or immediate access to the full terms of the Project Gutenberg-tm License. 1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any word processing or hypertext form. However, if you provide access to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. 1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. 1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided that - You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has agreed to donate royalties under this paragraph to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid within 60 days following each date on which you prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty payments should be clearly marked as such and sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation." - You provide a full refund of any money paid by a user who notifies you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm License. You must require such a user to return or destroy all copies of the works possessed in a physical medium and discontinue all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm works. - You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the electronic work is discovered and reported to you within 90 days of receipt of the work. - You comply with all other terms of this agreement for free distribution of Project Gutenberg-tm works. 1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. 1.F. 1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread public domain works in creating the Project Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic works, and the medium on which they may be stored, may contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by your equipment. 1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all liability to you for damages, costs and expenses, including legal fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. 1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a written explanation to the person you received the work from. If you received the work on a physical medium, you must return the medium with your written explanation. The person or entity that provided you with the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a refund. If you received the work electronically, the person or entity providing it to you may choose to give you a second opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy is also defective, you may demand a refund in writing without further opportunities to fix the problem. 1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. 1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any provision of this agreement shall not void the remaining provisions. 1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance with this agreement, and any volunteers associated with the production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees, that arise directly or indirectly from any of the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause. Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of electronic works in formats readable by the widest variety of computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from people in all walks of life. Volunteers and financial support to provide volunteers with the assistance they need, is critical to reaching Project Gutenberg-tm's goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will remain freely available for generations to come. In 2001, the Project Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4 and the Foundation web page at https://www.pglaf.org. Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit 501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by U.S. federal laws and your state's laws. The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S. Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered throughout numerous locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email [email protected]. Email contact links and up to date contact information can be found at the Foundation's web site and official page at https://pglaf.org For additional contact information: Dr. Gregory B. Newby Chief Executive and Director [email protected] Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide spread public support and donations to carry out its mission of increasing the number of public domain and licensed works that can be freely distributed in machine readable form accessible by the widest array of equipment including outdated equipment. Many small donations ($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt status with the IRS. The Foundation is committed to complying with the laws regulating charities and charitable donations in all 50 states of the United States. Compliance requirements are not uniform and it takes a considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up with these requirements. We do not solicit donations in locations where we have not received written confirmation of compliance. To SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any particular state visit https://pglaf.org While we cannot and do not solicit contributions from states where we have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition against accepting unsolicited donations from donors in such states who approach us with offers to donate. International donations are gratefully accepted, but we cannot make any statements concerning tax treatment of donations received from outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation methods and addresses. Donations are accepted in a number of other ways including including checks, online payments and credit card donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be freely shared with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support. Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper edition. Most people start at our Web site which has the main PG search facility: https://www.gutenberg.org This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, including how to make donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.